Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    15-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 styn streuvels

    15 aug 1969 Stijn Streuvels, pseudoniem voor Franciscus Petrus Maria (Frank) Lateur (Heule, 3 oktober 1871[1] – Ingooigem, 15 augustus 1969 ) was een Vlaams schrijver. Streuvels geldt als een van de belangrijkste vernieuwers uit de Nederlandstalige letteren van zijn tijd. Hij schreef naturalistischeverhalen, geïnspireerd door Émile Zola en de grote Russen van die tijd (vooral Tolstoj). Hij was autodidact en las en sprak meerdere talen, onder andere Frans en Duits. Noors kon hij lezen, maar Russisch kreeg hij nooit onder de knie. Onder andere het werk van Tolstoj vertaalde hij echter toch, aan de hand van Duitse vertalingen. De literatuurkenners zijn het er over eens dat de visionaire sterkte van zijn werk, de onverbiddelijke erkenning van de werkelijkheid, zonder moraliserende commentaar (Albert Westerlinck), de scheppende taalkracht van zijn proza en de universaliteit van de behandelde thema's, zijn werk hebben opgetild boven het particularisme en de streekliteratuur. Uit het archief met nominaties voor de Nobelprijs voor de Literatuur bij de Zweedse Academie blijkt dat Streuvels van 1937 tot en met 1957 dertien keer genomineerd is geweest voor de Nobelprijs.[2] Ook in 1965 was hij genomineerd.[3 Hij werd geboren als derde kind van Kamiel Lateur en Marie-Louise Gezelle, een jongere zus van priester-dichter Guido Gezelle. Vader Lateur was kleermaker en een zwijgzaam man, in tegenstelling tot zijn vrouw die graag en boeiend sprak en vertelde. Nadat Stijn Streuvels school had gelopen bij de zusters in de plaatselijke nonnenschool, stuurden zijn ouders hem in 1883 naar het St.-JanBerchmanspensionaat in Avelgem, waar zijn letterkundige begaafdheid voor het eerst tot uiting kwam.
    Van 1886 tot 1887 leerde hij de bakkersstiel in Avelgem, Kortrijk en Heule. In mei 1887 namen Streuvels' ouders te Avelgem de bakkerij van Kamiel Lateurs ongehuwde broers over en verhuisde heel het gezin naar deze gemeente aan de Schelde. Van 1887 tot 1905, op de 20 maanden na (1889-1891) die hij in Brugge doorbracht om zich in het bakkersvak te bekwamen, bleef Streuvels in Avelgem bakken en schrijven. Zijn eerste schetsen en gedichten verschenen in 1895 in De Jonge Vlaming en in Vlaamsch en Vrij. De volgende jaren namen ook de voornaamste tijdschriften, zoals Van Nu en Straks, bijdragen op van zijn hand. In 1899 verscheen zijn eerste verhalenbundel Lenteleven. Veertig jaar lang publiceerde Streuvels ieder jaar minstens één werk. Onder de meest bekende bevinden zich De Vlaschaard (1907), Het leven en de dood in de ast (1926), De teleurgang van de Waterhoek (1927) en Alma met de vlassen haren(1931). Op 19 september 1905 huwde hij met Alida Staelens en ging hij in Ingooigem in zijn pasgebouwde huis Het Lijsternest wonen, waar hij voortaan van zijn pen zou leven. Hij kreeg vier kinderen. Dichtster Jo Gisekin is een kleindochter van Streuvels. In zijn laatste periode hield hij zich voornamelijk bezig met het schrijven van memoires. Hij heeft ruim 60 jaar in het Lijsternest gewoond en overleed er op 15 augustus 1969. Op zijn begrafenis met de wijtewagen, op de 21e daaropvolgend, waren zowat 7000 mensen aanwezig.
    Vijfjaarlijkse staatsprijs voor Letterkunde (1905, 1910, 1935) Lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (briefwisselend lid in 1907, werkend lid in 1911)
    Ridder in de Leopoldsorde (1907) Officier in de Leopoldsorde (1925) Driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza (1927) Commandeur in de Kroonorde (1929) Commandeur in de Leopoldsorde (1935) Rembrandtprijs, Hamburg (1936) Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau (1937) Grootofficier in de Kroonorde (1947) Grootofficier in de Leopoldsorde (1949) Prijs Scriptores Catholici (1950) Grootkruis in de Leopoldsorde (1951) Grootkruis in de Kroonorde (1953) Ridder in de Orde van de Heilige Gregorius de Grote (1955) Ereburger van de stad Kortrijk (1959) Prijs van de Vlaamse provincies (1959) Huldiging door de stad Antwerpen in het Archief en Museum van het Vlaams Cultuurleven (1961) Grootlint in de Leopoldsorde (1961) Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre (1962) Prijs Arthur Merghelynck van de Vlaamse Academie (1964) Streuvels was doctor honoris causa aan de universiteiten van Leuven (1937), Münster (1941) en Pretoria (1964).
    Lenteleven (1899) (omvattend: De witte zandweg - In den voorwinter - Kerstavond - Slenteren - Op den dool - Van ongroei - Lente - In de vlage - Een pijpe of geen pijpe - 's Zondags - Een ongeluk - Wit leven - Het einde) Zomerland (1900) (omvattend: Groeikracht - Zomerland - Meimorgen - Het woud) Zonnetij (1900) (omvattend: De oogst - In 't water - Zomerzondag - Avondrust) Doodendans (1901) (omvattend: Doodendans - Jongenstijd (in latere drukken: Kindertijd) - In de wijde wereld - Een speeldag - In de weide - Noorsche liederen - Honden - Doodendans) De oogst (1901) (Uit "Zonnetij") Langs de wegen (1902) Dagen (1902) (omvattend: De kalfkoe - Naar buiten - Sint-Jan - Sint-Josef - Vrede - Verovering) Minnehandel (1903) (omvattend: Joel - Maagdekensminne - Het zomerlief - De wondertijd - Het levensbedrijf - In de wonnegaarde) Soldatenbloed, Een dramatisch bedrijf (toneelstuk) (1904) Dorpsgeheimen I (1904) (omvattend: De lawine - Bertken en de moordenaars alle twaalf (vanaf de tweede druk vervangen door: Een beroerde maandag) - Jantje Verdure (afzonderlijk uitgegeven in 1943)) Dorpsgeheimen II (1904) (omvattend: Kinderzieltje - Martje Maertens en de misdadige grafmaker - Op het kasteel) Open lucht (1905) (omvattend: Zonder dak - Grootmoederken (ook apart uitgegeven in hetzelfde jaar) - Een nieuw hoedje - Het duivelstuig - Jeugd) Stille avonden (1905) (omvattend: Een lustige begraving - Horieneke - Zomerdagen op het vlakke land - Zonneblommen - Ingoyghem) Het uitzicht der dingen (1906) (omvattend: De kwade dagen - De veeprijskamp - De ommegang) Reinaert de Vos (1907) De vlaschaard (1907) Tieghem: het Vlaamse lustoord (1908)
    Najaar I (1909) (omvattend: Najaar - De blijde dag) ("Najaar" werd later opgenomen in Najaar II; vanaf dan werd Najaar I "De blijde dag") Najaar II (1909) (omvattend: De bomen - Jacht - De aanslag) (Na opname van "Najaar" werd Najaar II "Najaar") Reinaert de Vos voor de Vierschaar van Koning Nobel de leeuw. (1909) Reinaert de Vos (1910) (Verkorte versie van de uitgave uit 1907) Het kerstekind (1911) Over vrouwe Courtmans (tekst van een lezing) (1911) Het glorierijke licht (1912) Morgenstond (1912) De werkman (1913) (Later opgenomen in "Werkmenschen") De landsche woning in Vlaanderen (1913) (later bewerkt en opgenomen in "Land en leven in Vlaanderen") Een beroerde maandag (1913) (omvattend: Een beroerde maandag (later opgenomen in Dorpsgeheimen I) - De lawine (afkomstig uit Dorpsgeheimen I)) Dorpslucht (1914) (In 1948 in verkorte versie verschenen als "Beroering over het dorp") Mijn rijwiel (1915) (omvattend: Mijn rijwiel - Hoe men schrijver wordt) In oorlogstijd (1915-1916) (omvattend: Augustus 1914 - September 1914 - October 1914 - November 1914 - december 1914-I - december 1914- Slot) De aanslag (1917) (uit "Najaar II") Sint-Jan (1919) (afkomstig uit "Dagen") De bomen (1919) (uit "Najaar II") Genoveva van Brabant (Deel I: 1919, Deel II: 1920) Reinaert de Vos (1921) De blijde dag (1921) (uit "Najaar I") De schone en stichtende historie van Genoveva van Brabant (1921) (kortere versie van het werk uit 1919) Prutske (1922) Grootmoedertje (1922) (toneelversie van "Grootmoederken" uit "Open lucht") Vertelsels van het jaar nul (1922) (kinderverhalen) Land en leven in Vlaanderen (1923) (omvattend: Het uitzicht - De landsche dorpen - De landsche woningen - De landsche bevolking - Dertig jaar later) Herinneringen uit het verleden (1924) (omvattend: Onze streek - Damme - Veurne-Ambacht - Volkslectuur (= bewerkte en uitgebreide versie van "Over vrouwe Courtmans") - Schoonheid - De schoonste deugd - Kinderlectuur - Mijn schooltijd - Het lied van den weemoed - Mijn loopbaan op de planken - Voor den oorlog - Mijn fiets in oorlogstijd - Na den oorlog - Na vijf en twintig jaren) Op de Vlaamsche binnenwateren (1925) (omvattend: 't Haantje - Dinsdag - Woensdag - Donderdag - Vrijdag - Zaterdag - Zondag) Werkmensen (1926) (omvattend: De werkman (ook afzonderlijk verschenen in 1913) - Kerstmis in niemandsland - Het leven en den dood in den ast) De teleurgang van de waterhoek (1927)[noot 1] De Drie Koningen aan de kust (1927) Kerstwake (1928) Kerstvertelsel (1929) (later verschenen als "De vreemde verteller") Alma met de vlassen haren (1931) Dr. Lauwers schriften (1931) (tekst van een lezing) De rampzalige kaproen (Een middeleeuwse boerenroman) (1933) Proza (1934) (omvattend: "Lente" uit Lenteleven - "De veeprijskamp" uit Het uitzicht der dingen - "Het glorierijke licht") Prutske's vertelselboek (1935) Levensbloesem (1937) De vreemde verteller. Kerstverhaal (1938) (= Kerstvertelsel uit 1929)
    Stijn Streuvels' werken (1938) Deel I: Minnehandel - Langs de wegen - Het leven en de dood in de ast Deel II: De vlasschaard - Prutske - Kinderzieltje - Kerstwake Kerstvertellingen (1939) (omvattend: Grootmoederken - Kerstmis in Niemandsland - Kerstvertelsel - Drie Koningen aan de kust - Kerstwake) De terechtstelling van een onschuldige (1940) De maanden (1941) (In Nederland verschenen onder de titel "Een gang door het jaar") Heule (1942) Jantje Verdure (1943) (afkomstig uit "Dorpsgeheimen I") Het leven en de dood in den ast (1944) (afkomstig uit "Werkmenschen") Jeugd (1946) (Uit "Open lucht") Avelghem (1946) Beroering over het dorp (1948) (= "Dorpslucht" uit 1914) Ingooigem (Deel I, 1904-1914) (1951) Verzamelde Werken (1948) Deel I: Lente (uit Lenteleven) - Minnehandel - Werkmenschen Deel II: De vlasschaard - Prutske - Het duivelstuig (uit Openlucht) Volledige Werken Deel I (1950) (omvattend: Lenteleven, Zomerland, Zonnetij) Deel II (1950) (omvattend: (Doodendans, Dagen, Openlucht) Deel III (1951) (omvattend: Dorpsgeheimen I en II, Najaar) Deel IV (1951) (omvattend: Langs de wegen, Het uitzicht der dingen, Het glorierijke licht) Deel V (1952) (omvattend: Minnehandel, Stille avonden) Deel VI (1953) (omvattend: De vlasschaard, De maanden) Deel VII (1953) (omvattend: De blijde dag, Morgenstond, Prutske) Deel VIII (1952) (omvattend: Genoveva van Brabant I en II) Deel IX (1954) (omvattend: Herinneringen, Land en leven in Vlaanderen) Deel X (1954) (omvattend: Kerstvertellingen, Werkmenschen)
    Stijn Streuvels & Gustave van de Woestyne, Reinaert de vos, 1911, The Phoebus Foundation Deel XI (1955) (omvattend: Alma met de vlassen haren, Levensbloesem) Deel XII (1955) (omvattend: De teleurgang van de Waterhoek, Beroering over het dorp) Reinaert de Vos (1956) (= versie uit 1907) Ingooigem (Deel II, 1914-1940) (1957) Kroniek van de familie Gezelle (1960) Verhalen (1962) (omvattend: Een speeldag, uit Doodendans - Kinderzieltje, uit Dorpsgeheimen II - Lente, uit Lenteleven - In 't water, uit Zonnetij - Het einde, uit Lenteleven - Avondrust, uit Zonnetij) Stijn Streuvels (1962) (omvattend: Het uitzicht der dingen - Het glorierijke licht) Hugo Verriest (1964) (enkel de inleiding is geschreven door Streuvels) In levende lijve (1966) (Bloemlezing - met bewerking van sommige teksten - uit "Heule", "Avelghem"; "Ingooigem I en II", "Kroniek van de familie Gezelle", "Herinneringen uit het verleden") In den voorwinter (1970) (uit "Lenteleven") Het zinnespel van droom en dood (1971) (toneelversie van "Het leven en de dood in den ast") Volledig Werk Deel I (1971) (omvattend: Lenteleven, Zomerland, Zonnetij, Dodendans, Langs de wegen, Dagen, Minnehandel, Dorpsgeheimen I en II, Soldatenbloed) Deel II (1972) (omvattend: Openlucht, Stille avonden, Het uitzicht der dingen, De vlasschaard, Tieghem, De blijde dag, Najaar, Het glorierijke licht, Morgenstond, In oorlogstijd, Herinneringen) Deel III (1972) (omvattend: Prutske, Land en leven in Vlaanderen, Op de Vlaamse binnenwateren, Werkmensen, De teleurgang van de Waterhoek, Alma met de vlassen haren, Levensbloesem) Deel IV (1973) (omvattend: Kerstvertellingen, De maanden, Beroering over het dorp, Heule, Avelgem, Ingooigem I en II, Kroniek van de familie Gezelle)
    Onze streek (1972) (= deel van "Herinneringen uit het verleden" in handschrift facsimile) Tien van Streuvels (1973) (omvattend: De bomen, Jantje Verdure, Het woud, Groeikracht, Meimorgen uit "Zomerland" - In 't water, Avondrust uit "Zonnetij" - Kinderzieltje uit "Dorpsgeheimen II" - Zonnebloemen uit "Stille avonden" - Martje Maertens en de misdadige grafmaker uit "Dorpsgeheimen" II 1e druk") Het einde. Zomerzondag (1978) (tekstuitgave en werkschrift, door J. van Meensel) In oorlogstijd (1979) (met nieuwe teksten aangevulde herdruk van het werk uit 1915-16) Uit lust met de penne (1982) De aanslag (1986) (omvattend: De aanslag - De werkman - Het leven en de dood in de ast) Nulla dies sine linea (uit het dagboek van Stijn Streuvels (1989) Drie werken van Streuvels werden verfilmd: De teleurgang van de waterhoek onder de titel Mira '1971), verfilmd door Fons Rademakers met in de hoofdrollen Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir. De brugtaferelen werden opgenomen aan de oude draaibrug op de Durme te Hamme, sindsdien gekend als de Mirabrug.) De vlaschaard onder de titel Wenn die Sonne wieder scheint (1942-1943), Nogmaals De Vlaschaard, (1983) De blijde dag.
    Stijn Streuvels hechtte veel belang aan de vormgeving van zijn boeken: typografie, papierkeuze en ook de illustraties. Zo zijn Streuvels' Reinaertbewerkingen geïllustreerd met een reeks tekeningen van de befaamde Vlaamse beeldend kunstenaar Gustave Van de Woestyne. Deze tekeningen zijn voor de eerste maal gebruikt in de Duimpjes-Reinaert (1909) in de reeks Duimpjesuitgaven van Victor De Lille. Als men de herdruk van 1926 en de uitgave van 1933 buiten beschouwing laat is de reeks nog in zes edities gebruikt. Een volledige bespreking van deze reeks prenten is te vinden in: De vos en het Lijsternest Jaarboek II van het Stijn Streuvelsgenootschap (Tielt 1996). Streuvels werkte zeventien jaar samen met de Brugse kunstenaar Jules Fonteyne, die tussen 1910 en 1927 voor hem een tiental boeken van illustraties en soms ook van vignetten voorzag. Daaronder: Het Kerstekind, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant, Vertelsels van 't jaar nul en De drie koningen aan de kust. Beiden voerden hierover een levendige briefwisseling. Fonteyne tekende ook twee portretten van Streuvels, waarvan een afgedrukt werd in de jubileumuitgave van Lentelevenuit 1924.
    André DE RIDDER, Stijn Streuvels. Zijn leven en zijn werk, 1907 Filip DE PILLECYN, Stijn Streuvels en zijn werk, 1932 André DEMEDTS, Stijn Streuvels, in: Streuvelsnummer van Dietsche Warande en Belfort, 1946 André DEMEDTS, Stijn Streuvels, 1955 Raf VAN DER LINDE, Het oeuvre van Streuvels, sociaal document, Leuven, 1958 Antoon COOLEN, Stijn Streuvels, 1961 Jean WEIGERBER, Stijn Streuvels, een sociologische balans, 1970 Albert WESTERLINCK, M. JANSSENS, J. WEISGERBER, e. a., Een eeuw Streuvels, 1971 Luc SCHEPENS, Kroniek van Stijn Streuvels, 1871-1969, 1971 André DEMEDTS, Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk, 1971 Johan ROELSTRAETE, De voorouders van Stijn Streuvels, Familia et Patria, Handzame, 1971. Fernand BONNEURE, Stijn Streuvels, in: Brugge Beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Brussel, Elsevier, 1984.
    Raf SEYS, Stijn Streuvels, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers', Torhout, Deel 2, 1985. K. SMITS, Een nieuwe kijk op de jonge Streuvels: de briefwisseling met Emmanuel De Bom en het werk uit de eerste jaren, Kapellen, 1993. Toon BREËS, Frank Lateur, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 1997 Ludo SIMONS, Het derde leven van Stijn Streuvels, in: Verhalen voor Vlaanderen, 1997 Tom SINTOBIN, Wie schaft er op de woorden?' Over de beschrijving en het beschrijvende bij Stijn Streuvels , 2002 Kathryn SMITS Een aardig bundeltje brieven. Stijn Streuvels en Emmanuel De Bom. De briefwisseling van de jaren 1900-1914, Pelckmans, Kapellen, 2005 Annelies ANSEEUW, Kunstwerken uit het schrijvershuis 'Het Lijsternest beschreven. Een stand van zaken, in: In de Steigers, 2010, blz. 31-39 Romain John VAN DE MAELE, Stijn Streuvels als vertaler van Vikingverhalen, in: Biekorf, 2016. Laura SCHEVERNELS, Stijn Streuvels en de fono-commercie van Antoon van der Plaetse, in: Zuurvrij nr. 31, 2016. Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap. Van 1995 tot 2015 zijn twintig afleveringen verschenen van het Jaarboek, gepubliceerd door het Stijn Streuvelsgenootschap, met talrijke artikelen gewijd aan de schrijver en zijn werk, als volgt: Deel I, Een tweede eeuw?, 1995 Deel II, De Vos en het Lijsternest, 1996 Deel III, Zoals ik u schreef, 1997 Deel IV, De huid van Mira, 1998 Deel V, Vrienden en wapenbroeders, 2000 Deel VI, Streuvels en zijn biografen, 2002 Deel VII, Ik was een versnoekte kwâjongen in mijn tijd, 2002 Deel VIII, Kerstwake, 2003 Deel IX, Levensbloesem, 2004 Deel X, Over Prutske van Stijn Streuvels, 2005 Deel XI, Jantje Verdure, 2006 Deel XII, Wie heet er u te slijten?. Over De Vlaschaard van Stijn Streuvels, 2007 Deel XIII, Een wijf is een wijf. Over mannen en vrouwen bij Stijn Streuvels, 2008 Deel XIV, Voor altijd onder de ogen: Streuvels en de beeldende kunsten, 2009 Deel XV, Stijn Streuvels en de Europese literatuur, 2010 Deel XVI, Stijn Streuvels en 'Heule', 2011 Deel XVII, Stijn Streuvels en 'Avelghem', 2012 Deel XVIII, Stijn Streuvels en 'Ingoyghem', 2013 Deel XIX, Stijn Streuvels als vertaler, 2014 Deel XX, Gedurig op den uitkijk. Stijn Streuvels en de Groote Oorlog, 2015 Deel XXI, Toon BREËS, Stijn Streuvels: een kritische en biografische synthese, 2016. Deel XXII, Jan Vindeveughel, peerdeknecht, 2017. Deel XXIII, Nu danst de zomer, 2018. De redactie van de verschillende delen was in handen van: Piet Thomas (delen 1 tot 6) Voor deel 2 ook Rik Van Daele Marcel De Smedt (delen 7 tot 12, 16 tot 23) Marcel De Smedt, Tom Sintobin, Johan De Smet, Hans Vandevoorde, Stijn van Clooster (delen 13 tot 15)
    André de Ridder, Filip De Pillecyn en André Demedts waren de eerste en belangrijkste Streuvelsbiografen, bij leven van Streuvels, tussen 1900 en 1970.
    Na zijn dood verschenen talrijke bijdragen, zowel afzonderlijke (Albert Westerlinck, Luc Schepens, André Demedts, Ludo Simons enz.) als in de jaarboeken van het Stijn Streuvelsgenootschap, die de weg effenden naar een grondiger kennis van de auteur en zijn werk. Een allesomvattende biografie laat op zich wachten. Wel werd over Streuvels ook geschreven door Hedwig Speliers, die in 1964 een door Streuvels gewaardeerd essay 'Een broertje dood aan Streuvels?' publiceerde in Wij, galspuwers (1964). Hij ging echter vervolgens de pamflettoer op met: Omtrent Streuvels. Het einde van een myte. Een anti-essay (1968). in samenwerking met Georges Adé en Georges Wildemeersch (Universiteit Antwerpen), Afscheid van Streuvels (1971). Die verrekte gelijkhebber (1974). Album Stijn Streuvels, (1984), een fotobiografie. Dag Streuvels: Ik ken den weg alleen (1995). Als een oude Germaanse eik (1999). Met politiek bemoei ik mij niet (2003). Deze werken gaven aanleiding tot felle discussies. Door historici werd aan Speliers verweten geen biografieën maar pamfletten te schrijven, waarin hij, zonder aandacht voor chronologie of voor grondige en kritische informatie, een thesis uitwerkte, waaruit moest blijken dat bij Streuvels een germanofilie aanwezig was die evolueerde tot een fascistische en nazistische aanhankelijkheid. Op de talrijke kritieken die op deze onterechte thesis volgden en de vele vergissingen hierin die werden onderstreept, gaf de auteur geen antwoord.





    15-08-2018 om 09:27 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 woodstock

     

    15-08-2018 om 09:26 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 woodstock

    15 aug 1969 Woodstock (voluit Woodstock Music & Art Fair) was een muziekfestival dat van 15 tot en met 18 augustus 1969 gehouden werd in de Amerikaanse plaats Bethel, op een weiland (240 ha) van de melkveehouder Max Yasgur. Het Woodstockfestival was een hoogtepunt van de tegencultuur van de jaren zestig en van het hippietijdperk. Het festival werd Woodstock genoemd naar de gelijknamige plaats op een kleine 70 km afstand die bekend stond als centrum van de toenmalige hippiecultuur. Het festival had als motto "3 Days of Peace & Music" (Nederlandse vertaling: 'drie dagen van vrede en muziek'). Het geldt als een van de belangrijkste en bekendste evenementen in de geschiedenis van de Amerikaanse hippiecultuur en popmuziek. Rolling Stone noemde het evenement in zijn '50 Moments That Changed the History of Rock and Roll'. Hoewel aanvankelijk 200.000 mensen werden verwacht, [1] lag het uiteindelijke bezoekersaantal ruim boven de 400.000, van wie de meesten geen entreegeld hadden betaald.[2] Hierdoor was het festival eerst niet winstgevend voor de organisatoren, maar dankzij de platenverkoop en inkomsten van de film werd het dat uiteindelijk toch nog. Ondanks het gebruik van alcohol en drugs was er weinig misdaad en geweld op het festival. Er waren echter te weinig voorzieningen getroffen voor het onverwacht grote aantal bezoekers, waardoor de autoriteiten uiteindelijk besloten de noodtoestand over het festivalterrein uit te roepen.[3] Er vielen drie doden: één gerelateerd aan insuline, één doordat een man in slaap was gevallen en door een tractor werd overreden en een andere festivalganger stierf aan een gesprongen blindedarm. Daarnaast werden er op het festival twee baby's geboren en hadden vier vrouwen een miskraam. In 2017 werd de grond tot historisch erfgoed verklaard. Het werd opgenomen in het National register of Historic Places. [4] Artiesten
    Artiesten die optraden of op Woodstock waren, alfabetisch gerangschikt:  Joan Baez (m.m.v. Jeffrey Shurtleff)  The Band  Blood, Sweat & Tears  Paul Butterfield Blues Band  Canned Heat  Joe Cocker & The Grease Band  Country Joe and the Fish  Creedence Clearwater Revival  Crosby, Stills, Nash & Young  Grateful Dead  Arlo Guthrie  Tim Hardin  Keef Hartley Band  Richie Havens  Jimi Hendrix  The Incredible String Band  Jefferson Airplane  Janis Joplin  Melanie  Mountain  Quill  Santana  John Sebastian  Sha-Na-Na  Ravi Shankar  Sly & the Family Stone
     Bert Sommer  Swami Satchidananda  Sweetwater  Ten Years After  The Who  Johnny Winter (m.m.v. Edgar Winter)











    15-08-2018 om 09:23 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 14 aug 1988 enzo ferrari

     

    14-08-2018 om 09:21 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 14 aug 1988 enzo ferrari

    14 aug 1988 Enzo Anselmo Ferrari (Modena, 18 februari 1898 – aldaar, 14 augustus 1988) was een Italiaans autobouwer en -coureu In 1923 trad Enzo in het huwelijk met Laura Domenica Garello, 10 september 1900 - 27 februari 1978. Uit dit huwelijk wordt op 19 januari 1932 in Modena, zoon Alfredo (Dino) geboren. Hij overlijdt als gevolg van de ziekte van Duchenne op 30 juni 1956 in Milaan. Tijdens zijn huwelijk heeft hij een relatie met Lina Lardi, hieruit wordt zoon Piero op 22 mei 1945 geboren. Deze is nu vicepresident van Ferrari en heeft nu nog een belang van 10% in de fabriek. Enzo richt later Ferrari op.
    Enzo Ferrari begon op 21-jarige leeftijd te racen bij het kleine CMN. Lang bleef hij er niet en in 1920 ging hij bij het raceteam van Alfa Romeo als coureur aan de slag. Na een overwinning op het Saviocircuit in 1923 stelden de ouders van graaf Francesco Baracca hem voor om de afbeelding van een paard op zijn wagen te zetten. Hun zoon vloog in de Eerste Wereldoorlog namelijk met een zwart paard op zijn vliegtuig. Enzo vond het een goed idee, maar het duurde nog tot 1932 voor het logo op een wagen zou verschijnen. De "cavallino rampante", oftewel het steigerende paard, is sindsdien het kenmerk van Ferrari. De gele achtergrond is afkomstig van het wapen van Modena. Voor zijn prestaties ontving Enzo Ferrari in 1927 van Benito Mussolini de titel "Commendatore". Enzo Ferrari was een persoonlijke vriend van Prins Bernhard. Na zijn vele successen als coureur in vooral lokale races richtte Enzo in 1929 in Modena de Scuderia Ferrari (renstal Ferrari) op, een team dat als satelliet renstal van Alfa Romeo fungeerde. Hijzelf besloot met racen als coureur te stoppen in 1932 nadat in januari van dat jaar zijn zoon Alfredo ("Dino") geboren was. Het team kende vele successen met auto's als de Alfa Romeo P3, ontworpen door Vittorio Jano. Met Tazio Nuvolari werden grote successen geboekt. In 1937 werd Scuderia Ferrari opgeheven en Enzo Ferrari werd als raceteamleider bij Alfa Corse in dienst genomen. In 1939 verliet hij Alfa Romeo alweer, na meningsverschillen met Alfa-directeur Ugo Gobbato. Hij begon met het ontwikkelen van zijn eigen wagens onder de naam Auto-Avio Costruzioni omdat hij vanwege juridische redenen vier jaar moest wachten voor hij de naam Ferrari weer mocht gebruiken op wagens. Na de Tweede Wereldoorlog rolde in 1947 de eerste auto onder de merknaam Ferrari uit de (inmiddels naar Maranello verhuisde) fabriek. Sommer won dat jaar met de 12-cilinder Ferrari de eerste naoorlogse Grote Prijs van Turijn. Enzo opende meteen de strijd met de Alfa Romeo's bij het ontstaan van de Formule 1 in 1950, maar het zou nog tot de Britse Grote Prijs in 1951 duren voor de Ferrari's de dominerende Alfa Romeo Alfetta 159 wisten te verslaan. Het verhaal doet de ronde dat Enzo gehuild heeft als een kind op de dag dat hij erin slaagde de Alfa’s eindelijk te verslaan. Toen Alfa Romeo in 1952 stopte met het Grand Prix racing nam het team van Enzo Ferrari de fakkel over en het team met zijn naam zou uitgroeien tot het meest succesvolle team in de geschiedenis van de Formule 1. Met het merk behaalden acht coureurs veertien wereldtitels, achtmaal was de Scuderia Ferrari het sterkst bij de constructeurs. Na de tragische dood van Enzo's zoon Alfredino "Dino" Ferrari. In 1956 besloot Enzo als postuum eerbetoon alle vanaf toen door Ferrari gebouwde V6-motoren de naam Dino mee te geven. Enzo bleef de algemene directeur van Ferrari tot 1971, maar zijn invloed binnen Ferrari is uiteraard nooit verdwenen. Ook bleef Enzo betrokken bij het aannemen van nieuwe coureurs zoals Niki Lauda en Gilles Villeneuve. De Ferrari F40 werd de laatste productiewagen gebouwd onder zijn toezicht. In 2002 werd als eerbetoon het nieuwe topmodel van Ferrari naar hem genoemd, de Ferrari Enzo. De passie van Enzo Ferrari heeft altijd bij het racen gelegen en het bouwen van wagens voor de openbare weg was zeker in het begin eerder een noodzaak om het raceteam te financieren





    14-08-2018 om 09:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 14 aug 1980 polen

     

    14-08-2018 om 09:18 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 14 aug 1980 polen

    14 aug 1980 De Volksrepubliek Polen (Pools: Polska Rzeczpospolita Ludowa, PRL) was een communistische staat in Midden-Europa. De Volksrepubliek Polen bestond juridisch van 1952 (toen de Volksrepubliek in haar grondwet onder andere de naam volksrepubliekkreeg) tot 1989 (toen in Polen vrije verkiezingen waren gehouden). De facto bestond de Volksrepubliek Polen echter al vanaf de eerste communistische Poolse regering van Lublin (Polski Komitet Wyzwolenia Narodowego), ingesteld eind augustus 1944 in de bevrijde Poolse stad Lublin (waar het regime tot januari 1945 zetelde) tot 1989. Van 1944 tot 1952 was de officiële naam nog Republiek Polen (Polska Rzeczpospolita). In 1944/1945 verdreef het Rode Leger en het Poolse Volksleger het Duitse leger uit Polen. Polen werd als staat hersteld. De vroegere Poolse staat, de Tweede Poolse Republiek, was door de SovjetUnie en Nazi-Duitsland verdeeld, waarbij de Duitsers een deel hadden geannexeerd en het andere deel, het Gouvernement-Generaal, bezet hielden. Na de bevrijding zou het hele land geografisch 250 km naar het westen worden verplaatst en kreeg het door de Sovjet-Unie een Communistisch regime opgelegd: Polen moest zijn, (veelal door Oekraïners en Wit-Russen bewoonde), oostelijk territorium van de vroegere Tweede Poolse Republiek afstaan aan de Sovjet-Unie en kreeg ter compensatie in het westen de Duitse gebieden Pommeren, Silezië en het zuiden van Oost-Pruisen in bezit, alsmede Danzig. De nieuwe grenzen werden de Oder-Neisse-linie in het westen en de Curzonlinie in het oosten. Net als in noordelijk Oost-Pruisen dat door de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliekgeannexeerd werd en tevens etnisch van Duitsers werd gezuiverd, deporteerden ook de Poolse communistische autoriteiten de Duitsers uit de nieuwe westelijke gebieden van Polen, waarbij zeer vele Duitse burgers om het leven kwamen in dwangarbeids-, internerings- en doorgangskampen. Deze etnische zuiveringen staan onder historici bekend als de Verdrijving, en gelijkaardige zuiveringen kwamen voor in Tsjecho-Slowakije (Sudeten-Duitsers) en socialistisch Joegoslavië (Donau-Zwaben). Een groot deel van de Poolse bevolking beschouwde het opgelegde communistische bewind in Warschau als niet-legitiem, hoewel velen van hen wel passief meewerkten. De vooroorlogse Poolse regering die in 1939 in ballingschap was gegaan na de bezetting van Polen door Duitsland en de Sovjet-Unie, keerde niet terug naar Polen, evenmin als een groot deel van de Poolse soldaten die in West-Europa hadden gevochten. De top van de antinazistische, katholiek-nationale verzetsbeweging in de oorlog, de Armia Krajowa (AK), werd zelfs in de Sovjet-Unie gevangengezet, waar enkelen van hen om het leven kwamen. De Poolse arbeiders zijn meerdere keren in opstand gekomen: in 1956 in Poznan, waarbij 57-78 doden vielen in 1970 in de Poolse kuststeden, waarbij 40 doden vielen in 1980 in Gdańsk De opstand van 1980 was het begin van het einde van de Volksrepubliek Polen. De staking van 1980 werd georganiseerd door Solidarność. Het communistische regime heeft deze beweging niet kunnen uitschakelen en bij de eerste vrije verkiezingen van na de Tweede Wereldoorlog (zie: Poolse verkiezingen 1989) kreeg Solidarność 161 van de 162 vrij verkiesbare zetels in de Sejm. Bij de senaatsverkiezingen van hetzelfde jaar kreeg Solidarność 99 van de 100 zetels. De Volksrepubliek Polen stond onder het bewind van de Poolse Verenigde Arbeiderspartij, de PZPR. De Sovjet-Unie had echter een grote invloed op de Volksrepubliek. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is Konstantin Rokossovski, een Sovjet-generaal die tussen 1947 en 1956 minister van Defensie in Polen was. Vanaf de oprichting in 1955 tot de opheffing in 1991 was Polen lid van het Warschaupact, waardoor de Poolse strijdkrachten de-facto onder het opperbevel van de Sovjet-Unie stonden.
    Volgens de communistische grondwet was het (eenkamer-) parlement, de Sejm, de hoogste autoriteit. In de Sejm waren drie partijen vertegenwoordigd, te weten:
    1. De communistische Poolse Verenigde Arbeiderspartij (PZPR), die altijd een meerderheid aan zetels in de Sejm had; 2. De Verenigde Boerenpartij, een partij die zich vooral richtte op de kleine (zelfstandige) boeren en samenwerkte met de PZPR; 3. De Democratische Partij, een liberale partij die eveneens met de PZPR samenwerkte en zich vooral richtte op de (stedelijke) middenklasse. Naast deze 3 partijen hadden ook partijlozen zitting in de Sejm. De meesten van hen behoorden tot de twee katholiekeverenigingen/groeperingen, de Pax-Groep en de Znak-Groep. De Pax-Groep werkte zeer nauw samen met de communisten, en bestond uit zeer linkse en progressieve katholieken, maar werd niet gesteund door het katholiek episcopaat. De links-katholieke Znak-Groep bestond sinds 1976 uit twee subgroepen: een regeringsgetrouwe en de oppositionele democratische. De laatste subgroep verkreeg uiteindelijk de steun van het episcopaat. In 1981 leverde de regeringsgetrouwe subgroep binnen de Znak-Groep de vicepremier. Begin 1981 kondigde generaal en communistisch prominent Wojciech Jaruzelski de staat van beleg en de noodtoestand af, om de interne oppositie te kunnen controleren. De Sejm koos uit haar midden een Staatsraad. De voorzitter van de Staatsraad was de staatspresident van Polen. De voorzitter van de Staatsraad en de premier waren automatisch lid van het Politbureau van de Poolse Verenigde Arbeiderspartij. De Poolse Verenigde Arbeiderspartij (PZPR) was de werkelijke machtsinstantie in het vroegere communistische Polen. Binnen de PZPR deelde het Politbureau de lakens uit. De secretarisgeneraal van de PZPR was de machtigste persoon binnen de partij en in het land.





    14-08-2018 om 09:16 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 14 aug 1941 david crosby

     

    14-08-2018 om 09:14 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 14 aug 1941 david crosby

    14 aug 1941 David Van Cortlandt Crosby (Los Angeles, 14 augustus 1941) is een Amerikaans gitarist en singersongwriter. Hij maakte van 1965 tot 1968 deel uit van de folkrockgroep The Byrds en vormde daarna met Stephen Stills (van Buffalo Springfield) en Graham Nash (van The Hollies) de supergroep Crosby, Stills & Nash. Neil Young (ook van Buffalo Springfield) sloot zich bij hen aan toen ze op het Woodstockfestival optraden. David Crosby is de zoon van cameraman Floyd Delafield Crosby en Aliph Van Cortland Whitehead, die in 1940 met elkaar trouwden. Hun huwelijk hield twintig jaar lang stand, waarna Crosby's vader met de in Californië geboren scriptgirl Betty Cormack trouwde.[3] [4] Sindsdien werden hij en zijn vier jaar oudere broer, Ethan Crosby, opgevoed door hun biologische moeder.[3] Door het succes van zijn vader, wiens camerawerk voor de dramafilm Tabu: A Story of the South Seas in 1931 bekroond werd met een Academy Award,[5] werd de jonge Crosby opgescheept met een grote prestatiedruk en hij voelde zich ondergewaardeerd. Crosby was een driftige kwajongen die nauwelijks geïnteresseerd was in school en zich geregeld schuldig maakte aan inbraak.[6] Toen hij in Santa Barbara (Californië) naar high school ging, werkte Crosby in een koffiehuis. Naast de afwas en het afnemen van tafels mocht hij soms, tot ongenoegen van zijn vader,[6] mee zingen bij de optredens aldaar.[7] Als tiener vormde hij in 1958 met zijn broer een folkduo onder de naam Ethan & David.[4] [8] Het tweetal trad op in koffiehuizen; in 1960 speelden ze een keer met Cass Elliot (later van The Mamas and the Papas).[9] In een poging zijn vader een plezier te doen, schreef Crosby zich in 1960 in op de theaterschool Pasadena Playhouse. Al gauw stopte hij met zijn opleiding en ging hij naar Los Angeles, waar hij bluesgitaar speelde in een nachtclub genaamd The Unicorn.[6] In het begin van de jaren zestig reisde Crosby (in zijn Jaguar uit 1943)[9] naar New York, waar hij onder meer in Gerde's Folk City (een baantje dat hij via folkzanger Bob Gibson kreeg)[10] en Café Wha? optrad.[11] In 1961, kort nadat Crosby was verhuisd, ontfermde Fred Neil zich over hem.
    He showed me where to eat, where not to go, how to roll a proper joint, where to get guitar strings... He taught me a sizable chunk of what music was about, and even more about the whys and wherefores of being a musician. He was a hero to me.
    Na in 1962 kortstondig met Terry Collier te hebben opgetreden, vormde hij een folkgroep met Ethan Crosby, Bob Ingram en Mike Clough. Daarna trad hij op met Clem Floyd. Na enkele concerten voegde Lydia Wood zich bij dit tweetal. Een professionele carrière in de muziek begon voor Crosby in 1963, toen hij op verzoek van Les Baxter de Balladeers oprichtte met Ethan (indertijd Chip genoemd), Ingram en Clough.[13] Dit kwartet nam een aantal liedjes op, waarvan vijf op de compilatie Jack Linkletter Presents a Folk Festival werden uitgebracht.[8] Hij keerde in 1963 terug naar Los Angeles.[6] Hij werd ontdekt door beginnend muziekproducent Jim Dickson, die in het najaar van 1963 een paar liedjes met hem opnam.[14]
    Crosby (rechts) in 1965 tijdens een opnamesessie van The Byrds, met links producent Terry Melcher en Gene Clark. Zie The Byrds voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Crosby bezocht een optreden van Jim McGuinn in het folkcafé de Troubadour te Los Angeles en de twee raakten bevriend. Met Gene Clark vormden ze in 1963 de band The Jet Set. Ze namen een aantal demo's op met Dickson,[15] die voor hen een platencontract regelde met Elektra Records. Platenbaas Jac Holzman was ontevreden over de naam Jet Set en doopte de groep om tot The Beefeaters. Op 7 oktober 1964 werd hun liedje "Please Let Me Love You" als eerste single uitgebracht. [15] [16] Aanvankelijk speelde Crosby basgitaar in deze groep,[17] maar hij schakelde over op de gitaar toen Chris Hillman zich in het voorjaar van 1964 samen met drummer Michael Clarke bij hen aansloot.[
    Ze wijzigden hun naam in augustus 1964 naar The Byrds en oefenden onder Dicksons leiding enkele maanden in de World-Pacific Studios.[17] Hun tweede single, het in mei 1965 door Columbia Records uitgegeven "Mr. Tambourine Man", werd zowel in de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk een nummer één-hit. Afgezien van McGuinn hadden de overige bandleden nog nauwelijks ervaring met elektrische instrumenten en zij werden daarom bij de opnamen van "Mr. Tambourine Man" vervangen door sessiemuzikanten, onder wie drummer Hal Blaine en bassist Larry Knechtel.[18] The Byrds waren bekend vanwege het gitaarspel van McGuinn (op zijn 12-snarige gitaar) en de harmonieuze zangpartijen. Het meeste werk van The Byrds bestond uit coversen door Clark geschreven liedjes. McGuinn had de leiding in de groep, maar in de loop der tijd — vooral na Clarks vertrek in het voorjaar van 1966[19] — vervulde Crosby een steeds prominentere rol.[20] Er was veel spanning tussen Crosby en McGuinn:[21]
    There was always a rub between me and David. He had to be on top, and this rivalry often turned ugly in the studio. [...] The tension hurt the Byrds terribly. We'd be searching for material and fights would break out. They got physical, and David was often at the center of them.
    De spanningen verergerden op het Monterey Pop Festival. The Byrds speelden op 17 juni 1967 op dat festival en Crosby maakte van de gelegenheid gebruik om zijn opvattingen over de geloofwaardigheid van het eindrapport van de Commissie-Warren en over de voordelen van lsd te uiten. De volgende dag trad Crosby met Buffalo Springfield op. Neil Young had deze band tijdelijk verlaten en Stephen Stills vroeg daarom Crosby om hem te vervangen. Deze gebeurtenissen leidden tot veel ergernis bij McGuinn.[22] Tijdens de opnamen van het album The Notorious Byrd Brothers, in oktober 1967, werd het door Crosby geschreven liedje "Triad" door de andere bandleden afgewezen. Ze namen het wel op, maar wilden niet dat het op het album zou komen. Crosby was hier zeer ontstemd over en liep tijdens de opnamen van "Goin' Back" zonder iets te zeggen de studio uit. Later werd hij door McGuinn en Hillman uit de band gezet.[23] [24] In 1973 kwamen The Byrds nog één maal bij elkaar in de originele vijfkoppige bezetting om het album "Byrds" op te nemen. Dit reüniealbum werd door Crosby geproduceerd en draagt duidelijk het muzikale stempel van David Crosby.
    Na zijn periode bij The Byrds vertrok de ontgoochelde Crosby naar Florida om een zeilboot (een schoenergenaamd 'The Mayan')[25] te kopen. Hij woonde erop en was van plan om een wereldreis te maken.[26] In november 1967 bezocht hij een optreden van Joni Mitchell in 'The Gaslight South', in Miami.[27] [28] De twee trokken nadien veel met elkaar op en hadden ook even een relatie. Crosby besloot toch niet de wereld rond te reizen, maar verhuisde met Mitchell naar Los Angeles. Mitchell sloot een platencontract met Reprise Records en mocht een album opnemen, maar alleen als iemand die bekend was met het folkrockgenre de productie voor zijn rekening zou nemen. Crosby 'produceerde' haar debuutalbum, Song to a Seagull, dat in 1968 in de Sunset Sound-studio's werd opgenomen. Tegelijkertijd werkte Buffalo Springfield daar aan hun derde en laatste album: Last time around. Stills speelde op Mitchells album gitaar en basgitaar.[27] Crosby en Stills richtten in 1968 Crosby, Stills & Nash (CSN) op met de Britse muzikant Graham Nash (van The Hollies). Het is onduidelijk waar deze groep gevormd werd: volgens Crosby en Nash speelden ze voor het eerst samen in de woonkamer van Mitchell, maar volgens Stills gebeurde dit tijdens een feestje in het huis van Mama Cass. In de zomer van 1968 namen ze in de Wally Heider Studios te San Francisco hun gelijknamige debuutalbum op, dat op 29 mei 1969 door Atlantic Records werd uitgegeven. Crosby schreef drie van de liedjes: "Guinnevere", "Wooden ships" en "Long time gone". Het drumspel werd verzorgd door Dallas Taylor, die indertijd met Crosby en Stills in een huis van Peter Tork (van The Monkees) woonde.[29] CSN bereikte met Crosby, Stills & Nash de zesde plaats in de Amerikaanse hitlijst en won een Grammy Award als beste nieuwkomer. Tijdens de opnamen van hun tweede album, getiteld Déjà Vu, sloot Young zich bij hen aan. In augustus 1969 speelden Crosby, Stills, Nash & Young (CSNY) op het Woodstock-festival.[2] Een vriendin van
    Crosby, Christine Hinton, verongelukte op 30 september 1969 in de buurt van hun woning in Novato toen ze in zijn Volkswagen-busje naar de dierenarts reed.[30] Door deze gebeurtenis raakte Crosby depressief.[25]
    Ook is hij onder andere te horen op Harvest, het succesvolste soloalbum van Neil Young uit 1972. In de vaak complexe, herkenbare harmonieën van zijn gezelschappen neemt hij doorgaans de bovenstem voor zijn rekening. Zijn stem is rauw en schel en vaak zet hij zijn kopstem op. In 1985 zat hij negen maanden opgesloten in Texas wegens drugsbezit,[31] maar in hoger beroep werd hij vrijgelaten. Een aantal jaren later moest hij, mogelijkerwijs mede door zijn drankgebruik, een levertransplantatie ondergaan.[31] Op 6 maart 1987 werd hij in New York opgepakt wegens wapenen drugsbezit. Hij had bagage achtergelaten in een hotel. Nadat een hotelmedewerker bij een poging de eigenaar te achterhalen een 45-kaliber wapen, een mes en marihuana vond, werd hij opgepakt. Om Melissa Etheridge en haar lesbische partner aan een kind te helpen heeft David Crosby sperma afgestaan.[31] Hij heeft nog een zoon, James Raymond, die gelijk bij de geboorte ter adoptie afgestaan werd, maar met wie hij herenigd is. Samen met hem en Jeff Pevar vormde hij een band, Crosby, Pevar en Raymond. Ook treedt hij nog steeds met Stephen Stills en Graham Nash op, maar meestal alleen met Nash. Crosby (en Nash) zijn te zien op de dvd Remember That Night van David Gilmour. Naast meezingen met onder andere Shine On You Crazy Diamond brengen ze, samen met Gilmour, ook hun eigen nummer Find the cost of freedom ten gehore. Om het privé-eigendom in stand te houden, zullen de rijken zelfs niet aarzelen om de neutronenbom in te zetten.





    14-08-2018 om 09:13 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1949 jef rademakers

     

    13-08-2018 om 09:29 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1949 jef rademakers

    13 aug 1949 Josephus Anthonius Johannes Louis Gerardus (Jef) Rademakers (Roosendaal, 13 augustus 1949) is een Nederlandse tv-regisseur, producent, tekstschrijver en bedenker van een aantal formats. Hij groeide op in het rooms-katholieke gezin van Toon Rademakers en Jo Nollen, die een winkel uitbaatten. Na zijn studies aan de Universiteit van Amsterdam werd hij daar wetenschappelijk medewerker en schreef hij televisiekritieken voor de Haagse Post.
    Vanaf 1975 maakte hij zijn eerste radioprogramma's, waarna de televisie volgde. In 1978 bracht hij zijn eerste televisieprogramma, de Geloof, hoop en liefde show, gepresenteerd door Wim Neijman. Met zijn eigen productiehuis Dutch Dream Productions produceerde hij later Klasgenoten, gepresenteerd door Koos Postema en de voor die tijd (1987) spraakmakende PinUp Club. In de jaren '90 trok hij zich terug uit de televisiewereld en vestigde zich in het Belgische Brasschaat
    Jef Rademakers is ook een verzamelaar van schilderijen van Nederlandse en Belgische romantische schilders uit de periode van 1806tot 1870, die ondergebracht zijn in de Rademakers Collectie. In het najaar 2010 opende in het Hermitage een tentoonstelling van de collectie. De tentoonstelling was daarna ook te bezichtigen in het Gemeentemuseum Den Haag [1] , Museum M te Leuven en in het Haus Koekkoek te Kleef.





    13-08-2018 om 09:26 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug alfred krupp

     

    13-08-2018 om 09:23 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug alfred krupp

    13 aug 1907 Alfried Felix Alwyn Krupp von Bohlen und Halbach (13 augustus 1907 - 30 juli 1967), vaak aangeduid als Alfried Krupp ,[1] was een industrieel, een concurrent in Olympische jachtraces en een lid van de familie Krupp , dat prominent aanwezig was in de Duitse industrie sinds het begin van de 19e eeuw. Hij werd na de Tweede Wereldoorlog veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid vanwege de manier waarop hij zijn fabrieken bestuurde; diende drie jaar in de gevangenis en kreeg gratie. Het familiebedrijf, formeel bekend als Friedrich Krupp AG Hoesch-Krupp , was een belangrijke leverancier van wapens en materieel voor het naziregime en de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog . In 1943 werd Krupp de enige eigenaar van het bedrijf, naar aanleiding van de Lex Krupp ("Krupp Law"), afgekondigd door Adolf Hitler . De inzet van slavenarbeid doorKrupp in oorlogstijd resulteerde in de ' Krupp-rechtszaak ' van 1947-1948, waarna hij drie jaar in de gevangenis diende. Op bevel van Alfried Krupp, na zijn overlijden in 1967, ging de zeggenschap over het bedrijf van Krupp over op de filantropische organisatie Alfried Krupp von Bohlen und Halbach . Krupp's moeder, Bertha Krupp , erfde het bedrijf in 1902 op 16-jarige leeftijd toen haar vader, Friedrich Krupp , zelfmoord pleegde nadat hij was uitgebannen. [2] In oktober 1906 trouwde Bertha met de vader van Alfried, Gustav von Bohlen und Halbach , een Duitse diplomaat en lid van de adel in een lutherse ceremonie, die vervolgens de Krupp-naam aan hem toevoegde met toestemming van keizer Wilhelm II . [3] Alfried werd bijna een jaar later geboren. Alfried Krupp volgde het gymnasium, waarna hij in de werkplaats van het Krupp-bedrijf trainde en metallurgie studeerde aan technische universiteiten in München , Berlijn en Aken . Het bedrijf profiteerde aanzienlijk van de Duitse re-bewapening van de jaren 1920 en 1930. Gustav Krupp von Bohlen und Halbach, ondanks zijn aanvankelijke oppositie tegen de nazi-partij , maakte belangrijke persoonlijke donaties aan hem vóór de verkiezingen van 1933 , omdat hij voordelen zag voor het bedrijf in het militarisme van de nazi's en hun verzet tegen onafhankelijke vakbonden . Vanaf 1931 was Alfried een ondersteunend lid van de SS ( förderndes Mitglied der SS ). Hij was lid van het Nationaal Socialistische Vliegerskorps , waar hij de rang van Standartenführer bereikte en vanaf 1938 was hij lid van de nazi-partij. In 1937 werd Krupp - net als zijn vader - benoemd tot militair economisch leider ( Wehrwirtschaftsführer ). Hij was ook een plaatsvervanger van zijn vader in zijn hoedanigheid van voorzitter van de raad van bestuur van het Adolf Hitler Fonds van de Duitse handel en industrie ( Adolf-Hitler-Spende der deutschen Wirtschaft ). Krupp ontving een Diplomingenieur (Master of Engineering) van de Aachener Technische Hochschule in 1934, met de goedkeuring van een proefschrift over het smelten van staal in vacuums . Tijdens de Olympische Spelen van Berlijn in 1936 nam Krupp deel aan acht meter klasse zeilen en won een bronzen medaille . [4] [5] In hetzelfde jaar, na een financiële opleiding bij de Dresdner Bank te hebben gevolgd, werd Krupp lid van het familiebedrijf. In het volgende jaar trouwde hij met Anneliese Lampert, geboren Bahr (1909-1998); hun zoon, Arndt , werd geboren in 1938. Zijn familie keurde af en hun druk kan de echtscheiding hebben beïnvloed die kort daarop volgde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de winst van het bedrijf toe en kreeg het de controle over fabrieken in het door Duitsland bezette Europa . Alfried werd actiever in het controleren van het bedrijf omdat de gezondheid van zijn vader afnam. Hij werd de facto hoofd van het bedrijf in 1941 toen Gustav Krupp een beroerte kreeg . Onder Alfried gebruikte het bedrijf slavenarbeid geleverd door het naziregime en werd daardoor ook betrokken bij de Holocaust , door Joodse gevangenen toe te wijzen uit concentratiekampen om in veel van hun fabrieken te werken. [6] Zelfs toen het leger suggereerde dat veiligheidsredenen dicteerden dat werk zou moeten worden uitgevoerd door vrije Duitse arbeiders, drong Alfried aan op het gebruik van slaven. [7] Hij verving officieel zijn vader als hoofd van het familiebedrijf onder de Lex Krupp ('Krupp-wet'), op 12 november 1943 door Adolf Hitler afgekondigd, die de gebruikelijke erfrechtwetten naast zich neerlegde en de firma Krupp als een familiebedrijf behield. Onder deze wet voegde Alfried de Krupp-naam formeel
    toe aan de zijne. Hij werd ook benoemd tot Reichsminister für Rüstung und Kriegsproduktion ("Minister voor bewapening en oorlogsproductie"). De eigendomsoverdracht was een gebaar van dankbaarheid van Hitler en zou een van de weinige belangrijke nazi-wetten zijn die de val van het regime overleefde. Tijdens de oorlog was Alfried Krupp verantwoordelijk voor de overdracht van fabrieken in de bezette gebieden naar het Duitse Rijk. Hij ontving het War Merit Cross , Second en First Class. Krupp werkte nauw samen met de SS , die de concentratiekampen bestuurde waaruit slavenarbeid werd verkregen. In een brief van 7 september 1943 schreef hij: "Wat betreft de samenwerking van ons technisch bureau in Breslau , kan ik alleen maar zeggen dat tussen dat kantoor en Auschwitz het beste begrip bestaat en voor de toekomst is gegarandeerd." Volgens een van zijn eigen werknemers, zelfs als het duidelijk was dat de oorlog verloren was gegaan: "Krupp achtte het een plicht om 520 joodse meisjes te maken, sommigen nauwelijks meer dan kinderen, werk onder de meest wrede omstandigheden in het hart van de bezorgdheid, in Essen . " [8]
    Na de oorlog onderzocht de geallieerde militaire regering de tewerkstelling van slavenarbeiders door Krupp. Hij werd veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid en veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf en het verbeuren van alle eigendommen. Na drie jaar heeft John J. McCloy , de Amerikaanse Hoge Commissaris voor Duitsland, echter geregeld dat Krupp gratie krijgt en dat de verbeurdverklaring van zijn eigendom wordt teruggedraaid. Krupp's tweede huwelijk op 19 mei 1952 met Vera Hossenfeld (1909-1967), net na zijn vrijlating uit de Landsberg-gevangenis , eindigde in een schandaal [ benodigde opheldering ] en een dure nederzetting in 1957. [ nodig citaat ] Voorafgaand aan de dood van Krupp door longkanker, werkte zijn assistent, Berthold Beitz , om de controle over het bedrijf over te dragen aan een Stiftung (stichting), genaamd de Alfried Krupp von Bohlen und Halbach Foundation , te worden gecontroleerd door drie leden van een raad van toezicht, waaronder Hermann Josef Abs , van de voormalige Deutsch-Asiatische Bank AG en Deutsche Bank AG . In deze overeenkomst gaf de zoon en erfgenaam van Krupp, Arndt , elke aanspraak op de zaken van zijn vader op en moest een bescheiden contant bedrag worden betaald, in jaarlijkse termijnen, tot zijn eigen dood.





    13-08-2018 om 09:22 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1926 fidel castro

     

    13-08-2018 om 09:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1926 fidel castro

    13 aug 1926 Fidel Alejandro Castro Ruz ( audio) (Birán, 13 augustus 1926 – Havana, 25 november 2016) was een Cubaanse revolutionair en politicus, die de functie van minister-president van Cuba uitoefende van 1959 tot 1976, en vervolgens president was van 1976 tot 2008. Hij diende ook als eerste secretaris van de Communistische Partij van Cuba vanaf de stichting van de partij in 1961 tot 2011. Castro was politiek gezien een marxist-leninist. Onder zijn regering werd de republiek Cuba omgevormd tot een communistische staat, waarbij de industrie en de bedrijven werden genationaliseerd en er socialistische hervormingen werden gedaan op alle gebieden van de samenleving. Op internationaal vlak diende hij ook als secretaris-generaal van de Beweging van NietGebonden Landen van 1979 tot 1983. Na een mislukte gewapende aanval op de Moncadakazerne in 1953 zat Castro een jaar in de gevangenis en verbleef hij vervolgens in ballingschap in Mexico. Met behulp van zijn broer Raúl Castro en Che Guevara verzamelde hij een groep van Cubaanse revolutionairen: de Beweging van de 26ste juli. Nadat Castro en zijn broer in Cuba teruggekeerd waren, nam hij een belangrijke rol in de Cubaanse Revolutie in. Hij leidde een succesvolle guerrillaoorlog tegen Batista's troepen, die zelf op de vlucht sloeg en in 1959 in ballingschap ging. Castro werd vervolgens opperbevelhebber van de strijdkrachten en kort daarna premier. Zijn betrokkenheid bij de omverwerping van Batista, evenals de vermoedelijke relatie met de Sovjet Premier Nikita Chroesjtsjov, alarmeerde de Verenigde Staten waarna de CIA een mislukte invasie in de Varkensbaai in 1961 organiseerde om zijn regering omver te werpen. Daarna heeft men verschillende pogingen gedaan om hem te vermoorden en hebben de VS een economische blokkade van Cuba ingesteld. Om deze bedreiging tegen te gaan, smeedde Castro een alliantie met de Sovjet-Unie en kon de SovjetUnie nucleaire wapens opslaan op het eiland, wat leidde tot de Cubaanse rakettencrisis in 1962. Castro nam vervolgens het marxisme-leninisme over als zijn leidende ideologie en in 1961 riep hij het socialistische karakter uit van de Cubaanse Revolutie. In 1965 werd hij de eerste secretaris van de nieuw opgerichte communistische partij. Daarna leidde hij de transformatie van Cuba in een socialistische republiek door nationalisering van de industrie en de invoering van gratis universele gezondheidszorg en onderwijs. In 1976 werd hij voorzitter van de Raad van State en van de Raad van Ministers. Na de ineenstorting van de belangrijkste bondgenoot van Cuba, de Sovjet-Unie, in 1991 beleefde Cuba de economische "Speciale Periode". In 2006 werd Cuba lid van de Bolivariaanse Alliantie voor Amerika en sloot hij economische en politieke allianties met andere landen in de Latijns-Amerikaanse Draai naar Links. Door zijn zwakke gezondheid droeg Fidel Castro in 2006 zijn taken over aan zijn broer en vicepresident Raúl Castro, die werd gekozen tot president toen Fidel was afgetreden in 2008. Castro overleed op 25 november 2016 om 22.29 uur op 90-jarige leeftijd. Zijn overlijden werd enkele uren daarna door de Cubaanse staatstelevisie bekendgemaakt. Castro werd geboren in de Cubaanse provincie Oriente, tegenwoordig onderdeel van de provincie Holguín, op een suikerplantage als derde kind van een welgestelde boer, Ángel Castro y Argiz, een Spaanse immigrant die door hard werken in de suikerindustrie rijkdom had verworven, en Lina Ruz González, een bediende. Hij heeft twee broers, Ramón en Raúl en drie zusters: Angela, Juanita en Emma.[4] Hij kreeg zijn opleiding aan jezuïetenscholen, waaronder het Colegio Belen in Havana. In 1945 ging hij rechten studeren aan de universiteit van Havana, waar hij in 1950 afstudeerde. Castro raakte tijdens zijn studie betrokken bij linkse anti-imperialistische bewegingen. Hij verbond zich zelf met de gewapende opstanden tegen de rechtse regeringen in de Dominicaanse Republiek en Colombia en trok de conclusie dat de door de VS gesteunde Cubaanse president Fulgencio Batista, die alom werd gezien als een dictator, moest worden omvergeworpen.
    Tussen 1950 en 1952 werkte hij op een klein advocatenkantoor. Het was zijn bedoeling om voor de Partido Ortodoxo, die sociale hervormingen nastreefde, mee te doen aan de parlementsverkiezingen van 1952, maar die werden afgelast na de geslaagde staatsgreep van generaal Fulgencio Batista tegen de regering van Carlos Prío Socarrás. Castro daagde Batista voor de rechter vanwege schending van de grondwet, maar dit liep op niets uit.
    Daarop organiseerde Castro een gewapende aanval op de Moncadakazerne in Santiago de Cuba, de op een na grootste stad van Cuba en de provinciehoofdplaats van Oriente, op 26 juli 1953. Meer dan tachtig van zijn mannen kwamen om het leven en hijzelf werd gevangengenomen. Een rechtbank veroordeelde hem tot vijftien jaar cel. Onderdeel van zijn slotpleidooi was "La historia me absolverá" ("De geschiedenis zal mij vrijspreken"), een rede waarin hij zijn daden verdedigde en zijn politieke standpunten uitlegde. Als gevolg van een generaal pardon kwam hij in mei 1955 vrij, waarna hij in ballingschap ging in Mexicoen de Verenigde Staten. In Mexico zijn Castro en de zijnen enige tijd gearresteerd geweest, maar na interventie van president Adolfo López Mateos en Fernando Gutiérrez Barrios werden zij al snel vrijgelaten. Samen met een aantal andere ballingen vormde hij de Revolutionaire Beweging van de 26ste juli en keerde hij terug naar Cuba. Bij de eerste aanval, op 2 december 1956 in Oriente, overleefden slechts twaalf van de 82 revolutionairen, onder wie zijn broer Raúl Castro, Che Guevara en Camilo Cienfuegos. Ze trokken zich terug in de bergen van de Sierra Maestra, van waaruit ze een guerrillaoorlogbegonnen tegen het bewind van Batista. De beweging kreeg steun onder de bevolking en breidde zich uit tot zo'n 800 man. Hoewel numeriek zwaar in de minderheid behaalde zij een aantal indrukwekkende overwinningen, gedeeltelijk omdat soldaten van Batista zich vaak massaal overgaven of deserteerden. Op 1 januari 1959 ontvluchtte Batista Cuba en nam de beweging Havana in. Castro werd op 16 februari 1959 premier van Cuba en op 3 december 1976 president.
    Op 17 april 1961 bevorderde en steunde de CIA de invasie van 1300 à 1400 Cubaanse ballingen op Bahía Cochinos (de invasie in de Varkensbaai). Deze invasie had het doel het socialistische bewind onder Fidel Castro omver te werpen, en een volksopstand tegen Castro te ontketenen. De strijd werd al na drie dagen beslist in het voordeel van de Cubaanse staat. De ballingen leden een zware nederlaag: van het 1300 man sterke invasieleger werden er 90 gedood en 1189 gevangengenomen. Twee schepen van de Amerikaanse Marine werden door de Cubaanse luchtmacht tot zinken gebracht, en negen ballingen werden ter plekke terechtgesteld. Castro, persoonlijk aanwezig op het slagveld, verwierf meer aanzien onder de Cubanen.
    De spanningen tussen Castro en de Verenigde Staten liepen hoog op tijdens de Cubaanse raketcrisis van 1962, die de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bijna tot een confrontatie brachten. Chroesjtsjov kwam op het idee raketten in Cuba te plaatsen als afschrikking tegen een nieuwe invasie van de Verenigde Staten. Dit zou een gepaste reactie zijn op het plaatsen van Amerikaanse raketten in Turkije. Met Cuba werd overeengekomen om Sovjet R-12 MRBM-raketten op Cubaans grondgebied op te stellen. Op 15 oktober 1962 werd de bouw hiervan opgemerkt door Amerikaanse Lockheed U-2verkenningsvliegtuigen.
    De Verenigde Staten bestempelde de opstelling van Sovjetkernwapens 90 mijl ten zuiden van Amerika als een "agressieve daad" en een bedreiging voor de veiligheid van de Verenigde Staten. Op 22 oktober 1962 kwam de zogeheten Cubacrisis in volle openbaarheid toen president John F. Kennedy van de Verenigde Staten een felle rede hield waarin hij de ontmanteling eiste van alle Sovjetraketbases op Cuba en een blokkade aankondigde op militaire goederen naar dit eiland. In een persoonlijke brief aan Chroesjtsjov op 27 oktober 1962 spoorde Castro Chroesjtsjov aan om bij een invasie van Cuba als eerste kernwapens te gebruiken. Dit werd door Chroesjtsjov verworpen, maar toch waren Sovjetbevelhebbers in Cuba gemachtigd om tactische kernwapens te gebruiken. Twee dagen later werd de blokkade van kracht. Zondag 28 oktober bleek een keerpunt in de crisis, toen Radio Moskou bekendmaakte dat de Sovjet-Unie gevolg zou geven aan de eis van de Verenigde Staten. Deze toegeving kwam er na een lange briefwisseling tussen Chroesjtsjov en Kennedy, waarin tot de afbraak van de raketbases in Cuba werd besloten, maar ook de terugtrekking van de Jupiterraketten gericht op de Sovjet-Unie in Italië en Turkije - dit Amerikaanse aandeel werd niet in de openbaarheid gebracht. Achteraf bleek deze week het gevaarlijkste moment te zijn geweest in de Koude Oorlog: de dreiging van een atoomoorlog was toen zeer reëel want beide leiders zaten met hun vinger aan de knop. De positie van Castro werd door de crisis versterkt: de VS zouden geen invasie van Cuba meer steunen. Castro leverde geregeld kritiek op de Amerikaanse politiek, zoals het embargo tegen Cuba en de vele bemoeienissen van de VS met de politiek (inclusief de vele invasies) van Latijns-Amerikaanse landen. Verder was hij tegen het innemen van de Cubaanse economie door Amerikaanse multinationals, [bron?] tegen de belabberde gezondheidszorg in de VS, en het feit dat Cubaanse ballingen in Amerika niet het recht hebben hun familieleden in Cuba te bezoeken. Tijdens de Koude Oorlog werden vele geheime en dodelijke aanvallen tegen Cuba uitgevoerd, om zo het land (en zijn regering) te verzwakken. In 1971 smokkelden anti-castristen die financieel gesteund werden door de CIA, een varkensgriepvirus Cuba in.[5] De helft van de Cubaanse varkensstapel moest ingeënt worden om de ziekte te beperken. De Cubacrisis van oktober 1962 liep goed af, maar in de jaren daarna ondersteunde de CIA niettemin verscheidene plannen om Castro te liquideren. Paus Johannes XXIII excommuniceerde Castro op 3 januari 1962, in de ijdele hoop de katholieke Cubanen tegen hem op te zetten. Castro zelf had het katholicisme al eerder afgezworen. De Cubaanse regering nationaliseerde bedrijven, confisqueerde bezittingen van buitenlanders en vaardigde wetten uit die de arbeiders steunden. Vele Cubanen ontvluchtten hun land, onder meer naar Miami. Castro was een omstreden leider. Hij werd door zijn aanhangers geprezen als een voorvechter van anti-imperialisme, humanisme, milieuactivisme en 's werelds armen en werd bewonderd voor het leiden van het verzet tegen het imperialisme. Critici beschuldigden hem er echter van een dictator te zijn die meerdere mensenrechten schond. Hij heeft een belangrijke invloed gehad op de politiek van een aantal andere wereldleiders, zoals Nelson Mandela, Hugo Chávez en Evo Morales. Sinds het bewind van Castro hebben ongeveer één miljoen Cubanen hun land verlaten om politieke of economische redenen. Velen hiervan bevinden zich nu in Miami ("Klein Havana"). Deze economisch sterke groep is een belangrijke Amerikaanse lobbygroep, die invloed uitoefent op de CubaansAmerikaanse relaties. Vanuit Bermuda ondersteunt ook de rumproducent Bacardi allerlei acties tegen het Cubaanse bewind. Het familiebedrijf zou onder meer onrechtstreeks financiële steun hebben verleend aan de totstandkoming van de Wet Helms-Burton uit 1996, die de voortzetting van het embargo van de Verenigde Staten tegen Cuba regelt.
    In 2003 schatte het Amerikaanse tijdschrift Forbes het fortuin van Castro op "minstens 110 miljoen dollar".[6] In 2004 werd het op 150 miljoen geschat,[7] in 2005 550 miljoen dollar,[8] en voor 2006 werd het reeds op 900 miljoen dollar geschat, hoewel die cijfers in twijfel worden getrokken[9] vanwege de vele (vaak onzinnige) veronderstellingen waarop de berekeningen gebaseerd zijn. Fidel Castro zelf heeft gezegd dat hij per direct zal aftreden als Forbes één enkele dollar van dat "fortuin" kan bewijzen Op 1 augustus 2006 werd bekendgemaakt dat Castro zijn bevoegdheden tijdelijk aan zijn broer Raúl heeft overgedragen. Castro leed aan inwendige bloedingen en is aan zijn darmen geopereerd. Het was de eerste keer dat hij de leiding van het land aan een ander toevertrouwde. De vijf jaar jongere Raúl Castro werd op 24 februari 2008 tot president verkozen. Op 15 augustus werden beelden getoond waarbij Castro al aan de beterende hand is. Hij kreeg een schilderij aangeboden en Chávez zat aan zijn ziekbed, terwijl Castro aan het woord is. Castro liet op 20 januari 2007 aan de Venezolaanse president Hugo Chávez, zijn naaste bondgenoot, de boodschap overbrengen dat hij voor zijn leven vecht. Op 25 augustus 2007 ontkende Chavéz tijdens een publieke toespraak hardnekkige geruchten dat Castro zou zijn overleden. Op 22 september 2007 gaf Castro een interview aan de Cubaanse televisie, waardoor deze geruchten ontkracht werden. In 2010 sprak hij opnieuw het parlement toe.[10]
    Op 12 oktober 1948 trouwde Fidel Castro met zijn eerste vrouw Mirta Diaz-Balart. Zij kregen een zoon: Fidel Ángel Castro Díaz-Balart (1949-2018). Zes jaar later scheidde Castro in 1955 van Diaz-Balart. Tegenwoordig woont Diaz-Balart in Madrid en is hertrouwd. In de jaren daarna heeft Castro zeven kinderen verwekt bij drie andere vrouwen. Dalia Soto del Valle, een minnares van Castro, baarde vijf zonen: Antonio, Alejandro, Angel, Alexis en Alex. Een andere zoon, Jorge Angel Castro, is geboren in de jaren 50, zijn moeder is onbekend. Zijn enige dochter, Alina Fernández, is ook in de jaren 50 geboren, haar moeder is Natalia Revuelta. Met Natalia heeft Castro tijdens zijn eerste huwelijk een affaire gehad. Vermomd als een Spaanse toeriste ontvluchtte Alina in 1993 Cuba en vroeg politiek asiel aan in de Verenigde Staten. Zij was een fel tegenstandster van haar vader en zijn bewind





    13-08-2018 om 09:19 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1966 jorgen rayman

     

    13-08-2018 om 09:17 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1966 jorgen rayman

    13 aug 1966 Jörgen Henri Raymann (Amsterdam, 13 augustus 1966) is een NederlandsSurinaams cabaretier/stand-upcomedian, zanger, acteur en presentator. Alhoewel Jörgen Raymann werd geboren in Nederland groeide hij op in Suriname. In Nederland studeerde hij economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was daar lid van de interfacultaire cabaretgroep. Na de studie ging hij terug naar Suriname. Daar runde hij een tijdje zijn eigen restaurant, waar hij per maand meerdere keren diners voor cabaretiers verzorgde. Sinds 1999 is Raymann actief op de Nederlandse televisie. Hij presenteerde het televisieprogramma Zo:Raymann (eerder bekend als Raymann is Laat) en The Comedy Factory bij de NPS en later de NTR. Ook treedt hij op in het theater. Sinds 2005 is Raymann ambassadeur van Unicef, evenals Trijntje Oosterhuis, Edwin Evers, Sipke Jan Bousema, Monique van de Ven en Paul van Vliet. In 2007 startte hij het project Verder leren dan je neus lang is, naar aanleiding van de verhoging van de leerplichtige leeftijd tot 18 jaar. Raymann is lid van het comité van aanbeveling van de Stichting Kunstwerken Leo Glans. Op 21 augustus 2012 werd hij door vredesorganisatie IKV Pax Christi benoemd tot Minister van Vrede. Theater Tek mi fa mi de orie venetiaan Na so mi de 2 op 5400 (samen met Norman Van Geerke) Kotabra (de oversteek) (1998) samen met Fra Fra Sound Mi Kondre Tru Ay Man, ’t is Jörgen Raymann (1999) Even Slikken (2000) Slaaf of niet verslaafd (2002) In Holland staat mijn Huis (2004) Nummer 13866 (2006 tot eind juni 2007) Familyman (2008) Frede (2010) Twee-eiig (2015) samen met Brainpower Un de ete (2016) in Suriname Televisie Raymann praat laat (vanaf 1999 op de Surinaamse televisie) The Comedy Factory (1999 - 2006) Raymann is Laat (2001 - 2010) zo:RAYMANN (2011 - 2014) De avond van de smaak (eenmalig) The Passion (2013) - verteller Dat ding van Tante Es (2015) BAAS Raymann (sinds oktober 2015) The Roast of Gordon (2016) De roastmaster / presentator De Kleine Lettertjes (2017) It Takes 2 (2018) Radio Ask Me Anything (vanaf 2016) bij BNR Nieuwsradio Films Erik of het klein insectenboek (film) (2004), als hommel
    Cars (2006), als Ramone (stem) Takel en het spooklicht (2006), als Ramone (stem) Kung Fu Panda (2008), als Master Monkey (stem) Kung Fu Panda 2 (2011), als Master Monkey (stem) Cars 2 (2011), als Ramone (stem) Heksen bestaan niet (2014), als vader van Katie Bon Bini Holland (2015), als priester Kung Fu Panda 3 (2016), als Master Monkey (stem) The Angry Birds Movie (2016), als Judge Peckinpah (stem) Tuintje in mijn hart (2017), als oude indiaan Cars 3 (2017), Ramone (stem) Boeken Raymann zoekt raad (2017)





    13-08-2018 om 09:15 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1899 alfred hitchcock

     

    13-08-2018 om 09:12 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 13 aug 1899 alfred hitchcock

    13 aug 1899 Sir Alfred Joseph Hitchcock (Leytonstone (Londen), 13 augustus 1899 – Bel-Air (VS), 29 april 1980) was een Brits filmregisseur . Hij wordt gezien als een van de beste filmregisseurs ooit. Hitchcocks carrière omspande een tijdperk van meer dan 50 jaar. Hij had zowel succes met stomme films als geluidsfilms. Zijn bekendste genre was dat van de thriller. Zijn jeugd was niet gemakkelijk: toen hij veertien jaar oud was, overleed zijn vader, waarna de jonge Hitchcock werd opgevoed door zijn psychisch labiele moeder, die niet in staat was om haar kind goed op te voeden. Zo schakelde ze eens de politie in om haar zoon mee te nemen naar het politiebureau toen de zaken haar uit de hand liepen. Toen Hitchcock ouder werd, werd hij naar een katholieke jongenskostschool gestuurd. Zowel thuis als op school kreeg hij een strenge opvoeding, waaraan hij later nare herinneringen overhield. De zaken die kenmerkend waren voor zijn jeugd, kwamen later in zijn films terug: angst voor de politie, katholieke symboliek en een kerkgebouw als locatie voor kwaadaardige gebeurtenissen werden kenmerkend in de films van Hitchcock. Daarnaast kwam ook vaak het karakter van de krankzinnige moeder in zijn films voor. Rond zijn 18e levensjaar raakte Hitchcock geïnteresseerd in fotografie. Hij wilde eigenlijk fotograaf worden maar kon hierin geen werk vinden. Op goed geluk besloot hij in 1920 naar Duitsland te vertrekken, waar een grote foto- en filmindustrie bestond. In Duitsland kon hij werk vinden als fotograaf van tussentitels voor stomme films. Hierbij tekende Hitchcock op een zwart papier de tussentitels die gebeurtenissen vertelden als ondersteuning voor de beelden. Hij fotografeerde deze titels en drukte ze af op celluloid. In Duitsland werd hij beïnvloed door het expressionisme, een filmstroming waarbij de emoties van de personages werden uitgebeeld door middel van de vormgeving (decors, kostuums, make-up, licht, kleur, locaties etc.). Kenmerkend voor het Duitse expressionisme was dat de films vaak spannend en griezelig waren en handelden over misdadigers, spoken, monsters, religie en moordenaars. Ook raakte Alfred Hitchcock onder de indruk van de Duitse regisseur Fritz Lang, naar Hitchcocks eigen zeggen de enige regisseur die hem ooit heeft beïnvloed.[bron?] In de films van Lang waren de misdrijven van de vaak kwaadaardige personages niet het belangrijkste. Veel belangrijker waren bij Lang de psychologische motieven van de personages en dus de achtergrond van de begane misdrijven. Psychologische motieven, vormgeving en techniek zouden later als een rode draad door het oeuvre van Hitchcock lopen.
    Nadat Hitchcock eerst als assistent-regisseur had meegewerkt aan een aantal Duitse producties, keerde hij weer terug naar Engeland. In Engeland werd hij in 1925 eigenlijk per ongeluk regisseur: de regisseur van The Pleasure Garden werd plotseling ziek en er was niemand anders, behalve Hitchcock, die de opnames kon overnemen. The Pleasure Garden was een romantische komedie, een film die in niets leek op Hitchcocks latere werk. The Lodger: A Story of the London Fog (1927) was daarentegen wel een film die al volledig voldeed aan de kenmerken van het latere Hitchcock-principe: een man wordt ten onrechte veroordeeld en moet vluchten voor zijn leven. Hitchcock zelf zou later zeggen dat The Lodger zijn belangrijkste film was.[bron?] Tijdens het maken van deze film realiseerde Hitchcock zich waar zijn talenten lagen: in het maken van thrillers. Na The Lodger zou hij zich bijna geheel gaan specialiseren in het maken van thrillers; slechts enkele malen zou hij een genre-uitstapje maken, vaak met minder goede gevolgen (zoals de commerciële filmflops Waltzes from Vienna en Under Capricorn). Hitchcock was ervan overtuigd dat zijn volgende film altijd beter moest zijn dan zijn meest recente en daarom hield hij zich zijn gehele leven bezig met perfectioneren van de door hem zelf opgestelde regels om een spannende film te maken. Hierdoor kan hij als geestelijk vader gezien worden van het thrillergenre; de meeste spannende films uit de hedendaagse tijd zijn op de een of andere manier beïnvloed door het gedachtegoed van Hitchcock.
    Vanaf eind jaren 20 begon Hitchcock in snel tempo thrillers te maken. Hoogtepunten uit deze periode waren Blackmail (1929), de eerste Britse geluidsfilm, The 39 Steps, een spionagefilm waarbij een man door heel Engeland achtervolgd werd, The Man Who Knew Too Much (1935) over een echtpaar op zoek naar een ontvoerd kind, The Lady Vanishes (1938) over een vrouw die verdwijnt tijdens een treinreis, en Foreign Correspondent (1940), een spionagefilm over een spion die moet samenwerken met het verzet in het door de nazi's bezette Nederland. Deze film staat bekend als de eerste film over de Tweede Wereldoorlog. Al deze films maakten Hitchcock tot de succesvolste Britse regisseur en zo stroomden de aanbiedingen uit Hollywood binnen. Hitchcock vertrok uiteindelijk in 1940 naar de Verenigde Staten om zich aldaar als regisseur te vestigen. Hitchcocks eerste Hollywoodfilm was meteen een succes. De thriller Rebecca (1940) (gebaseerd op het boek van Daphne du Maurier) won een Oscar voor beste speelfilm en was een groot commercieel succes. De film handelde over een jonge vrouw (een zogenaamde 'paid chaperonne' van een oudere rijke vrouw) die in Monte Carlo de oudere Maxim De Winter ontmoette, met hem trouwde en verhuisde naar zijn landgoed Manderley. Rebecca, de overleden echtgenote van Maxim, zou zelfmoord hebben gepleegd maar er was twijfel of het wel zelfmoord was. De film wordt tegenwoordig gezien als een hoogtepunt in het oeuvre van Hitchcock. Andere klassiekers waren Shadow of a Doubt, over een seriemoordenaar die steun zocht bij een nietsvermoedend gezin, en Suspicion, over een vrouw die haar echtgenoot verdacht van moord. Een bijzondere film van Hitchcock was Spellbound, een psychologische film waarvoor hij inspiratie zocht in het werk van Sigmund Freud. Een bekende scène uit de film was de droomscène die ontworpen was door Salvador Dali. Ondanks het succes van deze films was Hitchcock toch niet geheel tevreden over zijn werk. In Hollywood was het namelijk zo dat de studio alle macht had, de regisseur had alleen de artistieke leiding over de filmopnames, zowel de pre- als postproductie waren het domein van respectievelijk de scenarioschrijver en de editor. De productiemaatschappij had op haar beurt weer supervisie over alle drie de aspecten van het filmmaken. Hierdoor kwam het dat de artistieke inbreng van de regisseur minimaal was. Hitchcock had vanwege zijn enorme reputatie wel wat meer macht, maar nog steeds gebeurde het dat de gehele film, buiten zijn medeweten om, werd gehermonteerd. Hitchcock wilde echter 100% artistieke vrijheid.
    Dit was dan ook de reden dat Hitchcock in 1948 een eigen productiemaatschappij oprichtte. Door zelf zijn eigen producent te zijn had hij volledige controle over scenario en montage. De grote geldschieter van Hitchcock was Universal Pictures, een maatschappij die vanaf 1948 alle films van Hitchcock zou gaan distribueren. Deze volledige vrijheid maakte van Hitchcock een van de weinige filmauteurs in Hollywood en hij groeide binnen een paar jaar uit tot meest succesvolle filmregisseur ter wereld. In een snel tempo maakte hij talloze unieke en succesvolle films. Meesterwerken als Strangers on a Train (1951), Rear Window (1954), Dial M for Murder (1954), To Catch a Thief (1955), The Man Who Knew Too Much (1956) en The Wrong Man (1957) werden stuk voor stuk door critici geprezen en waren eigenlijk meteen al klassiekers. Veel van deze films worden tegenwoordig nog regelmatig op tv uitgezonden. In 1956 liet Hitchcock zich naturaliseren tot Amerikaan. Het hoogtepunt van de carrière van Hitchcock lag in de periode 1958-1960. In die tijd maakte Hitchcock achtereenvolgens de romantische thriller Vertigo, een mijlpaal in de filmgeschiedenis en een van de beste films ooit gemaakt, de actie- en spionagefilm North by Northwest, een van de succesvolste en
    invloedrijkste films aller tijden, en tot slot Psycho, algemeen beschouwd als Hitchcocks beste film en volgens velen de invloedrijkste film uit de filmgeschiedenis. Tegelijkertijd had Hitchcock ook op het televisiescherm grote successen met de naar hem genoemde thrillerserie waarin steeds griezelige verhalen van 30 minuten verteld werden. Alfred Hitchcock presents... trok iedere avond alleen al in Amerika tientallen miljoenen kijkers. Het enorme succes van dit alles had ook veel te maken met Hitchcocks eigen persoonlijkheid. Als excentriek persoon hield hij ervan om zichzelf als bijzondere verschijning in de media te plaatsen. In televisieprogramma's was hij meestal gekleed in een zwart pak en sprak hij met een slissend, lispelend en overdreven accent, waarmee hij vol droge humor verhaalde over zijn volgende film. Daarnaast had hij ook altijd een cameorolletje aan het begin van iedere film, zodat de kijker zijn films meteen kon herkennen. Door al deze activiteiten groeide Alfred Hitchcock uit tot een mediapersoonlijkheid wiens reputatie zich kon meten met die van menige filmster.
    In 1963 schreef Alfred Hitchcock opnieuw filmgeschiedenis met de film: The Birds, een productie over een driehoeksrelatie die plotseling omsloeg in een rampenfilm wanneer duizenden vogels een klein dorpje terroriseerden. The Birds was een succes en was opnieuw een duidelijk voorbeeld van Hitchcocks gave om van een heel simpel verhaaltje een spannende film te maken. Hierna ging het verrassend snel bergaf met de loopbaan van Hitchcock. Marnie (1964) werd door critici afgekraakt en werd een flop in de bioscopen. Pas tientallen jaren later kreeg de film herwaardering. Hierna sloeg Hitchcock een andere maar ook weinig succesvolle weg in, met twee politieke thrillers: Torn Curtain (1966), over een atoomgeleerde die naar de DDR overliep, en Topaz (1969) over een samenzwering op Cuba. Door gebrek aan succes besloot Hitchcock in 1972 naar Engeland terug te keren om daar de film Frenzy te maken. Deze stijlvol gefilmde en zwart humoristische thriller over een stropdassenmoordenaar, wordt algemeen gezien als het laatste meesterwerk van Hitchcock. Zijn carrière werd in 1976 afgesloten met de vrij onbekende zwarte komedie Family Plot. Hitchcock overleed in 1980 op 80-jarige leeftijd aan nierfalen.
    In Hitchcocks films spelen vaak onschuldige personen een rol. Vaak zijn dit mensen met een doodgewoon beroep, iemand met wie de kijker zich makkelijk kan identificeren. De personen raken verwikkeld in omstandigheden waar ze geen invloed op hebben. Vaak is dit een misdrijf. In de meeste gevallen wordt de persoon ten onrechte ergens van beschuldigd en moet hij vluchten. Ook komt vaak voor dat de persoon in het verleden iets fout heeft gedaan waardoor hij achtervolgd wordt of dat hij door zijn gehele omgeving als een buitenstaander wordt gezien of wordt geminacht. De kijker weet vaak meer dan de personages. Hierdoor ontstaat vaak dramatische ironie. Het was misschien wel Hitchcocks belangrijkste truc om de spanning op te bouwen. Hitchcock omschreef het zelf met het volgende voorbeeld: Je ziet drie mannen aan een tafel zitten, op het laatste moment gaat er een bom af en de drie mannen zijn dood. De mannen schrokken en de kijker ook, niet meer dan dat. Maar nu doen we het eens heel anders: de kijker ziet door middel van een paar close-ups de bom onder de tafel hangen en weet nu meer dan de drie mannen. De bom heeft een tijdontsteking met klok waardoor er ook nog tijdsspanning ontstaat. De kijker wil tegen de mannen roepen "kom op sta op, sta op" maar ze blijven gewoon zitten. Enkele tientallen seconden voor het ontploffen van de bom besluiten de mannen het gebouw te verlaten en de kijker slaakt een
    zucht van opluchting, maar op het laatste moment komt een van de mannen erachter dat hij zijn koffer in de kamer heeft laten staan en hij wil nog terug gaan. Op het laatste moment zegt een van de mannen tegen hem "ach laat dat koffertje maar zitten" en hij wordt zo van een wisse dood gespaard.
    Suspense was volgens Hitchcock spanning waarbij de kijker meer wist dan de personages zelf. In iedere film van Hitchcock zitten talloze van dit soort momenten.
    Freudiaanse motieven: Hitchcock was een groot bewonderaar van de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud. Hitchcock bestudeerde alles van Freud en sprak ook in het dagelijks leven vaak over het werk van Freud. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat Hitchcock Freudiaanse motieven in zijn werk stopte. Dit wil zeggen dat de handelingen van de personages worden veroorzaakt door een psychische afwijking die ooit door Freud is geanalyseerd. Freudiaanse onderwerpen zoals jeugdtrauma's, het oedipuscomplex, schizofrenie, castratie-angst, etc., komen veelvuldig in Hitchcocks films voor. Het bekendste voorbeeld is Spellbound, een film die begint met een citaat van Freud en zelfs aan hem is opgedragen, maar ook andere films zoals Psycho, Vertigo, North by Northwest en Marnie zijn doorspekt met Freudiaanse motieven. De MacGuffin: Hitchcock gebruikt vaak een zogeheten MacGuffin, een plotelement dat niet verder gedefinieerd wordt, maar het verhaal wel stuurt. In North by Northwestbijvoorbeeld is een microfilm de drijvende kracht achter de acties van de personages, terwijl op geen enkel moment duidelijk wordt wat er op de microfilm staat en waarom dat zo belangrijk is. In The Man Who Knew Too Much speelt een plan om een ambassadeur te vermoorden een belangrijke rol, terwijl het land van de ambassadeur en de reden van de aanstaande moord in het ongewisse blijven. Vogels: In nagenoeg elke film van Hitchcock zijn foto's, beeldjes, namen of andere verwijzingen naar vogels te vinden. Daarnaast komt dit thema in enkele films prominenter naar voren: voorbeelden zijn te vinden in Psycho, waarin het conserveren van dode vogels de hobby van hoofdpersoon Norman Bates is en in The Birds, waarin een dorpje wordt geterroriseerd door vogels. Het gebruik van vogels zegt iets over de achtergrond van Hitchcock. In de buurt van Londen waar hij was opgegroeid is het Engelse woord voor vogel (bird) synoniem voor vrouw. Zwarte humor: Hitchcock gebruikte in iedere film humor waarbij grapjes over leed en over de dood werden gemaakt. Volgens Hitchcock was dit belangrijk om de spanning te relativeren. Een film met alleen maar spanning was te veel van het goede voor de kijker en daarom moesten er rustige momenten in zitten waarbij de kijker kon lachen. Humor tijdens spannende momenten was voor Hitchcock absoluut taboe. Seksuele symboliek: in vrijwel iedere film van Hitchcock zaten verwijzingen naar seks en de schoonheid van vrouwen. Hitchcock werkte in een tijd waarin studio's streng toezicht hielden op het in beeld brengen van bloot of andere erotisch getinte onderwerpen. Beroemd is de scène op het einde van North by Northwest waarin de verliefde Cary Grant en Eva Marie Saint gaan slapen in een treinwagon, de scène (en ook de film) eindigt met een shot van een trein die een tunnel in rijdt, een duidelijke metafoor voor een erotische penetratie. Knappe en verleidelijke vrouwen: In vele films van Hitchcock spelen intelligente, kwetsbare en aantrekkelijke vrouwen. Zoals Grace Kelly, Eva Marie Saint, Kim Novak, Doris Day, Janet Leigh, Tippi Hedren en Ingrid Bergman. Soms manipuleren ze mannen, zoals in Rear Window. Vaker zijn ze echter slachtoffer, zoals in Dial M for Murder, Psycho, Vertigo, The Birds. In de films van Hitchcock zijn de vrouwen die de hoofdrol spelen, perfect gekleed en vrijwel altijd hoogblond. Voyeurisme: In veel films van Hitchcock komt het thema voor van iemand die iemand anders begluurt. De film Rear Window is helemaal gebouwd rondom dit thema. Dubbelgangermotief: In veel films komt het thema voor van twee personen die samen één zijn, of een persoon die juist twee is. De bekendste voorbeelden hiervan zijn Psycho en Vertigo. De krankzinnige moeder: de moeder in de films van Hitchcock is vaak een gekke, nare vrouw, vol haat en altijd zeer dominant. Ook hier komt het Freudiaanse oedipusthema terug.
    Naast de eerder genoemde zwarte humor, speelt satire ook een relativerende rol in zijn films. In veel van zijn films wordt, vaak op een komische wijze, naar de Amerikaanse maatschappij en haar inwoners gekeken. Hitchcock was zelf een Engelsman en bekeek daardoor de Amerikaanse maatschappij als buitenstaander. Veel films zijn zowel een lofzang als een aanklacht tegen Amerika. Hitchcock deed er in zijn Amerikaanse films juist alles aan om de films zo Amerikaans mogelijk uit te laten zien. Het gebruik van grote hoogtes waar vaak ontknopingen plaatsvinden. Beroemde voorbeelden zijn het gevecht op de Mount Rushmore en het Vrijheidsbeeld in respectievelijk North by Northwest en Saboteur. Ook bekend is het einde op de kerktoren in Vertigo of de achtervolging over het dak van het British museum in Blackmail. Hitchcock's gevoel voor rechtvaardigheid. In de meeste films wordt de slechterik gestraft en in de film Dial M for Murder wil hij de hoofdrolspeelster laten straffen vanwege overspel en wordt ze dan ook ter dood veroordeeld, maar uiteindelijk komt ze vrij en wordt de echte dader alsnog opgepakt.
    Vaak lange glijdende en sierlijke camerabewegingen. Vaak muziek gecomponeerd door Bernard Hermann. Deze muziek kenmerkt zich door veel strijkinstrumenten. Het muziekstukje met de krijsende violen tijdens de douchescène in Psycho is legendarisch en is één van de bekendste muziekstukjes in de filmgeschiedenis. Altijd een cameo-optreden vaak aan het begin van zijn eigen film. Vanaf The Lodger: A Story of the London Fog heeft elke Hitchcock-film een klein optreden (cameo) van de regisseur zelf. Bij The Lodger begon dit uit pure noodzaak, bij gebrek aan figuranten. Daarna werd het steeds meer bijgeloof van Hitchcock zelf. Het is voor de liefhebbers van zijn films een sport geworden om te proberen hem in zijn cameo's te herkennen. Nadat Hitchcock in de jaren 50 dankzij zijn televisieoptredens bij steeds meer mensen herkenbaar werd, probeerde hij zijn cameo's altijd aan het begin van de film te plaatsen zodat het publiek niet te veel gefixeerd zou zijn om hem te spotten. Hitchcock is dikwijls te zien in een drukke menigte: hij komt uit een lift gestapt waar de hoofdrolspeler instapt (Spellbound) of een bus rijdt net voor zijn neus weg als hij wil instappen (North by Northwest). In totaal is hij in 39 van zijn 52 nog bewaard gebleven grote films als zodanig te zien. Hitchcocks langste cameo's zijn in de films Blackmailen Young and Innocent.
    Kenmerkend voor de manier van werken van Hitchcock is dat hij er niet van hield om opnames op locatie te maken. Hij liet zo veel mogelijk sets in de studio bouwen. In sommige van zijn films is duidelijk te zien dat een decor niet echt is. Een extreem voorbeeld daarvan is de haven achter de straat (plus een deel van de straat) in Marnie(1964), waaraan zeer duidelijk te zien is dat dit een geschilderd decor is. Hitchcock vond echter dat het "net kon" en weigerde de scènes waarin dit decor voorkomt op locatie over te doen. Wel gebruikte hij graag zeer grote decors voor de slotscènes van zijn films (het Vrijheidsbeeld, Mount Rushmore, de Royal Albert Hall, etc.). Toch zijn ook die gedeelten grotendeels in de studio opgenomen, en zijn er op locatie slechts een paar overzichtsshots opgenomen. Eén van de grootste sets die voor Hitchcock gebouwd werd is die voor de film Rear Window (1954). De hele binnenplaats die het decor voor deze film vormt werd in een studio gebouwd. Ook is bekend dat Hitchcock graag experimenteerde met bijzondere technieken. Voorbeelden hiervan zijn: De film Suspicion (1941) bevat een belichtingstruc. In de film, opgenomen in zwart-wit, brengt een man zijn echtgenote een glas melk. Het is duidelijk dat hij vermoedt dat zijn vrouw hem doorziet. Om de aandacht op het glas te vestigen had Hitchcock bedacht een witgeschilderd glas met een lampje van binnenuit te verlichten en zo de illusie van vergiftiging te benadrukken. Lifeboat (1944) is een film die zich volledig in een reddingsloep afspeelt. Hitchcock liet in een studio een zwembad bouwen met achtergrondprojectie. Hij liet hier een groep acteurs in een reddingsvlot ronddobberen. Rondom de sloep dreven vlotten waarop camera's stonden. Om te voorkomen dat de
    film eentonig zou worden koos Hitchcock voor een combinatie tussen extreme close-ups en lange bewegende shots. Hierdoor ontstond een zekere dynamiek. Spellbound (1945) bevat zelfs meerdere experimenten. De film bevat een droomscène waarvoor Hitchcock de decors liet bouwen door Salvador Dalí. Ook bevat de film een aantal flashbacks waarbij Hitchcock een speciale lens over de camera zette waardoor het perspectief veranderde. Daarnaast bevat de film twee vreemde subjectieve shots, gefilmd door de ogen van een persoon. In het eerste shot zie je hoe de persoon een glas melk drinkt, voor dit shot moest een gigantische houten hand met eveneens enorm glas melk voor de camera worden gezet. Voor het tweede shot, het eindshot van de film waarin een persoon zelfmoord pleegt, werd een enorme houten hand met een pistool gebouwd. Het pistool richt recht op de kijker wanneer er een knal volgt. Het beeldscherm kleurt hierna volledig rood. Doordat de kijker de hele tijd naar een zwart-witbeeld zat te kijken geeft de rode kleur ineens een vervreemdend effect. De film Rope (1948) moest de indruk wekken dat de complete speelfilm in slechts één enkele opname in eenmaal gedraaid werd, alsof men naar een continu toneelstuk keek, dus zonder lassen of tijdsoverbruggingen in de montage. In het oorspronkelijke toneelstuk, waarop de film gebaseerd is, vormde het "live" verstrijken van de tijd en het ondergaan van de zon een belangrijk bestandsdeel. Hitchcock probeerde dit effect in zijn film te behouden. Aangezien filmrollen een maximale lengte van 10 minuten hadden, moest Hitchcock de gehele film in takes van tien minuten draaien, erop lettend dat de beeldovergangen zo vloeiend mogelijk waren. Een voorbeeld van zo'n overgang is een zwarte jas van de acteur die dicht op de cameralens afliep en het beeld volledig verduisterde. Rope was ook Hitchcocks allereerste film in kleur, wat dit alles nog lastiger maakte, omdat de speciale kleurencamera's uit die tijd enorm groot en loodzwaar waren en onvoorstelbaar veel meer licht nodig hadden dan zwart-witfilm. Achteraf noemde Hitchcock deze werkwijze overigens interessant, maar volstrekt onlogisch en nutteloos. De film Dial M for Murder (1954) werd oorspronkelijk volledig in 3D opgenomen. Dit hield in dat alles shots met twee camera's tegelijkertijd werden opgenomen en dat de filmnegatieven samen op een dezelfde strook celluloid werden afgedrukt. Bezoekers moesten een brilletje dragen om het stereoeffect te kunnen zien. Hitchcock was zeer ontevreden en wilde de uitbreng van de 3D-film tegengaan. Hij kreeg deels zijn zin: in veel landen is alleen de "genormaliseerde" versie uitgebracht. De film Rear Window (1954) speelde zich volledig in één kamer af en werd ook volledig in die ene kamer opgenomen. De camera verlaat nooit de kamer en de toeschouwer krijgt nooit meer te zien dan wat James Stewart ziet wanneer hij zijn overbuurman met een verrekijker bespioneert. Voor de film Vertigo (1958) vond hij een compleet nieuwe cameratechniek uit: om de illusie van hoogtevrees te wekken liet Hitchcock de camera op hoge snelheid achteruitrijden en tegelijkertijd met diezelfde snelheid inzoomen. Het gevolg hiervan is dat het beeld hetzelfde blijft maar dat het perspectief verandert. Deze zogeheten dolly-zoom, wordt ook wel een Vertigo-shot genoemd. De techniek is ontelbare malen in andere films nagedaan. In de film Vertigo zit ook een droomscène waarin Hitchcock een vreemde combinatie tussen liveaction en tekenfilm liet zien. Ook bevat de film een shot waarin de camera 360 graden rond de kussende Kim Novak en James Stewart draait. Dit is het eerste shot uit de filmgeschiedenis waarin de camera 360 graden in de rondte draait. Psycho was de eerste film waarin Hitchcock volledig "on-screen" liet zien hoe een vrouw werd vermoord. Voor deze scène die slechts 30 seconden duurt, gebruikte Hitchcock 20 verschillende camerastandpunten en ruim 30 cuts. Het is daarmee nog steeds een van de meest dynamische gemonteerde scènes aller tijden. Opmerkelijk is dat nergens tijdens de scène is te zien dat het mes daadwerkelijk het lichaam raakt. Ook zijn nergens shots van geslachtsdelen of totaalshots van de naakte vrouw te zien. Het enige wat je ziet zijn steeds terugkerende shots van de moordenaar die steekt, afgewisseld met tegenshots van het gepijnigde gezicht van de (naakte) vrouw. De shots worden weer afgewisseld met bloed dat langs muren en door het afvoerputje druipt. Door de montage en door de muziek weet Hitchcock echter de indruk te wekken dat het mes het lichaam echt binnendringt. De filmcensuur wilde de scène echter uit de film knippen, als verdediging voerde Hitchcock aan dat
    nergens te zien is dat een vrouw daadwerkelijk vermoord wordt, volgens hem was het gewoon de illusie van de montage. Hitchcock won het van de censuur en de scène mocht blijven. De film The Birds was de eerste film waarbij op grote schaal montagetrucs werden gebruikt. Veel vogels waren eerst gefilmd en daarna in echte filmbeelden gemonteerd. Om het gekrijs van de vogels te simuleren werden voor het eerst in de filmgeschiedenis synthesizers gebruikt. Filmografie Stomme films Always Tell Your Wife (1923); Hitchcock was co-regisseur, maar stond niet op de titelrol The Pleasure Garden (1925) The Mountain Eagle (1926); hiervan zijn geen kopieën meer bekend The Lodger: A Story of the London Fog (1927) Downhill (1927) Easy Virtue (1928), gebaseerd op een toneelstuk van Noël Coward The Ring (1927), vaak genoemd als Hitchcocks beste stomme film The Farmer's Wife (1928) Champagne (1928) The Manxman (1928) Geluidsfilms Blackmail (1929) Juno and the Paycock (1930) Murder! (1930) Elstree Calling (1930), samen met Adrian Brunel, Andre Charlot, Jack Hulbert en Paul Murray The Skin Game (1931) Number Seventeen (1932) Rich and Strange (1932) Waltzes from Vienna (1933) The Man Who Knew Too Much (1934) The 39 Steps (1935) Secret Agent (1936) Sabotage (1936) Young and Innocent (1938) The Lady Vanishes (1938) Jamaica Inn (1939), met Charles Laughton Rebecca (1940), hiermee won Hitchcock de Academy Award for Best Picture Foreign Correspondent (1940) Mr. & Mrs. Smith (1941), geschreven door Norman Krasna Suspicion (1941) Saboteur (1942) Shadow of a Doubt (1943) Lifeboat (1944), hierin speelde Tallulah Bankhead haar bekendste rol Aventure malgache (1944), Franstalige korte film gemaakt voor het British Ministry of Information Bon Voyage (1944), korte Franstalige propagandafilm Spellbound (1945) Notorious (1946) The Paradine Case (1947) Rope (1948) Under Capricorn (1949)
    Stage Fright (1950) Strangers on a Train (1951) I Confess (1953) Dial M for Murder (1954) Rear Window (1954) To Catch a Thief (1955) The Trouble with Harry (1955) The Man Who Knew Too Much (1956), remake van de gelijknamige film uit 1934 The Wrong Man (1956) Vertigo (1958) North by Northwest (1959) Psycho (1960) The Birds (1963) Marnie (1964) Torn Curtain (1966) Topaz (1969) Frenzy (1972) Family Plot (1976) Afleveringen van tv-series geregisseerd door Hitchcock zelf Startime: Incident at a Corner (1960) Suspicion: Four O'Clock (1957) The Alfred Hitchcock Hour: I Saw The Whole Thing (1962) Alfred Hitchcock Presents: Revenge (1955) Breakdown (1955) The Case of Mr. Pelham (1955) Back for Christmas (1956) Wet Saturday (1956) Mr. Blanchard's Secret (1956) One More Mile to Go (1957) The Perfect Crime (1957) Lamb to Slaughter (1958) A Dip In the Pool (1958) Poison (1958) Banquo's Chair (1958) Arthur (1959) The Chrystal Trench (1959) mr. Bixby and the Colonel's Coat (1960) The Horse Player (1961) Bang! You're Dead (1961) Gestopte projecten Number 13 (1922) Dit had Hitchcocks regiedebuut moeten worden, maar door financiële problemen kon de film niet worden voltooid. Er bestaan slechts een paar scènes van. Greenmantle (1939 – 1942)
    Dit had een vervolg moeten worden op The 39 Steps, maar de filmrechten op het boek Greenmantle bleken te duur. Escape (1940) deze film ging aan Hitchcock voorbij toen Metro-Goldwyn-Mayer de filmrechten op het boek van Ethel Vance kocht. The Bramble Bush (1951-1953) Deze film had na I Confess geproduceerd moeten worden, en zou worden gebaseerd op een boek van David Duncan. Hitchcock was echter niet tevreden met het script en kreeg toestemming het project af te blazen om zich te concentreren op Dial M for Murder. Flamingo Feather (1956) Dit had een grote verfilming van Laurens van der Posts boek moeten worden. De film moest zich afspelen in Zuid-Afrika, maar Hitchcock kon bij een reis daarheen geen geschikte filmlocaties vinden zonder het budget te overschrijden. Hij liet het project daarom vallen ten gunste van The Man Who Knew Too Much. No Bail for the Judge (1958 – 1961) Dit had een verfilming moeten worden van een boek van Henry Cecil. Samuel A. Taylor schreef er zelfs al een scenario voor. Audrey Hepburn zou de hoofdrol krijgen, maar moest dit afwijzen vanwege haar zwangerschap. Zonder Hepburn zag Hitchcock weinig toekomst meer in het project en overtuigde Paramount het project af te blazen. The Wreck of the Mary Deare (1959) Dit had een verfilming moeten worden van een boek van Hammond Innes, met Gary Cooper in de hoofdrol. Hoewel Hitchcock graag eens met Cooper zou samenwerken, moest hij bij de ontwikkeling van het scenario al snel concluderen dat het boek niet te verfilmen was zonder dat het een "saai rechtbankdrama" zou worden. De film werd daarom verworpen ten gunste van North by Northwest. The Blind Man (1960) Na het succes van Psycho legden Hitchcock en Ernest Lehman hun geschillen bij om samen een film te maken met een zelfbedacht scenario. James Stewart zou de hoofdrol krijgen. Tijdens de productie kregen Lehman en Hitchcock echter toch weer woorden met elkaar. Bovendien kreeg Hitchcock geen toestemming om opnames te maken tijdens een Wild West-show in Disneyland, waar een scène uit de film zich zou afspelen. Het project werd daarom verworpen. Village of Stars (1962) Na het afblazen van The Blind Man kocht Hitchcock de rechten op het boek Village of the Stars van David Beaty. Ook deze film ging niet door. Trap for a Solitary Man (1963) Deze film, gebaseerd op het Franse toneelstuk Piege Pour un Homme Seul van M. Robert Thomas, zou door Twentieth Century-Fox worden geproduceerd. De film werd echter uiteindelijk verwerkt tot een televisiefilm getiteld Honeymoon with a Stranger. Mary Rose (1964) Hitchcock wilde al langer het toneelstuk Mary Rose van J.M. Barry verfilmen. Na hun samenwerking aan Marnie vroeg Hitchcock Jay Presson Allen om een script gebaseerd op dit toneelstuk te schrijven. Universal, waar Hitchcock onder contract stond, wilde echter niks weten van dit project. The Three Hostages (1964) Ook deze film had een verfilming moeten worden van een boek van Richard Hannay, maar net als bij Greenmantle waren de filmrechten erg duur. Bovendien bleek het verhaal bij nadere bestudering te gedateerd, daar er sterk gebruik wordt gemaakt van situaties uit de jaren 30. Frenzy (alias Kaleidoscope) (1964 – 1967) Niet te verwarren met de gelijknamige film die Hitchcock in 1972 maakte. Deze film had een prequel moeten worden op Shadow of a Doubt. Hitchcock liet het script beoordelen door zijn vriend François Truffaut, maar die was bang dat de film te controversieel zou worden gevonden door de hoeveelheid seks en geweld in het verhaal. Universal sprak zijn veto uit over het project en liet de productie niet doorgaan. R.R.R.R. (1965) Deze film zou worden gebaseerd op een origineel idee van Hitchcock zelf. Hij benaderde de Italiaanse schrijvers Agenore Incrocci en Furio Scarpelli om het script voor hem te schrijven. De twee hadden echter moeite met het verhaal, mede vanwege de taalbarrière tussen hen en Hitchcock. Ook nu was het Universal die Hitchcock dwong het project af te blazen. The Short Night (1976 – 1979) Dit had Hitchcocks volgende film moeten worden na Family Plot. Het project werd nooit voltooid omdat Hitchcock met gezondheidsproblemen kampte en zich genoodzaakt zag met pensioen te gaan.





    13-08-2018 om 09:10 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 12 aug 1981 ibm

     

    12-08-2018 om 09:10 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!