Vele jaren zijn heen gegaan sinds ik nog op die plek heb gestaan De oude hoeve waar ik als kind heb gespeeld Mij nooit een ogenblik verveeld De groene poort, het hof, de stallen Vroeger vol bruisend leven, nu vervallen Zacht heb ik de deur achter mij dicht gedaan In de hoeken weven glimmende spinnen hun ijle waan Een zonnestraal zoekt weifelend haar weg door het gore raam, over een vermolmde eg In het diffuse licht danst het fijne stof een futiele dans van vergankelijkheid Mijn hart is droef, mijn ogen dof mijmerend over die mooie, volmaakt verleden tijd...
|