xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|
Lieve Jolieke, lieve vriendin,
Nu lig jij daar zo alleen, en toch met heel je familie en al je vrienden rondom je heen. Ik herinner me niet meer, hoe we elkaar hebben ontmoet, maar het klikte meteen, dat weet ik nog zeer goed. Onze vriendschap dateert van voor je met Wardje "Parkinson De 2" oprichtte.
Ik weet niet wat te zeggen, ik vind het zo ontzettend moeilijk dat je nu, na zo'n korte tijd van hechte vriendschap bent heengegaan. Wat was onze vriendschap groot. De vorige jaren hebben we ons nog zo goed geamuseerd. Scherpenheuvel, waar onze idee lag om likstokken en molentjes te kopen, herinner je je dat nog ? We toch vele kaarsjes brandden om een goede afloop, voor jou, alle andere vrienden en mezelf, omdat we weer beter zouden worden. Ik geloof niet meer in kaarsjes branden !
Je smste me dat je het deksel van de confituurpot niet open kreeg, je poetsvrouw heeft het potje opengemaakt, je vond mijn zelfgemaakte confituur zo heerlijk lekker. Vorig jaar, deze tijd, toen we uit eten gingen in "Het Patershol" en we achteraan op het terras zaten te eten, jij zat in de rolstoel die ik had meegebracht .. we hadden een goede dag uitgekozen, want het was prachtig weer .. kwamen de vliegende mieren op onze mossels afgevlogen, herinner je je het nog .. wat hadden we plezier om ze één voor één dood te kloppen .. die avond was het weer beginnen regenen .. Ik was bij jou blijven overnachten, want de volgende dag moesten we vroeg uit om naar Damme te rijden, dacht ik, ik herinner het me niet meer zo goed, maar kom, er was toch wat de beleven met en door onze Parkinsonvrienden, waar jij en ik zoveel plezier aan beleefden. Dat plezier zal niet meer zijn zoals het was ! De laatste keer dat ik bij jou was in Lochristi, was ik mijn nachtkleed komen halen, maar was ik eerst een groot pak friet met vanalles en nog wat gaan kopen aan het kraam in de buurt en dat hebben we tezamen uit datzelfde pak gezellig opgegeten. Dat was toch heel leuk ... 's avonds laat ben ik richting Rijmenam gereden, weet je nog ?
En nu lig je hier, zo eenzaam, ik kan het nog steeds niet vatten, je was zo een warme dame en nu is die warme dame zo heel koud ... ik mag er niet aan denken, jou zo heel alleen achter te laten. Ik kan er niet van over, dat de ziekte die je had, je zo vlug heeft beetgepakt. De longemboulie heeft jou ook helemaal geen deugd gedaan. Al je krachten om je erdoor te trekken heb je opgebruikt en zo had de ziekte jou nog meer te pakken, je ging te snel achteruit !
Je was een kranige dame Jolieke, respect heb ik voor jou ... zeer veel respect !
Altijd kwamen je dochter, je vrienden en ik je opzoeken, niets was jou teveel. Je was altijd gelukkig met de mensen rondom je heen. Je klaagde nooit en toch werd de pijn elke dag ondraaglijker. Je liet het ons niet blijken, altijd was er een lach en dan een traan ... Elke dag had je de moed om verder te gaan, te strijden tot je niet meer opkon tegen de ziekte en de vreselijke pijn, die je fataal werden.
Rust nu maar uit, lieve Jolieke, je hebt je strijd gestreden, een strijd die je zo erg moedig hebt gedragen.
Lieve Jolieke, lieve vriendin, het ga je goed daarboven ...
Jij zag de wereld anders vanuit je rolstoel en vanuit je bed, maar van daarboven heb je een heel andere kijk op de wereld ...
Een dikke zoen, warme knuffels en heel veel liefs van mij, Monni.
|