Uitkering voor oudere werklozen dreigt tot 29 procent te dalen
Oudere werknemers die hun job verliezen, dreigen in de toekomst zwaar te worden getroffen door de begrotingsmaatregelen van de federale regering. Dat hebben de christelijke vakbond ACV en industrievakbond ACV-CSC Metea berekend. ‘Wie als oudere werknemers zonder SWT (het vroegere brugpensioen) in de langdurige werkloosheid belandt, wacht een bijzonder zware financiële aderlating’, luidt het.
‘Na één jaar werkloosheid krijgen oudere werklozen vanaf 55 jaar een zogenaamde anciënniteitstoeslag bovenop de lage werkloosheidsuitkering, op voorwaarde dat ze minstens 20 jaar hebben gewerkt. De nieuwe regering wil vanaf 1 januari 2015 die anciënniteitstoeslag voor oudere werknemers totaal afschaffen voor nieuwe instromers. Deze beslissing heeft een zware impact op het inkomen van oudere werklozen’, laken de bonden, die in één adem ook de indexsprong citeren.
Ze rekenden voor dat een gezinshoofd vanaf volgend jaar op maximaal 1.289,08 euro per maand kan rekenen. Nu is dat maximaal 1.410,5 euro per maand. Dat komt neer op een verschil van 8,6 procent, of 10,4 procent samengerekend met de indexsprong.
Voor een samenwonende boven de 58 jaar kan het verschil in uitkering oplopen tot 28,7 procent.
Armoededrempel
De vakbonden vrezen dat met deze ingreep vele oudere werklozen het bijzonder moeilijk zullen krijgen om het hoofd boven water te houden. ‘Erger, gezinshoofden worden bijzonder ver onder de Europese armoededrempel geduwd. En het gaat hier dan nog over de maximumuitkeringen.’
Bij de minimumuitkeringen komen de christelijke bonden uit op 6,5 verlies voor een gezinshoofd, 22,2 procent verlies voor een alleenstaande en 29,2 procent voor een samenwonende. ‘Een gezinshoofd valt zo terug op amper 1.135,90 euro, maar ook de alleenstaande met een minimumuitkering wordt zo onder de Europese armoedenorm geduwd’, zeggen ACV en ACV-CSC Metea.
|