WESTHOEKIG
Inhoud blog
  • HET SINTBERTINUS ORGEL POPERINGE GERESTAUREERD
  • FOTOREPORTAGE TREKKING LOURDESBEURZEN 26.03.11
  • Trekking Lourdesbeurzen Vrienden van Lourdes Poperinge
  • ABELE
  • EENS IETS ANDERS
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    19-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET SINTBERTINUS ORGEL POPERINGE GERESTAUREERD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                                                                HET SINT BERTINUSORGEL

                                        EEN NIEUW HART, EEN NIEUW MEUBEL, EEN NIEUW GELUID

     

    HISTORIEK

    In het begin van de 16de eeuw was er al een orgel in de kerk aanwezig. De archieven vermelden dat dit orgel vernield werd tijdens de eerste Beeldenstorm in 1566.

    In 1569 werd een nieuw orgel geplaatst door "den orghelmakere van Ypre", zeer waarschijnlijk was dit Michiel Langhedul . Hier vinden we geen ander aanknopingspunt. Maar eigenaardig is het feit dat noch in de geschiedschrijving van het orgel van Sint Bertinus noch in de beschikbare archivalia, nergens meer sprake is van de bouw van een nieuw orgel.

    De geschiedenis van het Sint-Bertinusorgel is er wel één van talrijke opeenvolgende herstellingen en verbouwingen.

    Wat er tijdens de tweede Beeldenstorm gebeurde is niet precies bekend. Pas in 1674 is er weer een vermelding: “Jan van Belle uit Ieper wordt belast met het "repareren ende vermaeken van het orgelken".

    Om welk orgel het gaat, en of dit het enige in de kerk aanwezige orgel was, is niet bekend. Deze fase is de oudste waar nog materiële resten van bewaard zijn in het huidige orgel.

    Hier volgt een overzicht van de daaropvolgende stadia:

                - tussen 1676 en 1687 zijn er meerdere werkzaamheden uitgevoerd geweest door Guillielmus van Belle. Dit kon worden vastgesteld door de inscripties van het jaartal op verschillende pijpen.

                - Er zijn nog restanten van pijpwerk aanwezig die duiden op een verbouwing in het midden van de 18de eeuw

                - In 1780 zijn er herstellingen uitgevoerd door J.J. vander Haeghen uit Rijsel.

                - vermoedelijk rond 1806 wordt het orgel van het koordoksaal overgebracht naar een west-doksaal, het huidig doksaal.

                - In 1825, zou er een overeenkomst geweest zijn met P. van Peteghem uit Gent voor een renovatie van het instrument. Het blijkt dat deze werken niet onmiddellijk uitgevoerd werden, doch uitgesteld tot 1835.

    Uit briefwisseling blijkt dat er wel degelijk in 1835 een nieuwe orgelkast geplaatst zou worden, waarin P. van Peteghem het instrument zou moeten overplaatsen en aanpassen. Deze werken waren voltooid in 1836

    En aangezien er van 1866 tot 1907 in Poperinge een orgelbouwer woonde, namelijk Fr. Ureel, mogen we veronderstellen dat hij sporadisch wel voor het onderhoud en de eventuele herstellingen heeft ingestaan

                - in 1903 vond een ingrijpende ombouw plaats. De Brusselse orgelbouwer G. Cloetens renoveerde het instrument naar romantische trend, doch met behoud van een gedeelte oud pijpwerk. De orgelkast uit 1836 - een fraai voorbeeld van vroege neogotiek - verdween en werd vervangen door een meubel in eclectische stijl, gebouwd door het atelier Jozef Lelan uit Kortrijk

                - in september 1915 werd het orgel ingepakt en naar Frankrijk gevoerd. In 1919 werd het teruggebracht

                - in 1920, toen het kerkmeubilair opnieuw werd geïnstalleerd werd, werd ook het orgel hersteld door J. Anneessens uit Menen.

                - in 1948 volgde een nieuwe transformatie, door J. Loncke uit Esen bij Diksmuide.

                - in 1995 werd een nieuwe blaasbalg gemaakt door de firma Loncke uit Zarren.

                Van 2008 tot 2011 werd het orgel gerestaureerd, met de restauratiepremie van het Vlaams Gewest. Ook de stad Poperinge heeft hierin zijn steentje bijgedragen. De werken werden uitgevoerd door G. Schumacher uit Baelen a/d Vesder, naar een ontwerp van orgeldeskundige J. Braekmans uit Vorselaar.

    Er werd een nieuwe orgelkast gebouwd - met verwerking van de bestaande -, en het instrument werd totaal gereorganiseerd in functie van een maximale integratie van het oude pijpwerk.

                Hoewel enerzijds de geschiedenis van het orgel in grote trekken bekend is, en anderzijds het pijpwerk zelf meerdere historische inscripties draagt, bleek het pijpenbestand vóór 2008 een bizar en heterogeen beeld te vertonen. Wij sparen de lezer hier de ellenlange opsomming van de vele orgeltechnische gegevens.

    Eén feit willen we de lezer niet onthouden: De herstelling in 1948 door J Loncke

    In 1948 plaatste J. Loncke een nieuw orgel in Herne (Brabant), en hij heeft blijkbaar het pijpwerk uit het oud orgel van Herne dat zwaar beschadigd werd in WO II,  in het orgel van Poperinge verwerkt.

    In het orgel te Nieuwpoort-bad, parochiekerk Sint-Bernardus bevonden zich echter 38 pijpen uit het Poperingse orgel, waaronder twee gesigneerde Van Bellepijpen:

    1) op de pijp die in Nieuwpoort als C fungeerde staat: “Gúllielmus van Bellefecit tot Ÿper anno 1687C nacaer”

    2) op de pijp die nu als C# fungeert staat vooraan: “C Fluitte anno 1673” en op de zijkant: “Gúllielmús van Belle fecit tot Ypre anno 1676”

    J. Loncke, die in 1949 dit orgel in Nieuwpoort-bad bouwde, had in 1948 dus een aantal oude pijpen uit het Poperingse orgel verwijderd, en daarna in Nieuwpoort verwerkt.

    In verband hiermee trof J. Braekmans tijdens de restauratiewerken aan het orgel, en n.a.v. van een bijkomend onderzoek in Nieuwpoort-bad Sint-Bernardus nog 36 pijpen, waaronder één door Van Belle gesigneerd.

                De kerkfabriek van Nieuwpoort Sint-Bernardus heeft in 2009, in ruil voor nieuwe pijpen, de voormelde Van Belle-pijpen afgestaan aan de kerkfabriek van Poperinge Sint-Bertinus.

    Deze pijpen werden tijdens de restauratie/renovatie van het orgel opnieuw geïntegreerd in het Poperingse orgel. Waarvoor ik in naam van de Kerkfabriek Sint Bertinus onze collega’s uit Nieuwpoort-bad  hartelijk dank.

                De huidige kast bestaat enkel uit een eikenhouten voorkant en zijwanden. Binnenin is heel veel grenenhout verwerkt. Bovenaan is het niet afgesloten, enkel het zwelwerk is uiteraard bovenaan afgesloten

                “zwelwerk”: een afgesloten kast staat met jaloezieën binnen in het orgel, die de toe- of afname van de klanksterkte regelen, waardoor het geluid aan- of af "zwelt".

    De orgelkast zelf is eclectisch van stijl, d.w.z. elementen van Vlaamse neogotiek en neobarok.

    Het frontaal gedeelte bestaat uitsluitend uit sierpijpen - halfronde grenen staken, vooraan beschilderd met aluminiumbronsverf.

                De foto van het nieuw orgel komt van Fernand Bril, die trouwens ook onze vaste fotograaf is voor Kerk en Leven.

                De twee andere foto’s zijn ons bereidwillig bezorgd door het Stadsarchief Poperinge, fonds 'Het Wekelijks Nieuws',ref. HWN 000005-F-008.

                Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan een lijvig inventarisatieonderzoek van 42 bladzijden, ons ter beschikking gesteld door de heer Patrick Roose, Erfgoedonderzoeker-orgels van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, waarvoor onze dank.

                Om de gebruiksmogelijkheden van het orgel te maximaliseren, zowel op liturgisch vlak als voor orgelconcerten, werd dit instrument uitgebreid tot een groot 3-klaviersorgel met zelfstandig pedaal en met niet minder dan 46 registers. Dit zal de uitvoering van een breed repertorium aan orgelmuziek toelaten.

    Tot slot nog even kort dit: Om geluid uit een orgel te krijgen moeten de pijpen en pijpjes worden aangeblazen. Een windmotor zorgt ervoor dat de balgen worden gevuld met lucht. De spaanbalgen (denk maar aan het blaasbalgje voor de open haard) houden deze lucht onder een zekere druk. Deze lucht onder druk wordt orgelwind genoemd. Door middel van kanalen wordt deze orgelwind van deze spaanbalgen naar de windladen geleid. Een windlade is eenvoudig gezegd een grote houten doos waar de spaanbalgen via de kanalen de orgelwind in blazen. Op die houten doos staan de orgelpijpen. Er zijn meerdere windladen, namelijk één voor elk klavier en één voor het pedaal. Door het indrukken van een toets wordt met behulp van stangetjes en scharniertjes een klepje (ventiel) onder de pijp geopend, waardoor de pijp de gewenste klank voortbrengt. Als je nu weet dat ons orgel 2858 pijpen en pijpjes bevat kan u zich dan wel voorstellen dat het binnen in de orgelkast van drie verdiepingen een doolhof is van kanalen, orgelpijpen, stangetjes en scharniertjes.

                Poperinge beschikt hiermee over één van de grootste orgels in West-Vlaanderen. Er zijn hoogstens een vijftal orgels met drie klavieren. Ook wat betreft het aantal registers staat het Poperingse orgel bij de vijf grootste van West-Vlaanderen. En wat betreft het voetklavier is er slechts één orgel die dit evenaart en dat is in Roeselare.

    INSPELING

                Op vrijdag 6 mei om 19.00u wordt het gerestaureerd orgel ingespeeld. Iedereen is welkom. Het programma ziet er als volgt uit: Welkomstwoord door de voorzitter van de kerkfabriek Frans Devos, waarna orgeldeskundige Jef Braekmans een korte historiek brengt. Vervolgens gaan de leerlingen uit de orgelklas van de kunstacademie ons wegwijs maken in de mogelijkheden van het orgel onder de leiding van directeur Ludo Geloen. Voor de inzegening van het orgel zorgt Deken Jos Gheysens, waarna een korte bezinning volgt en een liturgische samenzang met aan het orgel organist Jan Dedecker. Ludo Geloen, organist, stadsbeiaardier en directeur Kunstacademie Poperinge, studierichting Muziek, zal ons daarna vergasten met een orgelrecital. Uiteindelijk rondt de Heer Burgemeester Christof Dejaegher af met een slotwoord, waarna een receptie wordt aangeboden door de Sint-Bertinusparochie.

    Frans Devos, voorzitter kerkfabriek Sint Bertinus

    19-04-2011, 18:33 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    16-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FOTOREPORTAGE TREKKING LOURDESBEURZEN 26.03.11

     



















    16-04-2011, 20:45 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trekking Lourdesbeurzen Vrienden van Lourdes Poperinge
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE VRIENDEN VAN LOURDES POPERINGE

     

    De Lourdesvrienden – Poperinge – 26 maart 2011

     

    Zaterdag 26 maart werden in de Sint Bertinuskerk te Poperinge, uit 1200 verkochte bijdragekaarten, 12 Lourdesbeurzen verloot.

    Al van half vier hadden de eerste kerkgangers hun plaatsen ingenomen. Tegen vier uur was de kerk voor drie vierden vol, wat een zeer behoorlijk aantal was.

    Deken Jos Gheysens ging voor in deze viering en de muzikale omlijsting werd verzorgd

    Door het federaal koor “Zingende Kerk. ”Wat normaal een gewone zaterdagmis zou zijn geweest, groeide uit tot een evenement die ons deed denken aan een misviering in Lourdes. Het koor bracht tal van prachtige Marialiederen die de Mariaverering nog meer accentueerden. De hemelse orgelklank vloeide in volledige harmonie met de vrolijke stemmen uit het koor zacht over in de stilte van deze sacrale ruimte. Het was op de gezichten van de aanwezige gelovigen duidelijk zichtbaar dat ze geboeid luisterden naar het vernieuwd koor onder de kundige leiding van Hubrecht De Gersem ondersteund door onze organist Jan Dedecker aan het orgel.

    Na de viering werden 12 mensen gelukkig gemaakt met een Lourdesbeurs van 400 euro.

    Wij danken hier in willekeurige volgorde Deken Jos, Jan Dedecker, Hubrecht De Gersem en het koor, de vele sympathisanten van de Lourdesvrienden, onze huisfotograaf Fernand Bril en tenslotte vooral de vele medewerkers die het weer klaar speelden om 1200 steunkaarten te verkopen. Je moet het maar doen. Proficiat en vooral bedankt.

    Het bestuur.

     

    DE WINNENDE KAARTEN VAN DE VRIENDEN VAN LOURDES 2011

    Federatie Poperinge – Federatie Poperinge-West

     

    - Rik Valcke, Pezelstraat 49 te Poperinge

    - Bert Raman, Busseniershof 35 te Poperinge

    - Denise Berghen, Mandeldreef 14 te Poperinge

    - Céline D’Amour, Diepemeers 21 te Poperinge

    - Frans Merveillie, Saazlaan 31 te Poperinge

    - Els Wemaere, J. Van Walleghemstraat 12 te Poperinge

    - Christel Schoofs, Busseniershof 39 te Poperinge

    - Christina Vandamme, Hallertaulaan 45 te Poperinge

    - Albertine Steyaert, Helleketelweg 17 te Poperinge

    - Marie Kesteman, Trappistenweg 7 te Watou

    - E.H. Ludo Lepee, Kerkhofstraat 1 te Watou

    - Sint-Sixtusabdij, Donkerstraat 12 te Westvleteren

    - Raymonde De Byser, Pottestraat 78 te Poperinge

     

     

    09-04-2011, 00:00 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    17-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ABELE

    ABELE

     

    Abele, is een gehucht op de Frans-Belgische grens, maakt deel uit van de fusiegemeente Poperinge.
    Het dorp ligt niet alleen op landsgrenzen, maar ook op gemeentegrenzen.  Abele bestaat nl.
    uit de uitlopers van 3 gemeenten: Watou, Poperinge en Boeschepe (Fr.).

     

    Geschiedenis.

     

    Abele ligt zowat op een hoogte van 40m à 50m boven de zeespiegel. Ten zuiden van die heuvel ligt de Vleterbeek – in de Poperingse geschiedenis gekend als “de Fleterna” die een belangrijke rol heeft gespeeld in de Geschiedenis van Poperinge - stad waar Abele nu deel uitmaakt sinds de gemeentefusies. Deze beek ontspringt op de zuidkant van de Catsberg, loopt door Poperinge en mondt uit in de IJzer te Elzendamme bij Oostvleteren.

    Abele is ongetwijfeld afgeleid van de populierensoort “abeel” een boomsoort die wellicht veel voortkwam in deze streek. Trouwens de familienaam “Vandenabeele” is een goed gekende naam. (Iemand uit Abeele)

    Abele ligt op een kruispunt van het diverticulum Cassel – Aardenburg, een zijweg van een Romeinse heirbaan. Het dorp moet al heel vroeg bewoond geweest zijn. Trouwens zijn hoge ligging is hieraan niet vreemd. Het was ook een halte of rustplaats voor de reizigers tussen Steenvoorde (Fr.) en Poperinge. Heel wat vondsten wijzen op een Romeinse periode en het puin dat er nu nog wordt gevonden laat zeker veronderstellen dat op deze hoogte langs de heirweg er een herberg met standplaats voor paarden moet gestaan hebben.

    Samen met Watou stond deze streek bekend als een streek bewoond door ‘barbaren’ die bovendien nog onveiliger werd gemaakt door een groot aantal slangen.

    Deze ‘barbaarse’ bevolking behoorde tot de Germaanse stam der “Catten”. Hiervan getuigen de vele toponiemen met ‘Cat’ of “Catte”. Zo hebben we onder andere . Catsberg, Kattestraat, Kattebeek, Hoeve “De Catteman”………..

     

    Op een oude kaart uit 1570 is Abele terug te vinden als “Abeele Capelle”.  Er staat nog steeds een heel oude kapel, op Franse grond, maar die is bouwvallig en niet meer voor restauratie vatbaar. Of die kapel verwijst naar de,naam konden wij niet terugvinden.

    Het is bij vorsers algemeen geweten dat men in een kerkarchief soms toch nog heel wat kan terugvinden. Zo ook in het kerkarchief van Abele. Dit klein gehucht verdeeld over drie gemeenten heeft het soms zwaar te verduren gehad.  Plunderaars, ziektes en natuurrampen werden het dorp niet onthouden. Onder Lodewijk XIV werd Vlaanderen verdeeld en trok men de grens vlak door de hoofdstraat van het dorp. Ook nu nog is dit zo. Langs de ene kant ligt de Westhoek en aan de andere kant Le Westhouck of Frans-Vlaanderen..

    De opstand tegen de Franse wet Combes (1) in 1906 zorgde voor een minirevolutie: de Belgen vreesden voor een grensincident met Frankrijk en wat later viel zelfs daardoor de Franse regering.

    Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg Abele een Engels vliegveld en heel wat legerkampen. Gelukkig lag Abele achter het front en werd het al bij al nog gespaard. In die tijd lag er ook een spoorweg tussen Hazebrouck (Frankrijk) en Poperinge. Die spoorweg liep door Abele en was tijdens de oorlog van groot belang voor de bevoorrading van het front in en rond Ieper. Na de 2deWO kwam een heropbloei.  Het spoorwegtransport viel weg, maar door het drukker wordende wegtransport werd Abele een belangrijke grensovergang.  De handel en horeca konden hiervan de vruchten plukken. De douanepost in Abele werd te klein en werd verplaatst naar Callicannes zo’n 3 km verder vlak aan de Frans-Belgische grens. Om het verkeer vlotter te laten verlopen werd dan ook de Frans-Vlaanderenweg aangelegd tussen Abele en Poperinge. Het doorgaand verkeer verdween hierdoor uit het dorpscentrum. Abele werd een stil en rustig dorp. Vandaag de dag is Abele een trekpleister voor toeristen en dagjesmensen. Ze kunnen er de prachtige landelijke vakantieverblijven ontdekken, typische cafeetjes, leuke volksspelen en uitstekende restaurants. Je kunt er zelfs terecht in een heus museum dat luistert naar de naam “’t Pensionaat” dat je een soort streekmuseum kunt noemen.

    (1).Justin-Louis-Émile Combes (Roquecourbe (Tarn), 6 september 1835 - Pons, 25 mei 1921) was een Frans  minister en premier. Combes volgde het seminarie maar ontwikkelde zich later als een fervent antiklerikaal en antireligieus staatsman. In 1885 werd hij verkozen tot senator en werd in 1895 minister van onderwijs. Ten tijde van het kabinet-Waldeck-Rousseau bereidde hij een wet op de vereniging voor,   die voornamelijk ten doel had het aantal en de activiteit van de religieuze congregaties tot het uiterste te beperken en het katholiek onderwijs te fnuiken. Nadat hij in 1902 zelf een kabinet had gevormd, legde Combes de wet op de verenigingen met een aan het fanatisme grenzende ijver ten uitvoer. Een nieuwe wet van 4 juli 1904 kwam ten slotte neer op een vrijwel algehele opheffing van het kerkelijk onderwijs. De Franse bevolking kwam hiertegen in opstand. Een conflict met paus Pius X, die in augustus 1903 was verkozen, leidde tot de opheffing van het Franse gezantschap bij de H. Stoel. Een wet op de volledige scheiding van Kerk en staat werd voorbereid en na Combes' aftreden uitgevaardigd. Het ministerie Combes besteedde voorts aandacht aan de sociale wetgeving en kwam in 1905 ten val door het schandaal van de fiches, waarbij de kerkgang van katholieke officieren werd bijgehouden om hen van promotie uit te sluiten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Combes nog minister zonder portefeuille in een kabinet Briand (1915-1916).

    hartelijke groeten van de de westhoeker

     Wil u meer weten over de Westhoek en zijn mogelijkheden contacteer: devos.deschoemacker@skynet.be


    bezoek ook:

    http://blog.seniorennet.be/OH
    www.vvlourdes.be
    www.onzenheertje.be
    www.poperinge.be

    17-12-2010, 17:05 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    15-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EENS IETS ANDERS

     

    ARNEKE       

    Ligt in het departement du Nord – arrondissement Dunkerque – kanton Cassel

    - 13150 inw. en een oppervlakte van 1341 ha

    - Ligt aan de Peene. De Peene is eigenlijk een grote beek en wed bekend om de slag bij    de Peenebeek

    - Arneke was eerst een klooster, gesticht einde 7e E. door Wambert de plaatselijke heer,    en geschonken aan zijn econoom Bertulf

    - in 1141 gekend onder de naam Renteka  (Rantiacum = toebehorend aan Rantius

    - lag in het Graafschap Vlaanderen – Kasselambacht – bisdom St.Omaars –  en was Vlaamssprekend

    - Een Vlaamse strijder kanunnik SCHODDUYN (Arneke 1854 – Ambleteuse 1937) leidde       27 jaar te Ambleteuse het maritiem labo van de Katholieke Rijselse Universiteit.

    - Arneke is vooral een landbouwgemeente en heeft nog enkele mooie wagenkoten en        hoeves in “plak en stak”

    DE SINT - MAARTENSKERK (1593-1609)

    16 jaar heeft men nodig gehad om deze kerk te bouwen. Is Laatgotisch en er zit nog ijzersteen in verwerkt. De toren is echter van een later datum.

    Binnen in de kerk staat een grafgedenkteken voor Jan van Halle, stichter van de Kapucijnen te Belle. Merkwaardig is het beeldje van  Batholomeus en Mathias. (17e E.)

    Prachtig is ook het Votiefschilderij-drieluik met kroning van O.L.Vrouw en schenkers (17e E.)

     

                votief = liturgische term, dat in samenstellingen wordt gebruikt als bvb                                       votiefgeschenk, votieftafel, votiefkaars, votiefkerk. Het bijvoeglijk naamwoord                   ‘votief’ geeft aan dat het desbetreffende voorwerp ingevolge een belofte aan                  de eredienst geschonken is, meestal uit dank voor een verkregen gunst

                            (vgl ex-voto).

                votief heeft ook nog een andere betekenis in de term votiefmis. Daarmee wordt een                 mis aangeduid die, in afwijking van de liturgische kalender, gekozen wordt om                       een speciale reden of intentie (bijv. huwelijksmis, requiemmis).

                ex-voto (Lat., = krachtens gelofte), een voorwerp geplaatst in een kerk of ander                        gewijd oord, als dank aan God, Onze Lieve Vrouw of een van de heiligen voor              een verkregen gunst.

    Verder zie je nog een

    Een offerschaal in gedreven koper uit de 17e Eeuw (Gedreven = vervaardigd door uitkloppen.)O.L.Vrouw-zijaltaar – barok uit 1715 – door Jacques Wailsch uit St. Omaars - Twee biechtstoelen – uit de 18e Eeuw - Hoogaltaar – 1770 - Orgelkast –1771 van Spillemaker - Rococo preekstoel – 1780 met de Evangelisten en de profeet Jonas op de trapleuning (Spillemaker) Een pastoorsgezicht met bril op een zittertje in het koor rechts. - Kruisweg – 1839 –

    Biechtstoelen ingewerkt in rococo wandbeschot met 64 beeldjes (uit het midden van de 19e Eeuw. - Versierd met Maria Magdalena, zondaren, St Pieter, Christus op zoek naar het verloren schaap en de verloren zoon. 

    Vijf schilderijen van Bafcop 1860 - Tabernakel in hout en rijk versierd - Fraaie communiebank in ijzer - De Calvarie aan de torenmuur (1805) - Grafsteen 1742 in de kerk  Grafstenen aan de buitenmuur 1782 en 1761

    RELIEKBORSTBEELD van GOEWAERT (1772)

    Benedictijnenbisschop Goewaert  van Hildesheim  (+1038) - (Gowaard, Gohard, Godehard, Gotthard)

          Heeft de streek gekerstend tussen 999 en 1002

          Heilig verklaard in 1131

    Sinds 1208 aangeroepen tegen REUMA – Vliegend Flerecijn  (jicht) – ischias – en bloedloop. Ieder jaar is er ook een noveen voor de H. GOEWAERT VAN 1 TOT 9 mei.

     

    ischias, een ontsteking (neuritis) van de grote beenzenuw die zeer heftige pijn veroorzaakt.

    Ischias kan ontstaan door een infectie met een bacterie of virus.

    De pijn begint in de bil en straalt uit langs de achterkant van het been tot aan de voet.

     

    ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN

     

    - Pastorie (1759)

    - Hoeve der 7 planeten (begin 18e Eeuw) met allegorische versieringen

     

          (Allegorie: De meest voorkomende vorm van allegorie in de beeldende kunst is de personificatie van een abstract  begrip, bijv. een beeld van Vrouwe Justitia.)

     

    - Brammelhof met Kapel en beeld van St.Goewaert (17e Eeuw)

     

    DE SLAG BIJ DE PEENE

     

    De Slag bij Kassel ( 10 april ) is een van de drie veldslagen die in de buurt van de Franse stad Kassel werd geleverd. Het was een confrontatie tussen de troepen van Lodewijk de veertiende, en de troepen van de Verenigde Nederlanden.

    In de 17e eeuw boterde het lange tijd niet tussen de Franse kroon en de Habsburgers. Lodewijk XIV wilde zijn grenzen verleggen om zijn eigen positie beter en gemakkelijker te verdedigen. Het rijke Graafschap Vlaanderen, zonder natuurlijke hindernissen, was ten noorden het ideale gebied om zijn terrein uit te breiden. Naast die drang tot expansie lagen nog andere factoren aan de grondslag van één van de laatste fases van de Hollandse oorlog, namelijk: het calvinisme en de agressiviteit van de Hollandse kooplui.

    Lodewijk kon een tijdlang de steun genieten van Engelsen door het Verdrag van Dover. Maar toen de Engelsen in 1674 bakzeil haalden ging Lodewijk de confrontatie alleen aan. Zijn doel bestond erin de drie versterkte vestingen aan te vallen: Kamerijk (Cambrai) - Valencijn (Valenciennes) en Sint-Omaars (Saint-Omer)

    Na de inname van Valencijn belegerde Lodewijk zelf, samen met Vauban Kamerijk. Zijn broer, hertog van Orléans stuurde hij naar Sint-Omaars..

    Maar Willem de derde van Oranje-Nassau bleef ook niet zo maar bij de pakken zitten en besloot te reageren. Vanuit Ieper marcheerde hij, aan het hoofd van een leger van 32 000 man, via Poperinge en Okselare naar de Kasselvallei. De Hertog van Orléans, die weet kreeg hiervan, trok hen tegemoet en ontmoette de Nederlandse troepen aan de Penebeek tussen Noordpene en Zuidpene. Lodewijk XIV stuurde hem van uit Kamerijk 25.000 voetknechten en 9.000 cavaleriesoldaten onder bevel van Francois Henri van Montmorency-Bouteville, Maarschalk van Luxemburg. Tegen de avond maakten zo ongeveer een 66.000 soldaten zich op voor de strijd.

    De Nederlanders, die posities innamen in en rond een abdijhoeve met een strategische ligging, kregen vier Franse aanvallen te verduren. De hoeve brandde af en de Fransen slaagden erin de troepen van Willem op de vlucht te jagen, achtervolgd door de cavalerie van de maarschalk van Luxemburg. In totaal vielen in beide kampen 4.200 doden en 7.000 gewonden.

    Kamerijk werd op 19 april 1677 veroverd. Later volgde Sint-Omaars. Uiteindelijk resulteerde de hele operatie in de Vrede van Nijmegen waarbij een gedeelte van het graafschap Vlaanderen bij Frankrijk werd gevoegd. Lodewijk XIV beloofde het behoud van hun priviliges aan de steden die capituleerden maar tegelijkertijd zaldelde hij hen op met een alomtegenwoordige administratie. Hij liet, bijvoorbeeld in Ieper, versterkingen aanleggen. Later moest hij bezette steden zoals Doornik en Menen toch opnieuw ontruimen.

    Aan de slag herinnert een obelisk. Elk jaar komen hier volksnationalistische Vlamingen en Nederlanders bijeen. 

     hartelijke groeten van de de westhoeker

     Wil u meer weten over de Westhoek en zijn mogelijkheden contacteer: devos.deschoemacker@skynet.be


    bezoek ook:

    http://blog.seniorennet.be/OH
    www.vvlourdes.be
    www.onzenheertje.be
    www.poperinge.be

     

    15-12-2010, 00:00 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LOURDES
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LOURDES

     

    Voorwoord

     

    Wij christenen zijn steeds onder weg. We zijn op uittocht zoals weleer het Volk van Israël, dat uit Egypte vertrok onder leiding van Mozes naar het beloofde land Kanaän. Wij hebben op onze tocht echter twee Leiders: Christus en de Geest. Zo zien we dit als gelovigen. We voelen dit echter niet altijd zo aan. Onze zorg voor het tijdelijke en het materiele is prioriteit geworden.

     

    De bedevaarder of pelgrim heeft zijn beslommeringen achter zich gelaten. Hij duikt onder in een sfeer van bezinning

    Een pelgrim gaat ook nooit alleen op bedevaart. Hij stapt mee in een uittocht van duizenden geloofsgenoten. Samen onderweg.

     

    De pelgrims hebben maar één doel: De Grot in Lourdes, daar waar Bernadette als eerste ging bidden in de holte van de Massabielle-rots. Sindsdien zijn miljoenen pelgrims er komen bidden.

     

    Ook Maria’s leven was getekend door “uittocht” en “doortocht”. We herinneren ons de vlucht naar Egypte. Ze ging op weg naar de tempel om haar Zoon aan de Heer te offeren. Jezus gaat op tocht om het woord van God te verkondigen. Maria volgt hem op die tocht, wel is waar van op afstand. Maar als haar taak als moeder roept is ze bij Jezus. Ze volgt haar Zoon op zijn kruisweg. Ze trekt op naar Calvarie en volgt hem tot aan het graf. Tot het einde toe was haar leven één zwerftocht. Want na de verrijzenis en de Hemelvaart van haar Zoon trok ze op met de leerlingen.

     

    Zo is Maria het grote voorbeeld doorheen het leven van de pelgrims. Lourdes is maar een mijlpaal op die tocht door het leven. In Lourdes krijgen we van onze Leider, De Geest, de kracht om onze tocht door dit leven te kunnen verder zetten naar de Vader, onze Leider die ons uiteindelijk terug opneemt in zijn grote liefde.

     

    Wij gaan naar Maria om er meer zekerheid te krijgen dat we bij Christus zullen uitkomen.

     

    We gaan naar Lourdes om, langs Maria en haar Zoon, God nader bij te zijn. Hoewel dit lijkt op een omweg, toch is dit de kortste weg naar de Vader.

     

    We zijn aldus het volk van God dat zich samen op weg begeeft.

     

    De hiernavolgende afbeelding is de doopvont uit de

    parochiekerk waar de heilige Bernadette werd gedoopt.

     

    In het heiligdom kan je die terugvinden op een bronzen zuil waar overigens nog andere afbeeldingen te zien zijn uit het leven van Bernadette, zoals we verder nog zullen zien.

     

    Korte geschiedenis van meerdan 100 jaar “Vlaanderens bedevaart”

                Naar een tekst uit het bedevaarboekje van “Vlaanderens Bedevaart”

    In 1897 was de pastoor van de O. L. Vrouwparochie uit Kortrijk in Lourdes. Terwijl hij aan het wandelen was op de esplanade komen twee Franssprekende zusters opgewonden de pastoor tegemoet. “Vlug, er ligt een stervende in het hospitaal en we zoeken een priester die Vlaams spreekt”. De pastoor haast zich tot bij de stervende en stelt vast dat het dan nog een mevrouw is uit zijn parochie. Hij was dan ook erg blij dat hij deze vrouw in haar laatste ogenblikken had kunnen bijstaan.

    Bij zijn terugkeer in Kortrijk werd dit gebeuren druk besproken met zijn onderpastoors, o.a. Camiel Bruloot, die directeur werd van de latere bedevaart.

    Het feit dat Vlamingen in Lourdes verloren liepen en dat er daar voor hen geen opvang was, vormde de aanleiding om daar van uit Kortrijk iets aan te doen.

    Twee mannen waren toen bereid om aan dit plan te helpen realiseren: Frans Lamoral, die op huwelijksreis al naar Lourdes was geweest en dokter A. Depla die ook onmiddellijk zijn diensten aanbood. Bisschop Waffelaert zegende deze onderneming en aanvaarde het erevoorzitterschap.

    De eerste bedevaart ging door van 6 tot 14 september 1898 met 285 deelnemers.

    Deze bedevaart die vertrok uit Kortrijk was de eerste en zou lange tijd de enige blijven, waarvan de organisatie Vlaams was.

    Het is ongelooflijk van waar deze bedevaarders allemaal kwamen. Gans Vlaanderen was er vertegenwoordigd van aan de Zee tot in Limburg.

    Dat de reis wel niet verliep in zeer gunstige omstandigheden kan de lezer al raden. Geen elektrische verlichting, geen toiletten, zelfs geen zijgangen. Vandaar ook soms moeilijke en lange haltes.

    Anekdote: de directeur riep gedurende deze haltes de bedevaarders  bijeen vóór zijn compartiment en hield daar telkens zijn “treinsermoentjes”. De leuze was “godsdienstig en gedienstig”

     

    De eerste acht bedevaarten van 1898 tot 1905 konden rekenen op een gemiddeld aantal van 245 tot 250 bedevaarders.

     

    De merkwaardigste bedevaart vóór de 1e wereldoorlog

                            De bedevaart in 1908.

     

    In dat jaar vierde men toen de vijftigste verjaardag van de verschijningen aan Bernadette in Lourdes. Voor het eerst waren er twee treinen uit Vlaanderen. Er waren niet minder dan 858 bedevaarders, waaronder 84 priesters en 50 zieken.

    Maar het merkwaardigste moet nu nog komen. We schrijven 11 augustus 1908. Mgr Waffelaert die de Pontificale hoogmis opdroeg gaat samen met de bedevaarders naar de Grot.

    En daar leest de Bisschop in het Vlaams en in het Frans de oorkonde voor waarin de genezing van Pieter De Rudder uit Jabbeke – genezen in het Mariaoord te Oostakker, Het  Vlaamse Lourdes – als een mirakel wordt erkend. Dat dit voor de Talrijke Vlamingen een ontroerend moment is geweest hoeft geen betoog.

     

    In 1921

    gaan 700 bedevaarders naar L.ourdes.

     

    Het verslag

     

    Het verslag werd geschreven door een schrijver uit de Kempen Jef Simons (1888 – 1948)

    Ik citeer letterlijk uit het bedevaartboekje. Hij vermeldt de deelname van groepen uit alle gouwen: Gent, Antwerpen, Limburg, maar vooral West-Vlaanderen MET POPERINGE op kop onmiddellijk gevolgd door de StTillo’s turners uit Izegem deelname van 1.025 pelgrims.

     

    1920

    Er vertrekken nu ook treinen uit Brugge. In mei tellen we 920 deelnemers voor de meibedevaart en voor de Augustusbedevaart – dit jaar de 25e keer – tellen we 1300 pelgrims.

     

    Tot hiertoe,

    van 1898 tot 1928 bracht Vlaanderens Bedevaart ongeveer 20.000 bedevaarders in 44 treinen naar Lourdes. Dit is gemiddeld 450 bedevaarders per trein

     

    In de volgende jaren

    van 1929 tot 1939 reden er 61 speciale treinen met ongeveer 28.500 bedevaarders. Dit betekent 2850 bedevaarders per jaar.

     

    Tussenin

    1933 zondag de 6e augustus maken de bedevaarders de wonderbare genezing mee van Elisabeth Fraiteur uit Leuven. Drie wervels van haar ruggengraat waren ziek, ontstoken, uitgevreten en aaneengegroeid. Haar genezing was onmiddellijk. Het volgende jaar moet zij in Lourdes terug voor de commissie verschijnen om haar genezing vast te stellen. Daar werd bevestigd dat de genezing gebeurde buiten de wetten van de natuur om.

     

    De Jubelbedevaart van 1939

    was een hoogtepunt want op één en dezelfde bedevaart waren er nu 2234 deelnemers, dit keer met 175 zieken.

    Na de tweede wereldoorlog

    werden de bedevaarten hervat en waren tot op heden succesvol wat betreft de deelname. Ondertussen zijn heel wat organisaties die voordien beroep deden op Vlaanderens Bedevaart, afzonderlijk gaan organiseren. Nu heeft de bedevaarder naast de door het bisdom erkende bedevaarten ook heel wat aanbiedingen van touroperators en busondernemingen. Op die manier is het onmogelijk geworden het juiste aantal Vlaamse bedevaarders naar Lourdes nog te kennen.

     

    Dat het bedevaartgebeuren heel wat zou zijn verminderd is een verzinsel. De statistieken moet men soms nemen voor wat ze waard zijn, vooral als ze uit een antiklerikale hoek komen. En zeker als ze uit eigen rangen komen, want deze laatste horen bij de groep van pessimisten en criticasters.

     

    hartelijke groeten van de de westhoeker

     Wil u meer weten over de Westhoek en zijn mogelijkheden contacteer: devos.deschoemacker@skynet.be


    bezoek ook:

    http://blog.seniorennet.be/OH
    www.vvlourdes.be
    www.onzenheertje.be
    www.poperinge.be

     

     

     

     

    14-12-2010, 00:00 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    04-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BEELDENSTORM

    De Beeldenstorm

    De Beeldenstorm in de Nederlanden heeft zijn wortels in Frans-Vlaanderen. Hij is ontstaan op het einde van de toen traditionele bedevaart van Hondschote naar het Sint-Laurensklooster in Steenvoorde, meer bepaald in de Sint- Laurens kapel. Dat gebeurde op 10 augustus 1566.

    Tevoren waren er al enkele jaren hagenpreken. Ook die begonnen in Frans-Vlaanderen. De eerste vond op kleine schaal plaats op het "Cloostervelt" in Hondschote waar nu de Geuzenkapel staat. De eerste voor een grote menigte vond plaats op 12 juli 1562 in Boeschepe. Vele vooraanstaande godsdienstactivisten toen kwamen uit de Zuidelijkste Nederlanden. Denk bijvoorbeeld aan de bekende Pieter Daten, die heel wat psalmen op rijm heeft gezet of Petrus Dathenus uit Kassel of aan de gewezen monnik Jacob de Buzere of De Buyzere uit Hondegem.

    Ook vandaag herinnert Frans-Vlaanderen nog aan de beeldenstorm. Er is niet enkel de Geuzenkapel van Hondschote. In Steenvoorde vind je in de kerk nog altijd het klokje van het Sint- Laurensklooster, in Belle worden de geuzen in de brandvensters uitgebeeld. In Rubroek bevindt zich nog altijd de Papenput waarin de bosgeuzen de pastoor en de kapelaan van Rubroek hebben verdronken. Bij de put staat een typisch Zuid-Vlaams smeedijzeren kruis ter herinnering. Ook in de kerk van Rubroek en met een monument in een dorpsstraat worden de priesters herinnerd.

    Die beeldenstorm zwierf  vanuit Frans- Vlaanderen via Gent tot in Antwerpen. Op 22 augustus is er dan vanuit Antwerpen in Gent gestormd. Op 22 augustus 1566 werd Gent immers overspoeld door een eerste golf van beeldenstormen. De " brekers " verzamelden aan het Tempelhof en trokken vandaar langs de Geldmunt naar Sint- Veerle naast het Gravensteen. Via de Hoofdbrug, de Jan Breydelstraat en de Leieoevers bereikten zij het Predikherenklooster. Hier splitsten hun wegen: een eerste groep ging zuidwaarts richting Minderbroederklooster en SintPietersabdij, anderen trokken naar Sint-Baafs en nog anderen namen de Sint-Michielskerk en het Rijke Gasthuis in de Hoogstraat voor hun rekening. In totaal werden toen acht parochiekerken, vijfentwintig kloosters, tien hospitalen en zeven kapellen geteisterd!

    De beeldenstorm vormde in Gent de aanleiding voor het ontstaan van de Calvinistische Republiek in 1578. Pieter Daten verbleef toen in Gent en kreeg van het stadsbestuur de    hoogste jaarwedde: 600 gulden. Hij had de taak van organisator van de kerk en van het onderwijs in de stad. Er waren zeven protestantse kerken en ook het Bijlokehospitaal werd protestants. Een zekere Lucas van Peene was predikant in de Volderskapel. Het Tempelhof werd een Franstalige kerk. Het calvinistische voorbeeld van Gent werd kort na 20 juli 1578 door Sint-Winoksbergen, Kassel en Duinkerke overgenomen. Waar het    

    nog niet zover was, begon nu ook daar een openbare calvinistische predicatie. Toen de Spaanse repressie in volle hevigheid woedde, kwam er een enorme migratie tot stand. Op een bepaald ogenblik was ten noordoosten van Gent minder dan 10% van de akkergrond bebouwd. De mensen uit het Westkwartier trokken vooral naar Leiden, de Gentenaars naar Haarlem. Samen met alle gevluchte Zuidelijke Nederlanders maakten ze in het Noorden de Gouden Eeuw mogelijk

    Frans Vlaanderen (of Zuid-Vlaanderen) is sinds lang een streek met een Nederlandstalige minderheid in het Noorden van Frankrijk. Men spreekt er nog een Nederlands dialect, vooral in de Westhoek. De Westhoek is het meest noordelijk gelegen deel van wat men nu Nord-Pas-de-Calais noemt. Nord-Pas-de-Calais is de naam van een regio die ongeveer overeenkomt met de oude Franse Nederlanden.

                (phpMyVisites | Open source web analytics)

    hartelijke groeten van de de westhoeker

     Wil u meer weten over de Westhoek en zijn mogelijkheden contacteer: devos.deschoemacker@skynet.be


    bezoek ook:

    http://blog.seniorennet.be/OH
    www.vvlourdes.be
    www.onzenheertje.be
    www.poperinge.be

    04-11-2010, 00:00 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    12-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WESTHOEKER

     

    De wijzen kwamen uit het oosten, zo weten wij. Wij de ‘westhoekers’ komen uit het westen. Maar daarom niet minder wijs. Wij wonen in de verste hoek van dit kleine landje en worden van uit Brussel ook soms wel eens in de hoek geduwd. En door Antwerpenaren worden we soms minachtend “die van ginder achter” genoemd, warmee men ook wil zeggen die van uit die ‘achterhoek’. Vandaar dat wij wel eens hoekig uit de hoek komen: 'westhoelig'. Maar van een slecht karakter kan niemand ons beschuldigen. Integendeel zijn wij echt goede zielen die het met iedereen goed menen. Ik ben geen geboren Poperingenaar maar een aangespoelde uit Woumen de streek van de broeken en de Blankaart waarrond nu een heel natuurreservaat is gevormd. Maar na 50 jaar in Poperinge gewoond en geleefd te hebben voel ik me als een rasechte Poperingse burger in hart en nieren. Mij krijgen ze hier zeker niet meer weg. Je moet maar eens afkomen naar Poperinge. Ik weet je heel wat te vertellen over wat ik noem: “POPERINGE OP ZIJN BEST”. Je maakt er kennis met de mythe rond het mysterie of je nestelt je rond de ‘Grooten Onzen Heere’ om er het verhaal te horen over blauwers en commiezen. Je luistert met open mond naar de link tussen Watou als Graafschap met de “Courtewille”, de Sint Bernardus Brouwerij, De paters Cisterciënzers van de Catsberg en de brouwerij Sint Sixtus uit Westvleteren. Je mijmert op het op één na grootste oorlogskerkhof

    van de streek om te beseffen dat de grote oorlog niets anders was dan “de grote waanzin”. Als je van dat alles hebt genoten dan laat je de grote oorlog achter je en probeer je met een schuimige trappist of een ander streekbier je zinnen wat te verzetten. Als je tenslotte dit alles nog te saai vindt keer dan terug naar de tijd van toen en probeer een of ander volksspel uit. Wedden dat je nog terugkomt ?!


    hartelijke groeten van de de westhoeker

     Wil u meer weten over de Westhoek en zijn mogelijkheden contacteer: devos.deschoemacker@skynet.be


    bezoek ook:

    http://blog.seniorennet.be/OH
    www.vvlourdes.be
    www.onzenheertje.be
    www.poperinge.be

    12-10-2010, 00:00 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Westhoek

    Je bent hier: Home > Over De Westhoek > De Westhoek: pure verwondering!

    De Westhoek - Le Westhouck puur natuur

    De Westhooek en Le Westhouck een deel van Frans Vlaanderen heeft door zijn eenvoud zijn stilte, zijn natuur, door zijn platte land, een ongedwongen rustige sfeer van warmte en  gezelligheid en heeft alles om er verliefd op te geraken..


    Gezellige dorpjes en vriendelijke mensen, wat wil je nog meer……

    ... zoals Watou, Beauvoorde, Dranouter, Lampernisse, Gijverinkhove, .Zoutenaaie.. en de vele schilderachtige en kronkelende landwegen nodigen je uit om in de Westhoek op ontdekkingstocht te gaan. Stemmige cafeetjes waar de nostalgie naar buiten druipt en leuke restaurantjes met vriendelijk uitnodigende uithangborden worden een pleisterplaats om er nooit meer weg te gaan. Hier ontsnap je aan de drukte van de grootsteden. Voor de prijs moet je het zeker niet laten. Er is voor iedere beurs wel iets te vinden op de spijskaart met zijn vele originele streekgerechten. Het bier van de streek is er nat en straf en een picon kan zo zoet binnenlopen dat je bij een tweede gaat zweven in hogere sferen. Je hoeft er geen moeite te doen om de oversteek te maken naar Frans Vlaanderen waar je in de Franse “Westhouck” ontvangen wordt met de echte Franse “convivilaiteit”.


    De Westhoek en de kunst

    Kunsthuizen en galerijen zijn er gezaaid tussen de boerenhoven, korenvelden en hommelhoven. Het aanbod is zeer gevarieerd: de Stichting George Grard, het Delvauxmuseum, het Folkfestival van Dranouter en het jaarlijkse Kunstenfestival in Watou zijn culturele topevenementen. Vergeten we daarbij niet tal van stoeten, processies, wandeltochten, rommelmarkten, hoevefeesten en herdenkingsplechtigheden.

    De Westhoek en de “Groten Oorlog”

    Willem Vermandere zingt:” je vindt er het graf van duizend en duizend soldaten, altijd iemand vader altijd iemands kind,.Nooit meer oorlog wordt in de Westhoek verwoordt door Vredesconcerten Passendale, het Vredesmuseum in de IJzertoren en het Flanders Fields museum in Ieper, waar iedere dag nog om 20 uur onder de Menenpoort de Last Post weerklinkt..

    De Westhoek en zijn stadjes

    IEPER met z’n Vestingroute, een uniek stukje bouwkundig patrimonium.

    LO een vredig stadje gelegen in het “vlakke land” van “Bachten de Kupe” en de Westhoek. Het is een oase van rust midden een prachtige natuur.

    MESEN een klein stadje met Ierse allures. De Ierse Vredestoren werd er gebouwd door Noord-Ierse protestantse en katholieke jongeren. ...

    NIEUWPOORT stad waar de IJzer in de zee mondt, zijn havenrondvaarten op de monding van de IJzer te Nieuwpoort en zijn ijzertochten tussen Nieuwpoort, Diksmuide en Ieper.

    POPERINGE hoofdstad van het hoppeland een kei van een stad.

    VEURNE. Veurne is een typisch provinciestadje en is ondanks met het in verhouding lage aantal inwoners, een regionaal centrum voor de Westkust en Westhoek,

    WERIK grensstad met Frankrijk in de rug, de tabaksstad van de regio met zijn tabaksmuseum, waar je alles vindt over, tabak, tabaksreclame, smokkel, tabaksteelt, pijp, sigaar, en tabak in de grensstreek.

    DIKSMUIDE de stad van het “mannke uit de mane” – stad van kaas- en boterboeren

    De Westhoek en de natuur

    De Westhoek is ook puur, ongerept en groen. De West-Vlaamse heuvels met hun beboste toppen en hun eindeloze vergezichten en het vlakke noorden met de IJzer en de polders zijn een unieke gelegenheid om tot rust te komen. Tussen de Rode berg en de Zwarte berg vindt je ook de enige zetellift in Vlaanderen die je in 15 minuten heen en terug brengt van de ene naar de andere berg. Ook de geanimeerde badplaatsen, de brede stranden en de ongerepte duingebieden zijn zelfs meer dan een bezoek waard.

    Kortom, de Westhoek een streek om van te houden een streek van eenvoud, rust en kalmte.

    hartelijke groeten van de de westhoeker

     Wil u meer weten over de Westhoek en zijn mogelijkheden contacteer: devos.deschoemacker@skynet.be


    bezoek ook:

    http://blog.seniorennet.be/OH
    www.vvlourdes.be
    www.onzenheertje.be
    www.poperinge.be


     

     

    22-09-2010, 00:00 Geschreven door Sooy Uytterbroecken
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    Archief per week
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 20/09-26/09 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!