
'T SCHEEPJExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er dreef een scheepje in de sloot, een scheepje zonder roer,
dat heel allenig zeilen ging en door de biezen voer.
Het was een klompje van een kind met touwtjes en een mast,
het raakte in het groene kroos en niemand hield het vast.
De Moeder had het zeil gemaakt met nog een vlag erbij.
De Vader had t opgetuigd. Toen was hun jongen blij.
Het scheepje draaide heen en weer en zeilde langs het gras.
Toen ging de vader aan zn werk en moeder aan de was.
Maar toen het tijd van eten werd, keek moeder angstig rond,
omdat ze aan de waterkant alleen het scheepje vond.
Hun lieve dreumes was er niet, ze vloog naar buiten toe.
Ze riep zn naam wanhopig uit, maar niemand zei er joe!
Er stond n scheepje op de kast, dat was miljoenen waard.
Wanneer de vader er naar keek dan trok tie aan zn baard.
En als moeder s avonds laat t In haar handen nam
dan hoorde zij een lieve naam, Waar oe en ie in kwam.
Schrijver: Koos Speenhoff
|