Goedemorgen- twee ochtendgedichten
1
ik lag wat langer in Morpheus' armen ze waren warm en koesterend wollig
mijn Chateau de Chambres d'Action, rond en in quasi vergane glorie, vertelt mij nu met een rustige slag (hij loopt op twee stromende darmen)
dat vandaag het vervolg van mijn levens story om zes uur drie en dertig bij open raam beginnen mag
er passeert een eerste blik naar ik aanneem op vier wielen (ik woon één hoog voor) en de vogel aan de overkant, een duif op leeftijd, zit als het waren doorgezakt op het Franse dak menselijkerwijs gesproken op zijn iele hielen
ik word me gewaar van de zucht naar de bruine vloed iets dat, zoals u weet, bij mij dwangmatig moet eer ik begin aan het dagelijks leed
en omdat ik daar op tijd voor wil zorgen zeg ik nu vast weliswaar op de automatische piloot een goedemorgen omdat ook dat bij de ochtend past
2
mijn slaap was kort vannacht warrig waren mijn gedachten maar die bleven schimmig in een onbekende verte hangen
ze zijn dan moeilijk te duiden of er nu mooie engelen zongen dan wel sissende giftige slangen zich in het bewustzijn dwongen
zeker is dat ik thans zes uur hoor slaan terwijl de eerste vogel fluitend ontwaakt de hemel neigt naar ontluikend blauw; weer wordt een ochtendstond met opkomend licht aangemaakt
zo, het is inmiddels halfzeven eerst maar eens gemalen bruine bonen sleutels in mijn bestaan en er wacht een baard van vele dagen ik wens u een goedendag, want moet van u henen gaan
|