Al tastend
tast u ook wel eens in het duister of minstens zoekend in een vreemde schaduw
ik luister dan zo scherp mogelijk naar elk woord, soms maakt het me schuw
immers ik zie geen ogen of zij zich al dan niet op mij willen richten of zomaar kijken in de nacht
ik word dan meegezogen in ondenkbare gedachten het voelt soms, als teder zacht maar die vaak ook de rede loodzwaar bevracht
hoort u wel eens het zand slippen tussen sissende lippen die de tong weerhouden woorden te spoelen
van de bevroren koude of het zuur der aarde en enkel alleen stenen bewegen in de eigen gaarde waar droge tranen wenen
|