Sinds midden 2011 verloren 2.500 EU-burgers hun verblijfsvergunning en hun leefloon in ons land. Volgens de overheidsdienst Maatschappelijke Integratie gaat het vooral over migranten uit nieuwe EU-lidstaten uit Oost- en Midden-Europa. Maar staatssecretaris Maggie De Block (Open VLD), die de cijfers bekendmaakte, beklemtoont dat er ook veel Nederlanders en Fransen uit de grensstreken bij zijn. Blijkbaar was het voor hen aantrekkelijker om de grens over te steken en in België een leefloon aan te vragen. Maar beide fenomenen zijn nu afgeblokt', zegt Maggie De Block.
Uitzuivering
Zij en haar administratie spreken niet zozeer van de beteugeling van fraude maar van een uitzuivering van het systeem'. Die kwam op gang in 2010 toen de zwakheid ervan bleek in Gent: het OCMW werd er overspoeld met Bulgaren en Roma-zigeuners die beweerden dat ze geprobeerd hadden zich te vestigen als zelfstandige, wat mislukt was. Sommigen koppelden zich zelfs aan fictieve Belgische bedrijven. Gent dacht dat het hen het leefloon niet kon weigeren.
De regels en vooral de toepassing ervan werden daarom verfijnd. EU-burgers mogen zich hier vestigen, maar moeten in beginsel over voldoende middelen van bestaan' beschikken om hier te mogen verblijven. Als een EU'er drie maanden lang leefloon krijgt, wordt voortaan bij de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) nagegaan of zijn verblijf wel strookt met de regels.
De schrapping van die 2.500 EU-burgers heeft tot gevolg dat het aantal leefloontrekkers de jongste tijd stabiel is gebleven, ondanks de aanslepende crisis. Na de crisis van 2008 steeg het aantal leefloners met meer dan tienduizend, van 92.000 tot 105.000. Sinds twee jaar blijft het aantal, ondanks de aanslepende crisis, schommelen rond de 105.000.
755 euro per maand
En dat is nodig, want het leefloon van een alleenstaande in België ligt op 755 euro per maand, terwijl de Europese Unie de armoedegrens voor één persoon op 1.000 euro legt. Dat is niet verdedigbaar, erkent staatssecretaris Maggie De Block (Open VLD). Maar de kloof dichten in één jaar in een budgettair moeilijke periode als deze, is ondoenbaar. Dat moet gebeuren met een plan op langere termijn, bijvoorbeeld vijf jaar. Maar dan zal het nog niet lukken, tenzij ook het aantal leefloontrekkers omlaag gaat. We boeken wel resultaten, zoals met de schrapping van 2.500 EU'ers, maar dat vergt ook een grotere uitstroom. We moeten de mensen nog meer en nog efficiënter activeren, de anderstaligen taallessen geven, en bijvoorbeeld jonge vrouwen duidelijk maken dat jarenlang thuisblijven omdat er kinderen zijn, niet meer van deze tijd is.'