Lieve Vader, Ik wil U komen danken,
dat de kinderen hier mochten zijn,
wat een vrolijke bende.
15 augustus om nooit meer te vergeten,
toen Rudi belde, met het bericht dat
Christine een zwaar ongeluk had,
en ons het Manonke het niet zou halen.
Neen dat kon niet, dat mocht niet, dat kleine zonnetje.
Toen ik dan met Mario mee mocht rijden,
en mijn zonnetje daar zag liggen,
neen Heer aub dat niet.
Ik heb gebeden Heer aub, genees haar,
zoals het dochtertje van Zairach,
maar er gebeurde niets.
Ik heb aan haar bedje gezeten
en haar handje vast gehouden,
op haar geroepen maar
ze reageerde op niets meer.
Toen Heer vroeg U mij,
of ik meende wat ik altijd zong en bad:
Heer ik zal van U houden
in leven en in dood,
en ik wil U prijzen,
zalf dan in mijn nood.
Ik kon met heel mijn hart zeggen:
Ja Heer, ik meen dat, en toen Heer,
kreeg ik zon rust, en U liet mij zien:
Ik heb Manonke genezen door haar
bij Mij te nemen, want als een plantje leven,
dat kon Manonke niet aan.
Ik heb haar losgelaten en aan U gegeven,
ik dank U dat we 8 jaar voor haar mochten zorg,
voor de tekeningen die ze maakte.
De dag voor ze naar U kwam,
en waar ze al over U vertelde.
Vader dank U voor de rust en vrede
die U me gaf, ik blijf U loven en danken,
ondanks mijn verdriet.
|