
Iedere dag zie ik ze lopen door het park.
Een man met zijn hond.
Als twee onafscheidelijke kameraden lopen zij samen hun dagelijkse rondjes.
Rustig loopt de man door het park.
Zijn hond, een herder snuffelt aan de struiken en bomen.
De man met zijn hond is een vaste verschijning in het park.
Iedere dag zijn ze er, ongeacht wat voor weer het is.
Kortom, ze horen bij het park.
Die man zijn vrouw was een paar jaar geleden overleden.
Hij mist haar nog dagelijks,maar dankzij de onvoorwaardelijke liefde
van zijn hond kan hij er mee leven.
Luna, zo heet de hond, is voor hem nog de reden om door te gaan
met dit leven zoals hij dit verwoorde.
Zijn kinderen ziet hij bijna nooit, ze wonen ver weg en hebben een druk leven.
De cariere is belangrijker dan hun vader aldus de man.
Maar ach zucht hij, je hebt het niet voor het zeggen, ze gaan hun eigen weg.
Leegte
Op een zekere dag was de man niet in het park.
Ik vond dit vreemd,
hij was er immers iedere dag op bijna elk tijdstip en ongeacht het weer.
Hoewel ik dit vreemd vond dacht ik er niet lang over na en ging naar huis.
De volgende dagen was de man er ook niet, ik ging hem echt missen.
Hij hoorde samen met zijn hond bij het park.
Waar was de man, het park was leeg zonder hem.
Boodschapje doen
Weer een paar dagen later kwam ik de man tegen.
Ik moest een boodschapje doen en daar stond hij plotseling voor me
in de rij bij de kassa.
De man zag er vermoeid uit, wat is er met hem aan de hand dacht ik.
Ik groette hem en nadat we onze boodschappen hadden afgerekend
maakte we een praatje.
Hij vertelde mij dat zijn hond Luna de vorige week was overleden.
Zomaar opeens was hij er niet meer.
Hij had hier veel verdriet om.
Nu heb ik niemand meer vertelde hij.
Ik ben alleen over en heb geen zin meer om door het park te lopen.
Elk plekje van het park roept een herinnering aan Luna op.
Het maakt me verdrietig zij de hij.
Daarom loop ik niet meer door het park.
Thuis dacht ik nog aan dit verhaal, triest heel triest voor die man.
En daarna
Op een week of wat later liep ik over straat en zag voor een huis
een politieauto en een ambulance staan.
Een aantal voorbijgangers was blijven staan,
nieuwsgierig als mensen nu eenmaal zijn.
Bij het voorbij lopen hoorde ik ze praten.
Een man die hier woont is overleden.
Hij lag al een paar dagen dood in zijn huis.
Ik loop nog vaak door het park en denk dan aan hem.
Hoe triest het met hem is afgelopen.
Hoewel ik vaak een praatje met hem maakte was de man erg eenzaam.
Ik besefte dat ik niet eens zijn naam kende.
Pas nu hij er niet meer is, mis ik hem.