Op 2 & 3 februari 2008 organiseren we opnieuw een telweekend. Dan tellen we met zijn allen onze tuinvogels.
Hoe tellen?
Na het voederen een half uurtje of iets langer tellen levert reeds genoeg gegevens op om een goed beeld te vormen van de vogelrijkdom in je tuin. Noteer per soort het grootste aantal dat je op hetzelfde moment hebt geteld op of nabij de voederplaats. Een voorbeeld: op 3 februari zie je op 9u34 drie koolmezen op de plank, op 9u58 vier op de plank en 1 aan de vetbol, op 10u geen en op 10u13 vier. In dit geval vul je op het formulier naast koolmees het getal vijf. Je hoeft niet op beide dagen waar te nemen! Maar het mag. Noteer ook soorten die niet in de lijst van 20 vogelsoorten op het formulier voorkomen als ze de voederplaats bezoeken. Die lijst van 20 is enkel een hulpmiddel om snel de waarnemingen te noteren.
Controleer nog even of je adres goed is ingevuld!
Het is niet de bedoeling om overvliegende vogels te tellen of vogels die ver van je voederplek in veld, akker of bomen rusten.
Je telgegevens e-mailen, faxen of verzenden
Je telgegevens kan je ook per e-mail, fax of met de post verzenden. Je kan het telformulier hier downloaden (.DOC, 77KB). Bewaar het word.doc op je harde schijf, vul het in, benoem het en stuur het dan als attachment aan een e-mail naar wim.vandenbossche@natuurpunt.be. Je kan het ook faxen naar 015-42 49 21 of sturen naar Natuurpunt, voeren en beloeren, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen.
bron : http://www.natuurpunt.be/ac.asp?ID=924
|