20ste editie van de Rochustochten (25-35-50 km)
van WTC De Zwervers te Oosterzele (zaterdag 30 juli 2011).
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vandaag werd bewezen dat zelfs Sinterklaas met de
mountainbike rijdt! Kom en lees
verder! Op deze laatste zaterdag van de
maand juli op tijd uit de veren om naar het verre Oosterzele te komen en een
toertocht mee te pikken in een provincie die ik slechts uitzonderlijk daarvoor
aandoe. Geparkeerd in een weide waarin
de koeienvijgen al gedeeltelijk platgereden waren door de autos, me
ingeschreven in de ruime sporthal en vertrokken zo omstreeks 11.15 u voor de
toer van 50 km. Bij aanvang werden we
gedurende de eerste 5 kilometers over landelijke betonbaantjes gestuurd
doorheen de gemeente Oosterzele met de opvallend geel gekleurde
straatnaambordjes. De off-road bleef tot
dan toe beperkt tot enkele korte stukjes track.
Nadat we de straat Rattepas, met keurige huizen, waren gepasseerd doken
we dan toch de boerenbuiten en de velden in.
De Doelwegel leidde ons na 7 km voorbij de hoeve Den Doel, op het grondgebied
van Merelbeke, een voormalige stopplaats voor reizigers onderweg naar
Gent. Ze behoorde samen met andere
hoeven uit de omgeving tot het klooster van de geschoeide Karmelieten (1667). Mogelijk zijn we dat klooster zoals het er
thans uitziet ook gepasseerd, als het dat grote oude witte landhuis is dat we
daarnet in de hoogte zagen staan en nadien passeerden. Het lag aan het einde van een private zijweg
in de Doelwegel. Aan de hoeve Den Doel
stak een eerste biker me voorbij. Ik zou
er vandaag zon veertig te zien krijgen onderweg.
Veldwegen en een betonbaantje leidden ons naar een grotere
rustige baan die luisterde naar de naam Zink.
Een bord aan de kant van de weg leerde me dat we door de Driesbeekvallei
reden en dat er daar in de buurt de Snijpaardwegel te vinden was. Een snijpaard heeft niets met paarden
vandoen, doch was een werktuig om stro mee te hakken in vroegere tijden. We passeerden de toegangspoort van het
Kasteel
Ter Zinkt. Daar stonden twee
brievenbussen voor de twee huisjes achter de poort, maar een bordje maakte
duidelijk dat het domein niet voor bezichtiging toegankelijk was. Merkwaardig is dat sommige veldwegels hier
een naam hebben. Voorbij het kasteel
moesten we links afslaan in zon veldwegel en werden we met de eerste korte,
maar stevige klim van deze dag geconfronteerd.
Boven stond een echtpaar uit te blazen en de man grapte dat ik er moest
stoppen voor een alcoholcontrole. Ik was
gisteren anders toch niet al te laat gaan slapen, dus de wallen onder mn ogen
konden nu toch niet zo groot geweest zijn na een nuchtere vrijdagavond! Rechts afslaand kregen we een smal pad tussen
bos en veld voor de wielen geschoven om alzo zacht klimmend de
Sint-Bonifatiuskerk van Munte (Merelbeke) te bereiken. Naar links en naar rechts voorbij een oude
historische hoeve en de wiekenloze Prinsenmolen
in Baaigem die thans een architectenbureau huisvest in de nieuwe woning die er
rond gebouwd werd. Na een bocht zacht
klimmend konden we ook de achterzijde van de molen bewonderen. Even later troffen we de eerste bevoorrading
na een 12 km. Twee mannen onder een
tentje voorzagen de bikers er van sportdrank, water, bananen, appelsien,
peperkoek en lekker honingwafels. Er
kwamen twee Herders aan waarvan één zijn rugzak in de sporthal was
vergeten. Eén van de mannen aan de
bevoorrading informeerde met zijn mobiel naar zijn collegas in de
sporthal. Hopelijk heeft de verstrooide
Herder zijn materiaal kunnen recupereren!
Langs de kenmerkende Oost-Vlaamse servitudewegen tussen
tuinen van huizen en veldwegen reden we richting Balegem wat we na 17 km
bereikten. Na de doortocht van het
rustige centrum en het passeren van een korte afdaling die als gevaarlijk stond
aangekondigd passeerden we het mooi in het groen gelegen Hof ter Rotse, ik
vermoed een pivédomein dat enkele door de bomen voor nieuwsgierige blikken aan
het zicht onttrokken woningen herbergt.
Volgde een kort stukje door een bos, en tijdens een afdaling kon je even
verderop enkele schilderachtige oude huizen van Balegem zien staan. Enkele mensen die ook aan een fietstocht
bezig waren hadden hun stalen rossen even opzij gezet om te eten op het terras
van een kleine taverne. Ondanks het feit
dat Oost-Vlaanderen de reputatie geniet een platte pannenkoek te zijn, lieten
de glooiingen in het landschap iets anders blijken en werden de kuiten op de
proef gesteld tijdens een stevige klim naar wat een luchtmachtbasis bleek te
zijn, te zien aan de vlag die er wapperde.
Het deed me terug denken aan mijn legertijd als soldaat in de
Meteo-Wing, in die tijd gevestigd te Wezembeek-Oppem. En ja, de luitenants daar hadden het wel eens
over Semmerzake (Gavere). En zie, zoveel
jaren later krijg ik dit dan eens te zien!
Een
merkwaardige
bol was de blikvanger op het militaire terrein. Rechtsaf de grote baan op en dan weer naar
rechts de weiden in om de basis nog eens voorbij te rijden langs de
achterzijde. Ook hier passeerden we een
molen, de Ronnemolen, maar die is nodig aan restauratie toe!
In een bocht van een veldweg lag een plek die luisterde naar
de naam De zes linden en die er ook daadwerkelijk stonden, en enkele
pedaaltrappen later reden we voorbij de Oude Pastorij, aan het zicht
onttrokken door grote bomen, om Vurste te bereiken. Twee bikers staken me voorbij en met ons
drieën doken we een slijkerige track in waar het wat uitkijken was voor stenen
en plassen. We reden in het natuurgebied
Domein Teirlinck naast de Schelde (Merelberg). De Steenbakkerswegel naast een beek tussen
bomen had zijn naam niet gestolen, want het pad stak er inderdaad vol stenen en
lag er nat en modderig bij. Aan het
begin van het pad stond een mooi gelegen villa aan de rand van het bos te
koop! Op deze eenzame plek stonden slechts
enkele huizen.
Toch even van de route afgeweken aan een idyllisch gelegen
gerestaureerde hoeve om te rijden tot de oever van de Schelde. Een stukje van de Trekweg, het jaagpad naast
de stroom, gevolgd tot aan het Kwenenbospad met een mooi zicht op het
water. Een binnenschip voer
voorbij. Opnieuw de uitgezette route
opgezocht en op de assenweg werd mn aandacht getrokken door een ranke toren
die boven de bomen uitstak. Na een zacht
klimmende kerkwegel, waar het kind van een inboorling aan het spelen was, gaf
de toren zijn geheim prijs. Het bleek de
toren te zijn van het Kasteel van Schelderode, vlak achter de Sint-Martinuskerk
gelegen. Even tot daar gereden. De kasteelpoort was afgesloten door een
houten schutting en een plakkaat verried renovatiewerken. Kerk, kasteel en ernaast gelegen motte
(kunstmatig aangelegde heuvel) zijn een beschermd dorpsgezicht. Vanaf het kerkhof heeft men een goed zicht op
het grote kasteel. Grappig was dat men
op dit kerkhof gieters kon gebruiken die aan een metalen staaf waren
vastgemaakt en konden losgemaakt worden met een muntstuk van 1 of 2 euro zoals
de wagentjes in een supermarkt!
Schelderode! Alleen al voor de
naam zou men op deze mooie plek willen wonen!
Weer het parcours opgezocht om het een goede kilometer later weer te
verlaten om de Schelderomolen van dichterbij te bekijken. Mooi gerestaureerd, met wieken
inclusief! Een beeldje houdt de
herinnering aan Willy Vereleyen, de laatste molenaar van Schelderode (vanaf
1950) levendig.
Na een nieuwere woonwijk met kleine villas bereikten we het
Nerenbos. Maar net voor het bos moesten
we linksaf. Twee bikers laten passeren
en op mn stappen teruggekeerd en het Nerenbospad langs weerskanten eens
bereden. Daar is weinig passage, te zien
aan de ongeschonden ondergrond. Het lag
er ook zeer drassig bij. Veldwegen en
tracks, voorzien van kleine naambordjes, werden ons deel. Een biker met lang grijs haar dat vanonder
zijn helm kwam, stak me voorbij. Hij
werd in de verte opgewacht door zijn kompaan die zo mogelijk nog langere, bijna
witte haren en een dito lange baard had!
Waarmee bewezen is dat Sinterklaas ook mountainbike beoefent en zijn
mijter dan ruilt voor een helm, zoals het hoort! Sinterklaas hield er een stevige vaart
in. Ik hoopte hem nog te zien aan de
bevoorrading, maar ik had pech. Ik heb hem
toch nog te zien gekregen toen ik huiswaarts vertrok! Veldwegen, ook door aardappelvelden en zelfs
tussen muren van maïs, en paadjes leidden ons naar Bottelare. De pijltjes even links laten liggen en tot aan
de Sint-Annakerk gereden. Daar tegenover
staat in de Lindestraat een mooi oud huis waarvan de gevel getooid was met
prachtige bloemen. Na een smal pad
bereikten we de tweede rustplaats. Daar
was het nog druk, er kwamen nog verschillende deelnemers toe en we stonden er
zeker met een man of twintig. Voor mij
kwam de bevoorrading na 40 km, mijn extra omwegen inbegrepen. Me tegoed gedaan aan een stuk banaan en twee
honingwafels.
Van Bottelare ging het dan over landelijke wegen richting
Moortsele, een deelgemeente van Oosterzele.
Na het kruisen van de spoorweg kregen we een zware klim voor de wielen
geschoven. De Geraardsbergsesteenweg
over en dan weer rechts een straatje in richting Gijzenzele. Van een brede veldweg moesten we dan via een
trapje met drie treden een singletrack op.
Veldwegen en smalle servitudewegen of kerkwegels tussen tuintjes en
eigendommen werden ons deel. Om nog een
vierde molen op onze route tegen te komen.
Maar ik ben niet zeker of deze wel echt was! Hij was geïntegreerd in een huis en de
bakstenen zagen er zo recent uit dat er van de originele molen dan toch weinig
is overgebleven. Opmerkelijk waren de
restanten van bunkers en de verschillende boomkwekerijen die hier hun stek
hebben gevonden. Uiteindelijk bereikten
we het schilderachtige Scheldewindeke en omwille van het feit dat ik hier en
daar het parcours had verlaten kwam ik na 59 km weer toe aan de sporthal. Een mooie toer met afwisseling en
schilderachtige plekken. Gelukkig geen
regen, maar jammer van het sombere weer.
Met wat zon had de omgeving er nog mooier uitgezien.
Van de bikewash geen gebruik gemaakt. De vloer van de sporthal was beschermd met
kunststof matten, je mocht je bike zelfs binnen zetten. Er heerste nog een gezellige drukte. Een donkere Ename besteld en om de alcohol op
de nuchtere maag wat te neutraliseren er meteen twee hotdogs bij gegeten. Met mosterd en augurken! Iets eetbaars was welgekomen! De controlekaart kon je inleveren voor een
nieuwe drinkbus. Om proper weer naar
huis te kunnen de douches opgezocht. Die
lagen er netjes bij en gaven overvloedig warm water om deze tot in de puntjes
prima georganiseerde toer op de gepaste wijze te kunnen afsluiten. Na een dik uurtje autorijden was ik weer in
de Stad aan de Stroom!
Je kan dit verslag ook lezen op mountainbike.be
en op mtb-you
De Prinsenmolen te Baaigem
|