Paul Frederic Simon (Maplewood, 13 oktober1941) is een Amerikaans zanger en liedjesschrijver. Hij was de helft van het duo Simon and Garfunkel (met Art Garfunkel), en schreef de meeste songs. Zij brachten een aantal invloedrijke albums uit, waaronder Parsley, Sage, Rosemary & Thyme (1966), en Bridge Over Troubled Water (1970). Ook de soundtrack van de film The Graduate (1968) bevat veel van hun muziek, waaronder het lied Mrs. Robinson.
Nadat het duo in 1971 uit elkaar ging begon Paul Simon onmiddellijk aan een soloalbum. Hij bracht het album Paul Simon uit in 1972, alhoewel het niet zijn eerste soloalbum was. Dit was de Britse release op LP van The Paul Simon Song Book uit 1965. Door de jaren blijft hij bijzonder materiaal uitbrengen.
Behalve als vernieuwer van de (Amerikaanse) folkmuziek, heeft Simon
- in de tweede helft van zijn carrière als soloartiest - een naam
opgebouwd als ontdekker van niet-westerse muziekstijlen. 'Graceland'
uit 1986
is hiervan het bekendste voorbeeld. De vermenging van Zuid-Afrikaanse
en westerse muziek leverde wereldhits op als 'Homeless', 'Boy in the
Bubble' en 'Diamonds on the Soles of Her Shoes'. Ladysmith Black Mambazo, één van de bands die meewerkten, kreeg door het album wereldfaam.
'Rhythm of the Saints' uit 1990 volgde het recept van 'Graceland',
ditmaal met Zuid-Amerikaanse rootsmuzikanten. Het album werd minder
goed ontvangen, al werd 'The Obvious Child' een kleine hit. Voor de
musical 'Songs from the Capeman' uit 1997 putte Simon uit een reeds bestaand amalgaam van stijlen, namelijk de mix die sinds 1920 in New York
was ontstaan uit populaire Amerikaanse muziek en de door Puerto
Ricaanse immigranten meegebrachte en verder ontwikkelde Latinmuziek
(onder meer salsamuziek). Voor 'Songs from the Capeman' zocht Simon de medewerking van bekende Puerto Ricaanse muzikanten, waaronder Marc Anthony.
In 2004 verschenen de solo-albums die Simon tussen 1972 en 2000
uitbracht in een geremasterde heruitgave. De oorspronkelijke albums
werden uitgebreid met demo's en werkopnamen.
In mei 2006 volgde het album 'Surprise', dat Paul Simon met producer Brian Eno opnam (bekend van zijn werk met Talking Heads en U2).
ik zou de dagen willen vullen met enkel voetstappen in het zand achterlaten de zon achterna te gaan tot in het gemis de stilte willen vinden die enkel een adem van ons verwijdert is
Ik zou de spiegels kapot willen slaan omdat ze toch enkel uiterlijk vertonen en van de scherven mijn harnas bouwen zodat ik eindelijk, rust vind achter besloten muren wonen
Maar de mensen laten me niet toe wat eenzaamheid mij al vergeven heeft ik mis doorslaggevende gevoelens voel me nu enkel dralen in een wanhopig gezweef
Ik probeer te ontsnappen als een vlinder uit jouw zicht en verlang nog heviger naar ijskoud water om mij heen waar de maan mij verlicht
zal ik ooit antwoorden vinden op alle vragen die ik dagelijks stel mijn verleden spreekt niet meer maar zal mijn toekomst dat eigenlijk wel?
Khadja Nin (27 juni1959) is een Burundese zangeres en muzikante. Ze is geboren in Burundi als jongste van 8 kinderen. Haar vader was diplomaat.
Ze studeerde muziek op jonge leeftijd, net als de meeste van haar
broers en zusters. Met haar uitzonderlijke stem werd ze al op
zevenjarige leeftijd solozangeres in het koor van Bujumbura en trad ze op in de plaatselijke kathedraal.
Khadja verhuisde van Burundi naar Zaïre in 1975 en trouwde in 1978. In 1980 emigreerde ze naar België met haar zoon van twee jaar. In 1985 ontmoette ze de muzikant Nicolas Fiszman, die haar aan een platencontract hielp bij BMG. Haar tweede album uit 1994, Ya Pili, kreeg goede kritieken. Ze brak echt door in 1996 met haar succesvolle album Sambolera, gezongen in het Kiswahili, Kirundi, en Frans. Khadja Nin gebruikt een mengeling van Afrikaanse ritmes en moderne popmuziek om haar eigen unieke klank te vormen.
Robert Nesta (Bob) Marley (Nine Miles, 6 februari1945 Miami, 11 mei1981) was een Jamaicaansreggae-artiest.
Hij was een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de doorbraak
van reggae buiten Jamaica en gold tevens als belangrijk voorvechter van
het rastageloof.
Om twee minuten voor half drie 's nachts werd, in Jamaica te Nine Miles in de provincie Saint Ann, Robert Nesta Marley geboren. Zijn moeder, het 18-jarige donkere tienermeisje Cedella Malcolm, was van Afrikaanse afkomst; zijn vader, de 50-jarige blanke Captain Norval Marley, had Engelse
ouders. Norval was supervisor voor de Britse koloniale macht op het
gebied van landbouw. Vrijwel direct na de geboorte van Bob verhuisde
hij naar Kingston.
Bob zou hem later slechts sporadisch zien. Hij overleed toen Bob tien
was. Volgens Bobs moeder had Bob Marley zijn zachtaardige karakter en
geringe lichaamslengte geërfd van zijn vader.
Bob praatte veel over muziek
met Clarence Malcolm (een familielid), een voormalige gitarist. Op zijn
tiende, terwijl hij nog op een armoedig schooltje zat, verdiende Bob
een pond met zingen op straat. Zijn gitaar
maakte hij van afval. Hij had veel vrienden en was een mooie, aardige
jongen. Zijn beste vakken waren Wiskunde en Frans, maar hij ging liever
voetballen.
In 1962, het jaar dat Jamaica onafhankelijk werd, nam Bob Marley solo zijn eerste single op Judge Not. Later dat jaar volgden nog twee andere nummers, echter zonder succes. Na al een tijdje met Bunny Livingston te hebben opgetrokken, besloten de twee om samen met Peter Tosh, een andere jongen uit de buurt een groep op te richten. Ze noemden zichzelf de Wailing Rudeboys, later werd dit The Wailers. Hun eerste opname was Simmer Down
(1964) voor het Studio One label van Clement "Coxsone" Dodd, één van de
meest succesvolle producers van dat moment. Het nummer werd al snel een
succes en vanaf dat moment waren The Wailers niet langer weg te slaan
uit de Jamaicaanse hitlijsten. Deze eerste Wailers songs waren
gebaseerd op de populaire dansmuziek ska.
De relatie tussen de Wailers en hun producer verslechterde echter na
enkele jaren. Niet alleen bleven de rechten voor de nummers in handen
van Clement Dodd, ook betaalde hij hun slechts een fractie van datgene
hij verdiende aan de hits. Ontevreden over deze situatie besloten de
Wailers in 1967 om een eigen muzieklabel op te richten.
Bob Marley trouwde op 10 februari1966 met Rita Anderson;
een jaar later werd hun eerste kind geboren. Onder invloed van Rita
kreeg Marley belangstelling voor de Rastafari-beweging. Hij zou later
uitgroeien tot een van de bekendste uitdragers van dat geloof.
In 1962, het jaar dat Jamaica onafhankelijk werd, nam Bob Marley solo zijn eerste single op Judge Not. Later dat jaar volgden nog twee andere nummers, echter zonder succes. Na al een tijdje met Bunny Livingston te hebben opgetrokken, besloten de twee om samen met Peter Tosh, een andere jongen uit de buurt een groep op te richten. Ze noemden zichzelf de Wailing Rudeboys, later werd dit The Wailers. Hun eerste opname was Simmer Down
(1964) voor het Studio One label van Clement "Coxsone" Dodd, één van de
meest succesvolle producers van dat moment. Het nummer werd al snel een
succes en vanaf dat moment waren The Wailers niet langer weg te slaan
uit de Jamaicaanse hitlijsten. Deze eerste Wailers songs waren
gebaseerd op de populaire dansmuziek ska.
De relatie tussen de Wailers en hun producer verslechterde echter na
enkele jaren. Niet alleen bleven de rechten voor de nummers in handen
van Clement Dodd, ook betaalde hij hun slechts een fractie van datgene
hij verdiende aan de hits. Ontevreden over deze situatie besloten de
Wailers in 1967 om een eigen muzieklabel op te richten.
Bob Marley trouwde op 10 februari1966 met Rita Anderson;
een jaar later werd hun eerste kind geboren. Onder invloed van Rita
kreeg Marley belangstelling voor de Rastafari-beweging. Hij zou later
uitgroeien tot een van de bekendste uitdragers van dat geloof.
1972 was een goed jaar voor de Wailers. Tijdens een verblijf in Londen ontmoetten ze Chris Blackwell,
eigenaar van Island Records. Hij had al enkele nummers van de Wailers
gehoord en was ook onder de indruk van hun stoutmoedige en
zelfverzekerde houding. Hij besloot het erop te wagen en bood hen een
contract en een bedrag van 8000 pond aan om een album op te nemen. Het
was voor het eerst in de geschiedenis dat een gerenommeerd label een
platencontract aan een reggaeband gaf. Ze keerden terug naar Jamaica en
gingen onmiddellijk aan de slag in de studio. Het eerste album Catch a Fire was geen groot succes. Er waren in een jaar maar 14.000 exemplaren verkocht. Voordien verscheen reggae alleen op singles of goedkope compilatiealbums en werd buiten Jamaica meestal als een vorm van novelty-muziek beschouwd.
In 1973 verlieten zowel Peter Tosh als Bunny Livingston de groep om een solocarriëre uit te bouwen.
In 1974
gaf Marley de groep een nieuwe 'look'. Doordat de vocale ondersteuning
van Peter en Bunny wegviel, besloot Bob om zangeressen Rita Marley, Marcia Griffiths en Judy Mowatt (samen de I-Threes) in de band op te nemen. Het eerste album dat in de nieuwe bezetting werd opgenomen, was het alom geprezen Natty Dread. Het nummer No Woman, No Cry
uit dit album zou hun eerste internationale hitsingle worden. Met
nieuwe energie en een opeenvolging van internationale tours tilde Bob
de reggaestijl naar internationaal niveau. In 1976 was er een heuse reggae-mania in de Verenigde Staten en Bob Marley & The Wailers werden door Rolling Stone Magazine uitgeroepen tot "band van het jaar".
In december 1976 werd een aanslag gepleegd op Marley en zijn
familie. Schutters slopen het huis binnen en losten meerdere schoten op
Bob. Hij werd wel geraakt in zijn buik en arm, maar was niet in
levensgevaar. Hoewel hij volgens sommigen wist wie de daders waren
heeft hij de politie niet ingelicht, omdat dit volgens hem niets zou
oplossen. De precieze omstandigheden rond deze aanslag blijven tot op
vandaag onbekend, maar er wordt aangenomen dat het om een politiek
geïnspireerde aanval ging. Door deel te nemen aan het Smile Jamaica concert,
georganiseerd door de toenmalige eerste minister enkele dagen later,
vonden bepaalde groeperingen dat Bob duidelijk een kant had gekozen.
Ondanks de aanslag en de opgelopen verwondingen besloot Bob toch
deel te nemen aan het concert. Hij wou de mensen laten zien dat
'politricks' hem niet konden tegenhouden. Echter voor zichzelf had hij
besloten dat het beter zou zijn om Jamaica voor een tijdje te verlaten.
Vrijwel onmiddellijk na het optreden nam hij het vliegtuig richting Londen. Tijdens hun verblijf in Londen namen Bob en de Wailers de nummers op die op beide albums Exodus en Kaya kwamen. Enkele van deze nummers verwijzen duidelijk naar de moordaanslag.
Na bijna 16 maanden in het buitenland te hebben verbleven, trad Bob in april 1978 voor het eerst terug op in Jamaica op het One Love Peace Concert.
Het was een concert om de wapenstilstand tussen de twee belangrijkste
politieke groeperingen in Jamaica te onderstrepen. Vlak voor het einde
van zijn optreden vroeg hij de politieke leiders, die beiden
uitgenodigd waren, op het toneel te komen. Daar liet hij de twee
aartsvijanden elkaar de hand schudden met de boodschap: One Love. Later dat jaar kreeg Bob "the Peace Medal of the Third World" van de Verenigde Naties.
Een andere gebeurtenis waaraan door de rasta's een groot symbolisch belang werd gehecht was in 1977, toen Bob de ring werd overhandigd die afkomstig was van de Ethiopische keizerHaile Selassie, die in 1975 was gestorven.
In het najaar van 1978 begon Bob aan een droomproject van hem te
werken: een eigen opnamestudio. De studio werd gebouwd op de
benedenverdieping van zijn huis in 56 Hope Road in Kingston. De studio werd Tuff Gong Studio
genoemd, naar Bob's bijnaam toen hij in Trenchtown leefde. Toen de
studio afgewerkt was, begonnen ze vrijwel onmiddellijk met de opnames
voor hun volgende plaat, Survival. Om dit album te promoten volgde in 1979 een uitgebreide tour door de VS.
In 1977 kreeg Bob Marley last van een wondje aan zijn grote teen. Hij nam aanvankelijk aan dat het een voetbalblessure was maar toen de wond niet genas werd de diagnose melanoom
(huidkanker) onder zijn nagel gesteld. Hij wilde de teen niet laten
amputeren omdat dat in strijd met zijn geloofsovertuiging was. De
kanker sloeg vervolgens over naar zijn maag, zijn longen en zijn hersenen. In 1980 stortte hij tijdens het joggen in ten gevolge van een hersentumor.
Volgens dokters had hij niet langer dan drie weken meer te leven. Toch
stond Bob erop verder te reizen voor zijn volgende concert. Hij gaf
zijn allerlaatste concert op 23 september in Pittsburgh, VS. Hierna
werd hij te ziek om nog verder op te treden. Hij ging voor behandeling
naar Duitsland, waar ook longkanker en maagkanker werden geconstateerd. Hij besloot terug te vliegen naar Jamaica om daar te sterven, maar kwam niet verder dan Miami waar hij op 11 mei1981 overleed. Zijn lichaam werd bijgezet in een mausoleum in zijn geboortedorp.
Sandrine Van Handenhoven (3 juli1984) is een Belgischezangeres en omroepster bij televisiezender één. Ze is de zus van de voetballer Gunther Van Handenhoven. Sandrine nam in 2004 deel aan de Vlaamse talentenjacht Idool.
Ze werd door velen beschouwd als de winnares, maar uiteindelijk werd ze
derde. Aanvankelijk zou platenfirma Sony-BMG maar één contract
uitreiken, aan de winnaar, maar besloot Sandrine ook een contract aan
te bieden. In juli2005 kwam haar eerste single uit, Goosebumps. De single, geschreven door de Britse zangeres Beverly Knight, behaalde de vierde plaats in de Vlaamse hitlijst. Hierna kreeg zij een een TMF-award en een Zamu-award. In het najaar van 2005 verscheen haar eerste CD, That's Me .Haar single uit 2006, Story of Us, was de soundtrack van de film Windkracht 10- Koksijde Rescue. In 2007 vormde Van Handenhoven een eigen band, met muzikanten als Patrick Dorcean (Zap Mama), Nina Babet (Ozark Henry), Daniel Romeo (Axelle Red) en Hans Francken (Clouseau). Sandrine nam in 2007 deel aan het tweede seizoen van de televisiedanswedstrijd Sterren op de Dansvloer op VTM waarin zij als eerste werd weggestemd. In februari en maart 2008
nam Van Handenhoven deel aan de Vlaamse voorrondes van Eurosong. Ze won
de vierde voorronde en werd uiteindelijk tweede in de finale met het
nummer I Feel The Same Way. Vanaf mei2008 zal Sandrine ook te zien zijn als omroepster bij één.
Onder veel belangstelling van de Servische media is de Belgische
inzending voor het songfestival, de zeskoppige groep Ishtar rond
Soetkin Baptist en Michel Vangheluwe, om iets over 14.00 uur in
Belgrado aangekomen. Op 20 mei vertegenwoordigt de groep België er
tijdens de eerste halve finale van het Eurovisiesongfestival 2008.
De
Belgische songfestivalkandidaten verzamelden vanochtend om 07.30 uur in
de vertrekhal van de luchthaven van Zaventem en deelden
promotiestickers uit met de tekst "Vote Belgium". Morgen repeteert
België een eerste keer op het songfestivalpodium. Daarna staat een
internationale persconferentie op het programma.
UB40 is een reggae- en popgroep uit Birmingham, Groot-Brittannië. UB40 is opgericht in 1978. In de bijna 30 jaar van haar bestaan heeft de band verschillende grote hits gehad, waaronder meerdere nummer 1-noteringen, voornamelijk coverversies. De naam UB40 is ontleend aan een voormalig formulier van de Engelse sociale dienst om een werkloosheidsuitkering (Unemployment Benefit: UB) aan te vragen. De band heeft een sterk multicultureel karakter, zowel in de samenstelling als in de muziek.
Zanger Justin Timberlake gaat een MTV-serie produceren gebaseerd op een Nederlands concept.
Het
reality-programma luistert naar de naam The Phone (de telefoon) en
begint met twee verborgen mobiele telefoons die op verschillende
plaatsen in een stad beginnen te rinkelen. Wie opneemt krijgt de
mogelijkheid een geldbedrag te winnen door binnen een bepaalde tijd
opdrachten uit te voeren.
The Phone, destijds uitgezonden door
Nederland 3, was in Nederland geen kijkcijfercanon. Het programma wist
wel een prestigieuze Gouden Roos in de wacht te slepen.
De beroemde Turkse sopraan Leyla Gencer is gisteren op 79-jarige
leeftijd overleden in haar woning in Milaan. Dat heeft het beroemde
operahuis La Scala meegedeeld. La Scala eerde Gencer als "één van de
meest ontroerende stemmen van haar tijd". Een culturele stichting in
Istanboel, die verantwoordelijk is voor een zangconcours dat haar naam
draagt, maakte bekend dat de as van de operazangeres wordt uitgestrooid
in de Bosporus.
Leyla
Gencer werd in 1928 geboren in Istanboel. De operazangers, die bijnamen
als "de Turkse diva" en "de koninging" meekreeg, zou vanaf de jaren
vijftig haar carrière uitbouwen in Italië. Ze vertolkte meer dan
zeventig rollen en zong in de meest befaamde operahuizen ter wereld,
maar ze wordt vooral geassocieerd met haar bijdrages aan opera's van
Donizetti. In de jaren tachtig beëindigde Gencer haar carrière op het
podium en ging ze zich toeleggen op de begeleiding van jong talent.
Eerst was het aan, Nu is het uit! Dit is stom, dit is uit.
Verliefd zijn is als; Dansen op de steren Zonlicht zien voor dag en dauw Als dit zou zijn, waarom kan het dan niet voor eeuwig zijn?
Je bent gelukkig, denkt aan niemand anders. Wilt niemand anders En dan is het uit, finito, basta uit! Als een stoplicht dat op rood springt Een vogel die vals zingt.
Je hart is gebroken Niet meer te lijmen
Er zijn nu dingen die ophouden Net als jij stopt van hem te houden!
Met een kapsel zoals de Britse zangeres Amy Winehouse zet de
Amaerikaans-Cubaanse actrice Eva Mendes een pikante shoot neer in ware
jaren '60-stijl voor het Italiaanse modeblad Vogue.
Mendes is
zeker niet preuts. In de film 'Training Day' speelt ze de sexy vriendin
van Denzel Washington en verschijnt ze poedelnaakt in beeld. Vorig jaar
hielp ze de Amerikaanse dierenrechtenorganisatie PETA een handje door
uit de kleren te gaan voor de campagne 'Ik ga nog liever uit de kleren
dan dat ik bont draag'. Maar de openingsscène van de film 'We own the
night' staat met stip op nummer één. Daarin ligt Eva in lingerie op de
sofa terwijl ze zichzelf bevredigt.
Hij werd in 1979 vooral bekend met de disco-hit: Born to be Alive.
Van deze single worden jaarlijks ongeveer 800.000 stuks verkocht.
Wereldwijd bracht de single ongeveer 25 miljoen dollar op. Er gingen
van de single meer dan 17 miljoen exemplaren over de toonbank.
Andere hits van Hernandez zijn Back to Boogie en Disco Queen.
Mastermovies
produceerde een clip van 5.35 minuten, Zeebats genaamd, waar Born to be
Alive een prominente rol in heeft. De song wordt twee keer gespeeld en
de hoofdpersoon van Zeebats heeft vijf keer een aanvaring met mensen,
omdat hij ervan overtuigt is dat Born to be alive van The Village People is.
Enrique heeft vanaf 2002 een relatie met de Russische tennister/model Anna Kournikova. Ze leerden elkaar kennen op de set van de videoclip voor zijn hit Escape. Geruchten dat de relatie zou zijn verbroken bleken een grap te zijn van Kournikova en haar vriend zelf. Anna en Enrique zijn verloofd. Enrique werd in september 2005 gekroond tot 'meest sexy vrijgezel' door het Spaanse tijdschrift People en Espanol. Hij werd geprezen om zijn 'smeulende uiterlijk en zijn succesvolle crossover uitstraling'. In juni 2007 verscheen zijn nieuwe album Insomniac waarvan de eerste single 'Do You Know (Ping Pong Song)' een grote hit werd. Op 19 november 2007 gaf hij zijn tweede concert in Nederland in Ahoy Rotterdam. Eerder stond hij in 2002 in dezelfde zaal.