Mijn Heer, mijn Redder, mijn Koning, mijn Herder.
We hebben u opstandig herdacht, vreugdevol te weten
onze Heer is waarlijk opgestaan.
Heer, maar we denken ook aan wat u geleden hebt,
verlaten door iedereen moest U dit lijden dragen.
Wat pijn deed die doornenkroon op Uw hoofd.
Het zware kruis dragen onder slagen, zodat u telkens viel.
Uw gezicht bebloed en dat allemaal voor mij Heer.
Jezus toch, wat een oneindige liefde.
Straks Heer, in de Hemels zullen wij
Uw doorboorde handen en voeten zien,
de wonden zullen zichtbaar zijn en dan
zal ik pas ten volle beseffen,
wat U voor mij hebt gedaan.
Heer dan zal ik nog meer lofliederen zingen dan nu,
samen met Guillaume en allen die er zijn.
Wat een geweldige lofprijzing zal daar zijn.
|