Heel lang geleden, er was nog geen lawaai van autos of vliegtuigen, het was een heel stille nacht, en toch was het geen nacht, zoals de andere, want die nacht, stond lang tevoren beschreven. De Herders lagen te rusten, en toch voelden ze dat iets zou gebeuren, en ineens was het of de Hemel openging. Ze hoorden Hemelse muziek, ze waren sprakeloos, de engelen zongen dat de Koning, de Heiland geboren was. Toen sprongen de Herders recht, en gingen naar Bethlehem zoals de engelen zongen, gingen ze hun Heiland zoeken. Maar wat was dat? Het leidde hen naar een stal, dat kon toch niet? Een koning wordt toch niet in een stal geboren? En dan nog wel een Hemelse Koning, en toch gingen ze in die stal zien. Ze vonden een kindje, liggend in een kribbe in doeken gewikkeld. Ze knielden neer in aanbidding voor dit kind, want ze zagen dat hier werkelijk de Heiland was geboren en ze brachten hulde aan Hem. Toen Maria zegde dat dit kind, Jezus zou worden genoemd, keken de Herders wel vreemd op. Jezus? Zon gewone naam onder het volk van Israël? Weet je waarom? Ja, wij, zouden hem een heel aparte naam hebben gegeven aan een geboren Koning, een naam dat niemand had. Maar dat wou God de Vader niet. Zijn Zoon moest gewoon zoals ieder kind kunnen opgroeien, want als Hij een aparte naam had gekregen, hadden de mensen die onze Heiland wilden doden Hem onmiddellijk gevonden. Dat mocht dus niet gebeuren, want dit kind was op de wereld gekomen met een heel speciale opdracht. Die opdracht zou de hele mensheid heil brengen. Als we dit met Kerstmis weer herdenken, de Geboorte van onze Heiland en verlosser, laten wij dan God de Vader danken dat Hij onze Redder, arm en met de gewone naam Jezus, stuurde naar de aarde. Drieëndertig jaar later riep dit kind Jezus, toen een man geworden, aan Het Kruis, het Woord dat onze zegekreet werd: HET IS VOLBRACHT.
Reacties op bericht (0)
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek