Eindeloos dwaalde ik door grote wouden Ik zocht naar de sprookjes, dromen uit de kindertijd... Toen zag ik een boom, hoger dan alle andere Maar zijn vruchten waren onbereikbaar...
Eindeloos dwaalde ik tussen hoge bergen Ik zocht de luchtkastelen die mijn jeugd gebouwd had.... Toen zag ik een burcht, imposanter dan alle andere Maar de steile rotswand was niet te beklimmen...
Al mijn luchtkastelen zijn verwaaid in de wind Al mijn dromen vergaan als broze herfstbladeren... Ik aanschouwde een bloem en prikte mij aan een doorn Ik hunkerde naar een bron en vond een zoutmeer... Ik zag het beeld van een vrouw wondermooi maar vond een vlinder ijl als de geur van een roos...
|