Inhoud blog
  • FLASHBERICHT.
  • Cusco en Manu nationaal park.
  • In het hart van het Amazonegebied.
  • Door de Andes naar het Amazonegebied.
  • Naar de noordelijke hooglanden.
    Zoeken in blog

    Vamos a Peru

    10-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cusco en Manu nationaal park.

    We zijn het stilaan gewoon, maar vroeg opstaan blijft heel onplezierig. We hebben een vlucht om acht uur, maar we moeten twee uur vroeger op de luchthaven zijn. We bestellen een taxi om half zes en moeten dus om vijf uur uit de veren.

    Iquitos heeft een kleine maar drukke luchthaven. We zijn er ruim op tijd en kunnen vlot onze bagage kwijt.

    Om acht uur vertrekt onze eerste vlucht: Iquitos – Lima. Duur: twee uur. Rond tien uur arriveren we in Lima, waar we een uur hebben om over te stappen op de vlucht Lima – Cusco. Onze bagage wordt rechtstreeks doorgezonden naar Cusco, zodat we ons daar niet moeten mee bezig houden. Na een vlucht van anderhalf uur landen we in Cusco. Eerst onze bagage verzamelen en dan uitkijken naar de taxi die het hotel gestuurd heeft om ons op te pikken.

    Een half uur taxi en dan komen we aan in het mooiste hotel waar we deze reis al in gelogeerd hebben.

    De buitenkant ziet er niet uit: een deur in een bepleisterde stenen muur, gelegen in een smal straatje waar juist een auto door kan. Als er een wagen voorbijkomt moeten de voetgangers wegduiken in een deuropening! Maar eens je de deur door bent, kom je in een heel andere wereld: ruim, luchtig, overal houtsnijwerk, kamers met balkon of terras, een mooi beplante binnentuin ….

    Eerste werk: stadsverkenning en eten zoeken. We hebben vandaag nog niet gegeten en het is al een stuk na de middag.

    Cusco is een stad, gelegen op 3400 m, en dat voelen we. Echt last van hoogteziekte (hoofdpijn, braakneigingen, … ) hebben we niet, maar elke inspanning (en Cusco telt heel veel trappen en steile hellingen) zorgt dat we vlug buiten adem zijn en heel dikwijls even moeten uitrusten.

    Een beetje geschiedenis:

    'Voordat de stad in de 16e eeuw door de Spaanse conquistadores werd veroverd, was het de hoofdstad en het culturele en religieuze centrum van het Rijk van de Inca, Tawantinsuyu ("Het land van de vier kwartieren").

    De Inca’s gaven de stad de vorm van een poema en ze bouwden vele tempels zoals die voor de zonnegod Inti en de maangodin Quilla. Behalve de hoofdstad was Cuzco voor de Inca’s namelijk ook een heilige stad.

    Zij meenden dat dit de plek was waarvan de zoon van de zon (Manco Capac) en de dochter van de maan (Mama Ocllo) na een lange zoektocht vanaf het Titicacameer (waar zij door zon en maan op de wereld waren gezet) besloten dat het vruchtbaar genoeg was om er te blijven en waar vervolgens het Rijk van de Inca geboren werd. Vanuit de steden in de omgeving kwamen er dan ook vele mensen op bedevaart. Bijgevolg had de stad een goed ontwikkeld systeem van persoonsregistratie, die het mogelijk maakte voldoende voedsel in voorraad te houden voor de bewoners en de bezoekers.

    Tahuantisuyu was een sterk rijk, maar raakte aan het begin van de 16e eeuw door twisten verdeeld. De oorzaak daarvan was dat het rijk sinds 1471 onder het leiderschap van Túpac Inca Yupanqui sterk was gegroeid. Aan het einde van zijn heerschappij omvatte Tahuantisuyu een gebied dat lag tussen Quito in Ecuador en Santiago in Chili.

    Zijn opvolger Huayna Capac verlegde het bestuurlijke centrum vervolgens naar Quito, waardoor Cuzco in politiek opzicht inboette aan belang. Kort voor zijn dood verdeelde Huayna Capac het rijk tussen zijn zoons Atahualpa en Huáscar. Het Noordelijke deel ging naar Atahualpa, terwijl Huáscar het Zuiden ontving. Huáscar maakte Cuzco weer tot hoofdstad van zijn deel van het gebied. Wat volgde waren jaren van rivaliteit tussen het Noorden en het Zuiden. In 1532 werd Huáscar door de Noordelijke troepen gevangengenomen, waardoor Atahualpa leider van het hele Incarijk werd.

    Het leiderschap van Atahualpa duurde echter niet lang, want in 1532 nam de conquistador Francisco Pizarro hem gevangen. Op 15 november 1533 bereikte Pizarro vervolgens de stad Cuzco. De stad werd veroverd en geplunderd en het gebied werd gekoloniseerd en gekerstend. Veel van de bouwwerken die de Inca’s hadden neergezet werden door de Spanjaarden afgebroken, zodat zij hun katholieke kerken op die plaatsen konden zetten. In veel gevallen verrezen de kerken en kloosters boven op de muren van de Inca-tempels. De nieuwe bouwstijl bleek echter niet goed bestand tegen de aardbevingen die het gebied regelmatig troffen. Vaak bleven de Inca-muren overeind staan terwijl de Spaanse bouwwerken instortten.

    In 1535 probeerde Manco Capac II, een halfbroer van Huáscar, de stad op de Spanjaarden te veroveren. Met 100.000 man marcheerde hij op tegen de Spanjaarden, die de stad bijna verloren. Slechts door een gewaagde uitval (Noot: door 170 conquistadores, gesteund door 1000 man inheemse hulptroepen) en een bloedige veldslag bij Sacsayhuamán konden zij de stad behouden. Door de strijd werd Cuzco echter zwaar beschadigd.

    In datzelfde jaar vestigde Pizarro het bestuurscentrum in de nieuwe stad Lima. Cuzco verloor daarmee zijn belangrijkste functie, en het werd een koloniale stad zonder belang. Een aardbeving maakte in 1650 de teruggang volledig: de stad werd wederom verwoest.'

    (Bron: Wikipedia)

    Dat deze stad een geweldige geschiedenis heeft is duidelijk te merken: overal prachtige (barok)kerken (dikwijls nog gebouwd op de resten van Inca-tempels), grote pleinen, heel nauwe straatjes, nog veel huizen in traditionele bouwstijl met balkons, ….

    We blijven hier een paar dagen om de stad met zijn monumenten te bezoeken, en om te genieten van het lekkere eten in de vele restaurantjes. We brengen een bezoek aan de markt, waar we (visueel) kennis maken met een typisch streekgerecht: cuy (uitspraak 'koei'). Het heeft echter niets met dit rund te maken, maar het gaat om een Guinees biggetje, dat in zijn geheel aan het spit gebraden wordt. We nemen ons voor om hier bij een volgende gelegenheid eens van te proeven.

    We merken regelmatig mensen uit de bergen op in hun traditionele kledij, heel kleurrijk!

    Tijdens een van onze zwerftochten door de stad belanden we op de 'Plaza de Armas' (zeg maar de grote markt) waar carnaval gevierd wordt. Wie bij een Zuid-Amerikaans carnaval denkt aan schaars geklede dames getooid met veren, wordt hier wel erg teleurgesteld. In Cusco komen honderden mensen samen op en rond het centrale plein, met geen enkel ander doel dan mekaar te bekogelen met ballonnen vol water of mekaar nat te spuiten met schuim. Wij sluipen langs de zijkanten om het plein heen en komen er heelhuids (dus droog) van af.

    Dat Peru nog een heel katholiek land is merk je aan zijn vieringen. Op zondag trekt er een processie door de stad bestaande uit tien mannen die een loodzwaar beeld dragen gevolgd door een harmonieorkest en een hoop toeschouwers. Ze trekken met hun beeld elke kerk binnen, waar een toespraak (preek?) gehouden wordt en een groepje mariachis (twee trompetten, akoestische basgitaar, gitaar, zang) voor de muziek zorgt. Prachtig!

    Op onze laatste dag in Cusco doen we een uitstap naar de 'canyon van de condors'. Het is weer hetzelfde stramien: veel te vroeg (half vijf) opstaan, aankleden, auto pikt ons om vijf uur op. Eerst een rit van anderhalf uur naar Chonta. In dit dorpje begint een (voet)pad naar de bewuste canyon. Het wordt een helse beklimming van drie uur. Heel de tijd klimmen en dalen. Gelukkig kunnen we van tijd tot tijd stoppen om naar de vogels te kijken! In de kijkhut nemen we ons ontbijt, terwijl we op de condors wachten. Die vogels blijven in hun nest tot de zon kracht genoeg heeft om de lucht op te warmen. De thermiek die daardoor veroorzaakt wordt hebben zij nodig om hoog op te stijgen en te blijven zweven. Om het kort te maken: we hebben ze gezien. Zeven exemplaren, maar geweldig moeilijk om te fotograferen: ofwel zaten ze veel te ver af op de rotsen, ofwel vlogen ze met een rotvaart twee meter boven onze hoofden. Dan de afdaling. Zelfde miserie als toen we naar hier kwamen: stijgen en dalen op heel steile hellingen. Enfin, 's avonds zijn we doodmoe terug in Cusco aanbeland.

    Nu staan we voor een moeilijke keuze. Onze tijd begint te korten en we willen nog veel dingen doen. De keuze gaat tussen een tocht naar Machu Picchu (heel duur en niet gemakkelijk te organiseren) en een verblijf van vier dagen in het Manu nationaal Park, een heel bekend natuurreservaat. Na veel twijfel kiezen we voor het tweede en de volgende dag kunnen we vertrekken.

    Even situeren: Manu national park is een natuurgebied van 2 000 000 hectare. Ter vergelijking: België is 3 068 900 ha; het is dus twee derde van de oppervlakte van ons land. Slechts twintig percent van het park mag bezocht worden. De rest wordt bewoond door inheemse stammen en een ongelooflijke verscheidenheid aan dieren.

    We vertrekken dit keer op een menselijk tijdstip: zeven uur. We zijn maar met ons twee plus een gids, die tevens chauffeur is van onze Toyota landcruiser. Die auto hebben we nodig, want al na een uurtje of zo houdt de weg op en volgen we een pad dat zich door de Andes slingert.

    Onze eerste halte is Paucartambo, een klein en schilderachtig dorpje in de Andes. Elk jaar in juni is hier een geweldig feest (duur: een week) ter ere van Maria, 'Virgen del Carmen'. Alle mensen van het dorp en uit de verre omgeving komen hier naartoe om mee te vieren. Ze vormen schilderachtige groepen in historische kostuums en trekken een hele week dansend door het dorp. Wij bezoeken hier de kerk, met het bewuste Mariabeeld dat nog uit de tijd van de Spanjaarden stamt, en het museum. Dit museum is gewijd aan de levenswijze van de verschillende stammen die rond het dorp leven en uiteraard aan de Mariaverering in juni. Heel mooi.

    Onderweg stoppen we nog een paar keer om vogels te spotten en we hebben het geluk om de nationale vogel van Peru te zien, de rode rotshaan. 's Avonds komen we aan in Pilcopata, waar we een heel hotel voor ons alleen hebben. Eten, vogelfoto's op de computer zetten (het zijn er heel wat!) en slapen.

    De tweede dag verloopt gelijkaardig: opstaan, ontbijt, een uurtje vogels spotten en weer op weg. Onderweg houden we halt bij een dierenopvangcentrum waar men in beslag genomen of gewonde dieren opvangt en terug leert om in vrijheid in de natuur te leven. Tegen de middag komen we aan in Atalaya port. Een haventje aan de Madre de Dios stroom, midden in het toegankelijke deel van het park.

    Hier start het laatste deel van de reis. Er ligt een boot klaar die geladen wordt met alles wat we de volgende dagen nodig hebben om te overleven in de jungle: eten, fruit, water, een fles butaan, zelfs rubber laarzen voor iedereen. Hier lezen we hoe we ons moeten gedragen als we inheemse mensen ontmoeten: zelf geen contact maken, geen eten of kleding geven, niet fotograferen, …

    Na een tochtje van drie kwartier op de rivier arriveren we op onze kampplaats. Deze bestaat uit een grote eetzaal en een aantal houten hutten, telkens met drie slaapkamers. De slaapkamers zijn basic: twee bedden met een muskietengaas over. We hebben hier wel een eigen badkamer met (koude) douche en een toilet.

    Het gebied ligt op een hoogte van ongeveer vijfhonderd meter, wat een verbetering is in vergelijking met Cusco. Doordat het hier lager is, gaat ademen hier makkelijker, maar de temperatuur is hier dan ook het dubbele van waar we kwamen. Het schommelt hier rond de vijfendertig graden, met een luchtvochtigheid van 100 %. Dat betekent dat je je kapot zweet, maar ook dat je kleren niet drogen van de vochtigheid!

    Nadat we uitgepakt zijn beginnen we onmiddellijk aan een vogelwandeling. Prachtig, met veel goede waarnemingen.

    Slapen valt de eerste dag hier nog niet zo goed mee: het muskietengaas houdt de warmte binnen en tegen dat je het gewoon wordt is het zo koud dat je een extra deken nodig hebt.

    De volgende dag doen we onderandere een uitstap naar een meer. Eerst een eind met de boot, dan een trek van twee uur door de jungle. We zijn drijfnat van het zweet, maar we worden beloond met de waarneming van een van de vreemdste vogels die hier rondvliegen: de hoatzin.

    Dit is een vogel die nog heel dicht bij de pterodactylus staat, een vliegende sauriër uit de oertijd. Het is een absolute vegetariër die zijn nest bouwt in bomen die over het water hangen. De jongen hebben nog klauwtjes aan hun vleugels. Als ze aangevallen worden laten zij zich uit het nest in het water vallen en als het gevaar geweken is klimmen zij met hun klauwtjes terug naar hun nest. We zien er minstens dertig! We horen ze ook: ze zingen of roepen niet zoals normale vogels, maar produceren een hees gehijg als iemand die astma heeft.

    Op onze laatste dag bezoeken we een 'clay lick'. Dit is een plaats langs de rivieroever waar papegaaien en parkieten mineralen uit de bodem komen eten. Mooi zicht. Het was de moeite waard om hiervoor om vijf uur op te staan.

    Na het ontbijt begint de terugtocht. Eerst met de boot naar het haventje, daar overstappen in de auto. Spijtig genoeg beschikken we nu niet meer over onze Toyota, maar moeten we het stellen met een minibus.

    Onderweg picknicken we en wat moest gebeuren gebeurt ook: we rijden vast met de auto. We krijgen hem niet terug op vaste grond geduwd, dus we moeten wachten tot een bereidwillige chauffeur ons helpt duwen.

    In het donker komen we aan in ons hotel. Vlug onze bagage en paperassen opgehaald die we hier in bewaring gegeven hebben, even iets gaan eten, de verwarming op de kamer aan en diep en lang geslapen.

    We blijven hier een paar dagen bekomen en dan trekken we weer verder. Daarover lees je meer in een volgend reisverhaal.

    De foto's van An vindt je hieronder en voor de echte liefhebbers: vogelfoto's zijn terug te vinden onder volgende link:

    https://observation.org/user/photos/50424?lang=nl&local=xx

    Groetjes

    An en Jos













































    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (1)

    23-03-2020
    eindelijk...
    Dag Jos en An, ik was jullie reis helemaal vergeten tot daarstraks en nu zie ik jullie prachtige foto's én gezellige verhalen!!! Waarvoor bedankt!! Toch wel plizant om op een bepaalde manier mee rond te reizen... Ik ben nog niet overal meegegaan, maar ga het verder exploreren... Houdt jullie gezond en tot later!!! huguette x

    23-03-2020 om 11:17 geschreven door huguette




    Archief per week
  • 09/03-15/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!