Vanmorgen ben ik niet opgestaan, ik stond immers nog recht van gisteren. Ik had dringend nood aan wat beweging want ik begon langzaam een kramp in mijn banden te krijgen. Om 10h was het eindelijk zover, iemand nam me vast en nam me mee naar buiten. Hij ging met zijn enorme gewicht op mijn rug zitten, mijn velgen raakten zowat de grond en mijn spaken werden aan alle kanten uitgerokken.
Uiteindelijk zijn we vertrokken, de weg op. Waneer hij echter om een of andere voor mij onbekende reden moest stoppen, trok hij in alle geweld aan mijn oren. Ik piepte van de pijn, amai mijn oren. En toen gebeurde uiteraard het onvermijdelijke, hij had mijn oor kapot getrokken.
Ik mocht dus op visite bij de fietsendokter. Hij schreef mij een nieuwe oorkabel voor en ik kon weer lekker gezond de weg op. Nou ja lekker, met die halve olifant op mijn rug welliswaar, hij heeft voor de rest van de weg nog dikwijls aan mijn oren getrokken, ik ben nochtans braaf geweest. En alsof dat nog niet genoeg was kon die onnozelaar nog niet uitkijken waar hij reed ook. Ik zag het glas al van ver blinken, ik riep nog pssssst, maar het was al te laat, ik had een gat in mijn band.
Weer naar de fietsendokter dus, dat was nu al de tweede keer vandaag. Hij verzorgde mijn bandwonden, deed er wat zalf op en legde toen over de wonden een plakkertje. Zo kon ik er weer tegen voor een tijdje, wat kon er nu nog mislopen.
Ik was weer, kreunend onder het gewicht van die kolos, de baan op gegaan. Het verwondert mij enorm dat ik aan die kasseistroken geen belschudding heb overgehouden. Ik heb er wel mijn velgen verzwikt, maar daarvoor brengt mijn baasje mij niet naar de fietsdokter hoor, nee, hij blijft rijden die slavendrijver.
Ik vond dat het mishandelen nu al lang genoeg geduurd had en besloot om er een einde aan te maken. Ik draaide mijn kop en hop, daar lag die brontosaurus op de grond. Ik ook, maar dat was even bijzaak, ik kon eindelijk eens een beetje rusten.
's Avonds heb ik nog serieus onder mijn wielen gehad omdat ik hem dat geflikt had. Ik denk dat hij in het vervolg wel de auto neemt, dan kan ik misschien eens alleen op stap met dat vrouwenfietsje dat ik in de etalage van de fietsdokter heb zien staan.
De juffrouw vroeg aan de leerlingen: 'hoelang kan een mens wakker blijven?' Een eerste leerling antwoord: '48 uur' Een tweede leerling antwoord:'72 uur' Als derde antwoord Jantje, hij zegt vastbesloten:' drie weken min een kwartier' De juf vindt dit een ongewoon antwoord en vraagt Jantje om uitleg, waarop Jantje zegt:'Wel, gisteren zei ons mama tegen ons papa; "kom schat, we gaan vandaag een kwartier vroeger slapen, want het is drie weken geleden!"
Drie mannen sterven en ze komen aan de poort. St. Pieter wacht hen op. Hij zegt:
"Jullie zijn vergeven anders zouden jullie hier niet zijn. Voor ik jullie binnenlaat in de hemel moet ik een vraag stellen. De hemel is zo groot dat je een auto nodig hebt, het merk dat je krijgt hangt af van je antwoord."
De eerste man stapt naar voor en Pieter vraagt:
"Hoe lang was je getrouwd?"
De man zegt: 24 jaar.
"Heb je ooit je vrouw bedrogen?"
"Yeah, 7 maal, maar u zei toch dat ik vergeven was?"
Pieter zegt:
"Zo goed is dat niet, he! Je krijgt een Fiat Punto!"
De tweede man zegt:
"Ik was 41 jaar getrouwd en heb haar 1 keer bedrogen. Dat was het eerste jaar van ons huwelijk, daarna hebben we het heel goed gehad!"
"Blij dat te horen, je krijgt een Mercedes," zegt Pieter.
De derde man stapt nu naar voren en zegt:
"St. Pieter, ik weet wat je gaat zeggen maar ik ben 63 jaar getrouwd geweest, heb haar als een koningin behandeld en haar dus nooit bedrogen."
Zegt Pieter:
"Dat hoor ik graag, je krijgt een Jaguar."
Een paar dagen later staat de man aan de kant met zijn Jaguar, hij huilt. De twee andere mannen komen langs en vragen wat er scheelt. Zegt de man:
"Ik heb zonet mijn vrouw gezien, op een skateboard!"
Er komt een man bij de pastoor en vraagt: 'Spelen ze in de hemel ook voetbal?' 'Dat weet ik niet,' zegt de pastoor: 'Ik heb vandaag pas de brochure aangevraagd. Kom over een week nog eens terug.' De man komt een week later terug en vraagt: 'En pastoor, weet u het al?' 'Ja,' zegt de pastoor: 'Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. Het goede nieuws is: er wordt inderdaad voetbal gespeeld in de hemel. Maar het slechte nieuws is: je staat volgende week opgesteld.'
Meneer pastoor stond in de tuin een rek in mekaar te timmeren voor zijn klimrozen. Een beetje onhandig sloeg hij met een hamer de spijkers in het hout. Opeens merkte hij dat de buurjongen door de haag stond te gluren.
Dag jongen, riep meneer pastoor, jij ziet zeker graag iemand in de tuin werken?
-Toch niet, meneer pastoor, antwoordde de jongen.
-Of verwondert het jou misschien dat een pastoor zo'n werk uitvoert?
-Neen, ik wacht alleen om te horen wat een pastoor zegt als hij op zo'n duim slaat.
De benediktijnse Abdij Saint Maurice gebouwd in 1910 ligt boven op een heuvel. Er is een interessante tentoonstelling over de gebruiken en gewoontes uit het leven van de monniken.
Vlakbij de abdij staat er een gedenkteken, het Klëppelkréich-monument, ter herinnering aan de boeren die zich verzet hebben tegen de Franse bezetters in de periode 1795-1798. De naam verwijst naar de knuppels waarmee de boeren zich verdedigden.
Clevaux is eveneens bekend om zijn oude middeleeuwse kasteel dat dateert uit de 12e eeuw. Met zijn indrukwekkende grootte steekt het uit boven het stadje. Het is de getuige van een duizendjarige geschiedenis van de machtige graven van Clervaux. Tevens herbergt dit kasteel 3 musea waaronder The Family of Man, het maquette museum en het museum over de Slag om de Ardennen.
Samen met vrienden hebben we enkele dagen doorgebracht in Clervaux. Het is meest noordelijke stadje van het Groothertogdom Luxemburg, gelegen in het dal van de Clerve. Het kleine stadje telt nog geen tweeduizend inwoners en ligt op 449 meter boven de zeespiegel. De omgeving is er gewoonweg prachtig en men kan er de mooiste boswandelingen maken en verschillende Nordic Walking parcours (4,2 8,7 11,6 Km) afleggen, ieder met zijn moeilijkheidsgraad,in de nog ongerepte natuur.
Tijdens een bezoek aan een gekkenhuis vraagt Prins Philippe aan de directeur, "welke zijn nu de criteria om een patiënt terug gezond te verklaren"? Zegt de directeur: "wij vullen een bad met water, geven aan de patiënt een theelepeltje en een koffietas, en we vragen hem het bad te ledigen". "Ja, Ja" zegt de Prins, "ik begrijp..., een normaal persoon neemt de tas, die is groter dan het lepeltje". "Neen", antwoordt de directeur, "een normaal persoon trekt de stop uit!"
Een helikopterpiloot moet vliegexamen doen. De examinator zegt: "Ik stel jouw drie vragen, als je ze alle drie goed hebt ben je geslaagd." De helikopter stijgt op. De examinator wijst naar een meter en vraagt aan de piloot: "Wat is dit voor meter?" De piloot antwoordt: "De benzinemeter." Dat is correct. De examinator wijst naar een andere meter en vraagt: "Wat is dit voor meter? De piloot antwoordt: "De hoogtemeter." En nu de laatste vraag: "Wat is dat ding boven ons, wat ronddraait?" De piloot antwoordt: "Dat is de airco." De examinator schudt met hoofd en zegt: "Helaas, dat is niet goed." De piloot zegt: "Nee? Moet u eens zien hoe benauwd u het krijgt, als ik dat ding uitzet!!!"
Er was eens een zebra op een boerderij. De zebra verkende daar de boel. Op een gegeven moment komt hij een kip tegen. "Wie ben jij en wat doe jij hier?", vraagt de zebra. De kip antwoordt: "Ik ben een kip en ik leg eieren." "Ah, ok" zegt de zebra en loopt verder. Een eindje verder staat een koe en de zebra vraagt wat die daar doet. "Ik ben een koe en ik geef melk." Tevreden met het antwoord gaat de zebra verder. Het volgende wat hij tegenkwam was een dekstier. "Wie ben jij en wat doe jij hier?" vraagt de zebra aan de dekstier. De dekstier kijkt de zebra aan en zegt dan: "Ik ben een dekstier en als je wilt weten wat ik doe, trek dan eerst die gestreepte pyjama maar eens uit!"