*
*
Voor jou alleen heb ik gezongen. Maar geen lied van de minnaar.
Mijn gedachten aan jou waren gevleugeld. Maar ik was al vertrokken.
Ik was een troostervogel. Maar ook een dwalende albatros.
Een goede vriend. Maar ook een pelgrim zonder boodschap.
Bloemen in de nacht. Maar ook een verloren geur.
Een verliefde waan. Maar ook het beeld van bitter water.
Ik was de dichter...
Jij de muze...
|