Nestorprijs 2012 van het tijdschrift HEIBEL voor Jo Gisekin, Ludo Simons en De Strangers
De redactie van
het tijdschrift Heibel,
cc t Schaliken, de cultuurraad en het stadsbestuur van Herentals
nodigen u en uw vrienden van harte uit op de
Uitreiking van
de Nestorprijs 2012
in cc t
Schaliken, Grote Markt te Herentals
op zaterdag 25 augustus 2012 te 15.00 uur
Paul Snoeys,
voorzitter van de cultuurraad,
heet u welkom.
*
Ingrid Ryken,
schepen van cultuur,
stelt de Nestorprijs voor.
*
Erik Goris,
brengt een fragment uit
'Het eerste mirakel van het kindeke Jezus'
van Dario Fo
*
Cas Goossens,
houdt de laudatio
voor Jo Gisekin en Ludo Simons.
*
Erik Goris
interviewt De Strangers.
*
Uitreiking van
de Nestors aan
Jo Gisekin, Ludo
Simons
en De Strangers
door Ingrid Ryken, Frans Depeuter,
Robin Hannelore en Werner Coudyzer
*
Ludo Simons
doet een dankwoordje.
*
Jo Gisekin
leest enkele gedichten.
*
De Strangers
zingen enkele liedjes.
*
Robin Hannelore,
redacteur van 'Heibel',
doet het slotwoord.
Daarna wordt een receptie,
aangeboden door het stadsbestuur van Herentals
Gelieve uw aanwezigheid te
bevestigen aan Frans Depeuter
De redactie van het tijdschrift Heibel, cc t Schaliken, de cultuurraad en het stadsbestuur van Herentals nodigen u en uw vrienden van harte uit op de
Uitreiking van de Nestorprijs 2009
in cc t Schaliken, Grote Markt te Herentals op zaterdag 22 augustus 2009 te 15.00 uur
Paul Snoeys, voorzitter van de cultuurraad, heet u welkom.
*
Ingrid Ryken, schepen van cultuur, stelt de Nestorprijs voor.
*
Als intermezzo volgt een verrassing...
*
Dr. Hans Verboven, secretaris van de Kempische Schrijvers houdt de laudatio van de gehuldigden.
*
Erik Goris voert een monoloogje op: 'Zozef'.
*
Uitreiking van de Nestors aan
Cas Goossens en Louis Neefs
*
Cas Goossens leest voor uit Bij ons in t dorp.
*
Connie Neefs vertolkt liedjes van haar broer.
*
Frans Depeuter, redacteur van 'Heibel', doet het slotwoord.
Daarna wordt een receptie, aangeboden door het stadsbestuur van Herentals
Op zaterdag 23 augustus zal voor de tweede maal de Nestorprijs worden uitgereikt. De prijstoekenning, ontstaan op initiatief van de redacteurs van het literaire tijdschrift Heibel, Frans Depeuter en Robin Hannelore, wordt gesteund door de cultuurraad en het stadsbestuur van Herentals, die van oordeel zijn dat het een sterke bijkomende culturele uitstraling is voor de stad Herentals en de Kempen tout court.
De Nestor wordt jaarlijks toegekend aan een of meer personen uit de Vlaamse culturele wereld (schrijver, schilder, beeldhouwer, kalligraaf, musicus, zanger, functionaris, politicus ) met een lange en waardevolle staat van dienst, als erkenning voor zijn/haar/hun globale oeuvre of inzet.
Vorig jaar werden niet minder dan drie nestors gehuldigd, t.w. de auteurs Herman Vos en Jan Veulemans en de troubadour Miel Cools. Het werd een stijlvolle maar toch cordiale bedoening die op een ruime interesse van pers en publiek kon rekenen. Dit jaar zullen de auteur Gaston Durnez en de cabaretier-kleinkunstenaar Will Ferdy worden gehuldigd.
De uitreiking zal plaatshebben op zaterdag 23 augustus om 15.00 uur in CC 't Schaliken te Herentals. De nestors ontvangen niet alleen een waardevolle ets van schilder-beeldhouwer Achilles Cools, maar tevens een fraaie eveneens ingelijste oorkonde van de kalligraaf Jos Boeckx en een symbolisch beeldje, de Nestor, ontworpen door de keramiste Reinhilde Van Grieken.
De plechtigheid zal muzikaal en verbaal worden opgeluisterd door een optreden van Will Ferdy, Gaston Durnez en Lieve Steurs. De laudatio zal worden uitgesproken door prof. Rik Van Gorp, emeritus hoogleraar Literatuurwetenschap KULeuven, lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Schepen van Cultuur Ingrid Ryken zal namens de stad de plechtigheid inleiden.
Aansluitend op de academische zitting biedt de stad Herentals een receptie aan.
De redactie van Heibel, de cultuurraad en het stadsbestuur van Herentals nodigen graag alle geïnteresseerden uit om dit gebeuren bij te wonen. Wie zeker wil zijn van een plaatsje, raden we aan om zijn/haar deelname te bevestigen door middel van een mailtje naar depeuter.frans@telenet.be of een telefoontje naar het redactieadres van Heibel (014.26.63.39)
Met vriendelijke groeten
Frans Depeuter & Robin Hannelore, initiatiefnemers Ingrid Ryken, schepen van cultuur Paul Snoeys, voorzitter cultuurraad Herentals
Op initiatief van de auteurs en uitgevers van het literaire tijdschrift Heibel, Frans Depeuter en Robin Hannelore, wordt dit jaar voor het eerst de Nestor uitgereikt.
Deze prijs zal jaarlijks worden toegekend aan een persoon uit de Vlaamse culturele wereld (schrijver, schilder, beeldhouwer, zanger, acteur, functionaris, politicus ) als erkenning voor zijn/haar globale oeuvre of inzet. Hij heeft tot doel een tegengewicht te vormen voor de al te vaak arbitraire en tendentieuze wijze waarop beslist wordt over diverse andere cultuurprijzen en waardoor heel wat grijze eminenties met een lange en waardevolle staat van dienst in de marge worden gedrukt.
Het initiatief wordt gesteund door de cultuurraad en het stadsbestuur van Herentals, die van oordeel zijn dat het een sterke bijkomende culturele uitstraling voor de stad Herentals en de Kempen tout court kan zijn.
Dit jaar zullen uitzonderlijk drie Nestors worden gehuldigd, nl. de auteurs Jan Veulemans en Herman Vos en de troubadour Miel Cools.
De uitreiking zal plaatshebben op zaterdag 18 augustus om 16.00 uur in de Lakenhalle op de Grote Markt van Herentals. Naast de Nestor-oorkonde, gekalligrafeerd door Wieza Everix-Peeters, zullen de gelauwerden een originele ets ontvangen van de etser-schilder-beeldhouwer Achilles Cools. De keramiste Reinhilde Van Grieken zal een symbolisch beeldje ontwerpen als aandenken.
De plechtigheid zal worden opgeluisterd met een voordracht van enkele gedichten van Jan Veulemans en een lezing van een prozafragment van Herman Vos door actrice Assunta Geens, en enkele zangnummers van Miel Cools. De laudatio van de gehuldigden zal worden gehouden door de heer Cas Goossens, voormalig administrateur-directeur-generaal van de VRT. Schepen Ingrid Ryken zal namens de stad de plechtigheid inleiden.
Aansluitend op de academische zitting biedt de stad Herentals aan de genodigden een receptie aan.
Indien u uw deelname vooraf bevestigt, reserveren wij graag een plaatsje.
U kan reserveren op volgend E-Mail adres: [depeuter.frans@telenet.be] of telefonisch op 014 / 26 63 39 (Frans Depeuter redactiesecretariaat Heibel)
Frans Depeuter & Robin Hannelore, initiatiefnemers
Paul Snoeys, voorzitter cultuurraad Herentals
(*) Nestor, de koning van Pylus, was een zoon van Neleus, die van Poseidon afstamde. Zijn elf broeders werden door Hercules gedood. Als grijsaard trok hij nog mee naar Troje, waar hij als oudste van alle vorsten de wijze raadsman werd.
Jan Veulemans , geboren te Turnhout, 1928, woont thans te Oud-Turnhout
Doctor in de Rechten en licentiaat in de Politieke en Sociale Wetenschap-pen aan de K.U.Leuven. Hij was personeelsdirecteur bij Janssen Pharmaceutica en is lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Die laatste bekroonde hem trouwens met de Arthur Merghelynckprijs. De provincie Antwerpen en de Vlaamse Poëziedagen kenden hem tweemaal hun poëzieprijs toe. Jan Veulemans publiceerde romans, essays en novellen, maar is in de eerste plaats gekend als dichter.
Voornaamste werken:
-Poëzie: Ergens een huis, Ademhalen, Want ik zeg stilte, Nu een eeuwig, Brieven aan mijn zoon, Ogen krijgen
-Romans: Wachten op een wonder, De wapens, De zomer, Niet tot elke prijs, Ik zal genezen, Alles gehad
-Novellen: De ziekte van Kahler, Water, De leegte
Herman Vos, geboren te Meise 1928, woont thans te Edegem
Emigreerde in 1950 naar Argentinië en kwam daar aan de kost als dijkwer-ker, timmerman, magazijnmeester, expert in gasleidingen en mecanicien van dieselmotoren. Keerde na zijn huwelijk in 1955 naar Vlaanderen terug en was hier achtereenvolgens werkzaam als installateur van centrale verwarming en redacteur bij de Tijdschriften Uitgevers Maatschappij. Werd ten slotte in 1966 inspecteur openbaar bibliotheekwerk. Herman Vos publiceerde hoofdzakelijk romans en novellen.
Voornaamste werken:
-Romans: Een man kwam van de cerro, Het ultieme salvo, Ik ben de Maraboe, De droes, Het zonnerad, Vluchthuis 3, De paasnagel
-Novellen: De zonen van Pepe Jimenez, Capitán Maria
-Verhalen: Variaties in het zand, Zeg maar Napoleon
Miel Cools, geboren te Herk-de-Stad 1935, woont thans te Hasselt
'Nestor van de kleinkunst' in Vlaanderen. Wordt samen met Kor van der Goten en Hugo Raspoet tot de uitvinders van het kleinkunstgenre in Vlaanderen gerekend. Hij begon zijn carrière in 1954als schrijver van de de studentenoperette De misbakken student. Vanaf 1960 treedt hij als troubadour op met liedjes van Toon Hermans, Jules de Corte en anderen, maar niet lang daarna schrijft hij zijn eigen muziek op teksten van onder anderen Jaak Dreesen en Louis Verbeeck. Nummers als Boer Bavo, Houden van, Er was een tijd werden echte hits.
Voornaamste albums: Nachten dat de spin niet spint, Houden van, Morgen, Lodewijk de Beduimelde, Niet Bang Zijn.
Zopas is een nieuw album van hem uit: Der was toch nog iets. Voor het eerst heeft Miel, naast alle muziek, ook zelf enkele teksten geschreven waarin hij mijmerend, zelfs met de nodige zelfkritiek, achterom kijkt.
Art. 1. Heibel verschijnt minstens tweemaal per jaar; de redactie wordt exclusief waargenomen door de hierboven vermelde personen.
Art. 2. Heibel zal zich niet gebonden voelen aan om het even welke politieke, religieuze, ideologische partij of groepering.
Art. 3. Heibel vormt geen kliek; het woord wij in de artikels dient te worden beschouwd als een pluralis modestiae.
Art. 4. Heibel stoort zich niet aan financiële of commerciële invloeden, dit om volledige onafhankelijkheid te vrijwaren.
Art. 5. Heibel is satirisch-kritisch en in de eerste plaats gericht op de literatuur maar heeft ook aandacht voor human interest in het algemeen.
Art. 6. Heibel zal zoveel mogelijk de actualiteit op de voet volgen; de redacteurs willen geen dooie-visjesvreters zijn.
Art. 7. Heibel doet in principe niet aan ruitentikkerij, maar zal zo nodig niet terugdeinzen voor een robbertje vechten.
Art. 8. Heibel wil een open tijdschrift zijn, dat alle meningen aan bod laat komen; reacties en bijdragen zullen worden gepubliceerd in de mate van het redelijke en haalbare.
Art. 9. Heibel zal uitsluitend bijdragen publiceren sub nomine proprio; het weigert bijdragen van auteurs die anoniem hun kwakje kwijt willen onder onze vlag.
Art.10. Heibel betaalt geen honorarium uit; elke medewerker is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn/haar eigen kopij.
Art. 11. Heibel weigert elke subsidiëring door het Vlaams Fonds voor de Letteren
Er verschijnen drie nummers per jaar (eind februari, eind juni, eind oktober), elk van minstens 100 bladzijden kwarto-formaat. Tot nu toe zijn van de nieuwe reeks 5 nummers verschenen, nummer 6 verschijnt eind oktober.
Een jaarabonnement kost 24 euro, een steunabonnement 30 euro. Wie beschermend lid wil worden, betaalt 40 euro storten. Wie50,00 euro wenst te besteden, mag de titel erelid op zijn revers spelden.
Te storten op rek. 979- 3986331-24 van Frans De Peuter, De Heikens 29, 2250 Olen.
Het tijdschrift Heibel werd in 1965 opgericht door Frans Depeuter, Robin Hannelore en Walter van den Broeck. Oorspronkelijk was het zuiver kritisch-polemisch-satirisch bedoeld. Vanaf de vierde jaargang werd sporadisch ook poëzie gepubliceerd, later ook creatief proza. Ook de samenstelling van de redactie evolueerde. Na II, 2 liet Van den Broeck het afweten. Vanaf V, 6 werd de redactie uitgebreid met twee jongeren, Luc Vancampenhout en Gust Faes. Reeds drie nummers later werd het een bont allegaartje van dertien auteurs, van logeman Hubert Lampo tot eerwaarde pater Armand Boni, en onder wie ook weer Van den Broeck. Vanaf IX, 2, trok Hannelore zich terug en kwam Jos Borré erbij. Ook daarna werd er nog wat gegaan en gekomen, maar van het originele opzet van Heibel bleef weinig méér dan de vlag over. Om die reden gaf Depeuter er na jrg. X de brui aan, ookVan den Broeck verdween weer.
De beide overgebleven anciens gaven de redactie van jrg. XI in de handen van Jos Borré, Dries Janssen en Jan van den Weghe. Na drie nummers bedankte Borré de twee laatsten, die van een literaire putsch spraken (Het Belang van Limburg, 28.03.1977), en droeg het tijdschrift over aan een compleet nieuwe ploeg van uitsluitend links gevoerde mensen zoals Pieter Aerts, Daniël Robberechts, Joris Note, Erik Hulsens en ook weer Walter Van den Broeck. De oorspronkelijke pluralistische en recht-voor-de-raapse vrijbuiters-mentaliteit was nu compleet zoek. De rebelse naam Heibel had niets meer te maken met het vrij linguïstisch en marxistisch georiënteerde blad dat, gebruik makend van de subsidie die het oude tijdschrift kreeg, zich vanaf de eerste aflevering (interview met Guy Mortier!) aan de borst van de geëstablishte Humo en De Morgenvlijde.
1975-1976 schreven we, toen Hannelore en Depeuter het kaperschip verlieten. En nu schrijven we 2006. Dertig jaar zijn er overheen gegaan. Dertig jaar zouden we wijzer geworden moeten zijn. Wijzer en voorzichtiger, jaja, zoals oude ventjes die schuifelend door de keuken bewegen om geen botten te breken. Van bijna zeventigers wordt verwacht dat ze, hun laatste pijpje rokend, gaan zitten wachten tot Hein met een zwaai de poten onder hun crapaud wegmaait. Kortom: dat ze hun bek houden en op hun kop laten kakken door Jan Kalebas en zijn familie Zevenstaart. Zo ging het altijd, ook in de literatuur. Oud is out. De braniemakers rijden die suffe énentandjes van de baan en steken hun middenvinger naar hen op. Zo was het en zou het moeten blijven.
Maar een Kempenaar is een taai ras, zijt maar zeker. Vooral de Rammen. Eens horens, altijd horens (op de kop, bedoelen we). Een bok kun je wel een tijdje aan de staak binden, maar op een dag rukt hij de paal uit de grond en beukt er opnieuw tegenaan. Een echte Kempenaar laat zich niet over de haren strijken. Hij baalt van al wat ruikt naar schijnheiligheid, oneerlijkheid, mooipraterij, zelfgenoegzaamheid, arrivisme, pedanterie en dat soort ondeugden. Die aversie moest Hannelore en Depeuter vroeg of laat terug samenbrengen. Het is zo muisstil in de letteren, zei Julien Weverbergh onlangs in een interview (De Morgen, 09.11.05), en vreemd genoeg dachten wij al een tijd net hetzelfde. We hadden al een paar keren met heimwee achteruit gekeken naar die vrijbuitersjaren van toen. En de voorbije zomer groeide dan het plan om opnieuw met Heibel te starten.
En hier zijn we dan. Even strijdvaardig als vroeger. Even vrij en ongebonden. Ach, we zijn op een leeftijd gekomen dat we niks meer te verliezen hebben tenzij onze eerlijkheid. Bomen sterven staande, zegt men, en dat willen we doen. Onze laatste jaren gebruiken om met open vizier elke vorm van geestelijke verloedering tegen te gaan. Heibels en tegendraads, jawel. Tegen de verdwazing, de verwildering, de verbastering, de vervreemding, tegen de verhoering, de verwatering, de verettering, de vertekening, tegen de vervlakking, de verwarring, de verschaling, de verziekelijking, de verwording, tegen de verrotting, de verplatting, tegen de vergoding en vergoring, tegen de verstaatsing en verzuiling, tegen de verzwijning, tegen de verijzing.
De basisprincipes van deze nieuwe Heibel blijven dezelfde als toen Heibel gesticht werd. Ze werden bondig samengevat in nummer VIII, 1 (1974): Uit onvrede met de gekorrumpeerde toestanden besloten Depeuter, Hannelore en Van den Broeck in 1964 het tijdschrift Heibel op te richten. Het basisprincipe van het blad was: quot homines, tot mentes. Geen gezamenlijke ideologie dus, maar een gezamenlijke attitude bond de drie redakteurs aan elkaar: een afschuw voor korruptie, chauvinisme, vedettisme, paternalisme. Nergens zouden we een blad voor de mond nemen, het woord muilbanden schrapten we uit ons vocabularium. () Heibel is ontstaan uit een onmiddellijk, onbesuisd engagement t.o.v. een wereld (de artistieke) waar we integriteit d.i. volstrekte konsekwentie haalbaar en, gezien de ultieme bedoeling van het taalgebruik, vanzelfsprekend achtten. (Depeuter)
Quot capita, tot mentes, zo zal het ook nu zijn. Met wat Depeuter schrijft, hoeft Hannelore niet per se akkoord te gaan. Wat Hannelore schrijft, hoeft Depeuter niet noodzakelijk te beamen. De redacteurs van Heibel zullen, net als in de beginjaren, compleet onafhankelijk zijn ten opzichte van elkaar. Ook in onze literaire en andere opvattingen hoeft geen congruentie te bestaan. Alleen op twee vlakken vallen we vrij volledig samen. In onze gehechtheid aan de Vlaamse identiteit en onze afkeer van het alles-moet-kunnen. Indien we ook op andere punten samenvallen, des te beter. Zoniet, ook goed.
Jaja, HEIBEL IS ER WEER !!!!! De feniks is uit zijn asse herrezen! De draad wordt opnieuw opgenomen waar we hem loslieten. Dat wil zeggen: na jaargang 10. De Heibel die nadien gemaakt werd (jaargangen 11 tot 19), was immers geen echte Heibel meer. Vanaf het moment dat Jos Borré het blad had overgedragen aan de de v.z.w. van Aerts-Robberechts-Note en c°, was de kapersvlag definitief gestreken (in de beide betekenissen van het woord) en netjes weggeborgen in de doos van er-was-eens. Aan de mast wapperde van dat ogenblik af de scharlakenrode wimpel van antikatholiek-antichrist-antivlaams. En de vroegere Heibel, die, waar het nodig werd bevonden, paap noch ketter had ontzien, had juist aan dat soort vooringenomenheid voor of tegen om het even wie of wat een broertje dood. Om die reden desavoueren wij de laatste 9 jaargangen van Heibel en beginnen wij de nieuwe reeks met jaargang 11.