Bacquelaine zet mes in aanvullend pensioen
Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) stelt vandaag mogelijke aanpassingen aan het aanvullend pensioen voor aan de sociale partners. Voor werknemers die nu starten, zou de nieuwe regeling een verschil van enkele tienduizenden euro's kunnen betekenen.
Het aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pijler, bestaat uit een verzekeringscontract dat de werkgever afsluit bij een verzekeringsmaatschappij namens de werknemer. Omdat dit soort verzekering vaak voor een hele groep wordt afgesloten, kennen de meeste mensen ze dan ook als de groepsverzekering. Ook het aansluiten bij een pensioenfonds is een vorm van aanvullend pensioen.
Ons systeem van aanvullende pensioenen was ooit losjes gebaseerd op dat in Zwitserland. In het Alpenland ligt de rente niet vast zoals bij ons, maar wordt ze ieder jaar geëvalueerd door een commissie van financiële experts. In 2003 bedroeg de rente op het aanvullend pensioen nog 3,25 procent, vergelijkbaar met ons land. Maar intussen is dat gezakt naar nog maar 1,75 procent, waardoor de Zwitserse werknemer flink wat minder overhoudt voor zijn uiteindelijke pensioen.
De huidige lage rente zadelt verzekeraars op met een probleem. Het is voor hen bijna onmogelijk om het wettelijk rendement op het aanvullend pensioen te garanderen. Ze zijn verplicht dat geld 'veilig' te beleggen, maar obligaties brengen nog amper iets op. 'Ze willen dus graag af van die wettelijke minima', zegt Peter Vanden Houte van ING. 'Als de verzekeraar het rendement niet haalt, moet de werkgever bijpassen. Maar die ziet dat niet zitten.'
Lager rendement
De verzekeringskoepel Assuralia heeft de regering gevraagd om alle bestaande contracten inzake aanvullend pensioen in de privésector open te breken. Assuralia wil dat voor alle toekomstige stortingen het gegarandeerd rendement zakt van 3,25 procent naar 0,4 procent. Dat betekent dat iedereen zou moeten inleveren op zijn aanvullend pensioen. Wie bijvoorbeeld pas in zo'n groepsverzekering is gestapt, zou bij een jaarlijkse storting door de werkgever van 2.000 euro niet langer 162.000 euro krijgen bij pensionering, maar slechts de helft (86.000 euro).
Critici wijzen erop dat het aanvullend pensioen onderdeel is van de loon- en arbeidsvoorwaarden en dat verzekeraars die niet zomaar kunnen opbreken. Betrokken minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) heeft vandaag verschillende voorstellen op tafel gelegd en de sociale partners moeten zich hier nu over uitspreken.
'Het is nu de bedoeling dat de sociale partners een akkoord bereiken op basis van de voorgelegde pistes', zegt Koen Peumans, woordvoerder van minister Bacquelaine. 'Zij krijgen daarvoor verschillende maanden de tijd. We hebben er alle verttrouwen in dat ze een akkoord zullen bereiken.'
Wat is het 'Zwitserse model', dat Bacquelaine (MR) voorstelt?
In Zwitserland ligt de rente niet vast zoals bij ons, maar wordt ze ieder jaar geëvalueerd door een commissie van financiële experts.
- Mogelijke nadelen:
- In 2013 bedroeg de rente op het aanvullend pensioen in Zwitserland nog 3,25 procent - wat vergelijkbaar is met ons land. Maar intussen is die rente gezakt naar 1,75 procent, waardoor de Zwitsers heel wat minder overhouden voor hun uiteindelijke pensioen.
- In Zwitserland krijgt niet iedereen dezelfde rente omdat die afhankelijk is per sector en per salarisniveau.
- Mogelijk voordeel:
- In België kan zo'n 70 procent van de werknemers genieten van een aanvullend pensioen. In Zwitserland is het aanvullend pensioen verplicht. Als de Belgische wetgeving beslist om het Zwitserse model te volgen, heeft elke Belg binnenkort recht op een aanvullend pensioen.
|