Op een spiegel van jade
zweeft de sneeuwzwaan
Een zeldzaam witte roos
midden in de groene lorkenzee
*
De fluit van Findhorn zingt
haar koele dromen
Zij voert mij
langs geheime wegen
naar het land
van tedere waan
*
O broze liervogel,
koningin van luidwater
Je vlucht voor de adelaar,
die je warmte zoekt
in de kille luchten
*
Maar jij,
jij bent vervlogen,
verwaaid,
als een verdwaalde kus
in de wind...
Waarheen...
|