Reizend door vreemde zeeën van gedachten, alleen... Op zoek naar haar in wiens ogen ik vrede zal vinden...
Over vergrendelde diepten dwaalt haar glimlach, zet de stilte van de wereld in vuur en vlam...
Kalm en diep als de oceaan lacht zij in de golven, waar schoonheid geboren wordt in de ruisende klanke van haar gelaat...
O vrouw van mijn dromen zo wondermooi gemarmerd Geef me de zachte huid van je vingers, de dans van je magische leden.
Zwerf eeuwig met mij door droefheidsloze landen onder een gulden zon...
|