Ze zat voor het venster in haar opzichtige, lustopwekkende kledij en keek naar de traag voorbij rijdende auto´s, met daarin mannen die, gedwongen door hun sexuele drift en onvervulde verlangens, haar op hun beurt bekeken. Taxerend, brutaal, hongerig. Ze was eraan gewend. Het deerde haar niet meer. Ze hoopte dat er vlug zo´n getermonteerde man zou binnen komen. Dan kon ze aan het werk. Ze zou haar ogen sluiten en haar benen openen. Ze zou niets voelen, niet in haar hoofd, niet in haar hart, niet in haar onderlichaam. Na afloop zou ze wel het geld voelen en zorgvuldig opbergen. Met dat geld zou ze een gevoel van veiligheid krijgen. De zekerheid dat ze voedsel, kleding en warmte zou hebben. Een zekerheid die ze vroeger als vanzelfsprekendheid had gevonden. Een vlammend houtvuur, een goed gedekte tafel, een warm gezellig, breed bed, met daarin liefhebbende lippen en strelende handen. Het was haar alles ontglipt. In de linnenkast, tegen de achterwand verscholen, bewaarde ze de oude krantenknipsels waarmee haar zekerheden waren verdwenen, die haar leven verwoest hadden. In het begin had ze het niet kunnen geloven dat het haar man was die als opvoeder kleine jongetjes had gemarteld en misbruikt. Ze was in paniek naar haar vriendin gevlucht nadat woedende buren en ouders, stenen, speeksel en scheldwoorden door haar vensters hadden geslingerd. Maar na een paar dagen had ze ook in de ogen van haar vriendin afschuw gevonden. Afschuw die het medelijden met haar en haar gebroken bestaan stilaan oversschaduwde. Hier, in de buurt waar vrouwen het oudste beroep van de wereld uitoefenden, was ze enigszins veilig. Hier had iedere vrouw haar eigen drama, haar vervlogen geluk. Automatisch beantwoordden haar vingers de gebarentaal van een geïnteresseerde klant. Ze schoof de gordijnen voor het venster. Het zachte motorgeronk op de achtergrond stoorde haar niet. De buitenwereld lag altijd op de loer. Ze had ermee leren leven. De klant was mager, proper, goed gekleed, een veertiger. Hij zette zich op de rand van het bed en sloeg zijn ogen naar haar op. Ze had gedacht dat ze niets meer kon voelen dan de zachte ruwheid van een bankbiljet, de koude gladheid van munten. Ze had zich vergist. Een steekvlam, een diepe emotie doorstak haar. Die ogen kende ze. Vroeger hadden ze het helblauw van een wolkenloze hemel weerspiegeld. Nu waren het grauwe wolkenvelden, zwanger van mist en regen. Sprakenloos staarden ze elkaar aan. Dan gleden zijn ogen van haar gezicht zeg, haakten zich vast aan haar lichaam met de opzichtige, ordinaire lingerie om zich tenslotte beschaamd op de grond te richten. De smalle nek diep gebogen. "Koen?", Haar stem zweefde ijl door het schemerdonker van de kamer. "Wat kom je doen? Wat zoek je?" Zijn handen zochten in de binnenzak van zijn regenjas en legde aarzelend, ietwat beverig, een stapeltje bankbiljetten op de tafel naast het bed. "Verdiend en gespaard terwijl ik vast zat. Ik dacht.....Ik......Het spijt me......Misschien kun je het gebruiken?" Zacht en aarzelend was zijn eens zo welluidende stem. Aarzelend waren ook zijn gebaren terwijl hij de deur uitging. En zacht was het geluid waarmee hij de deur achter zich sloot. Ze schoof haar gordijnen niet meer open. Ze had die dag genoeg verdiend.
Ik ben Cauwe Marijcke
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is dichteres, schrijfster, astrologe, medium.
Ik ben geboren op 10/06/1936 en ben nu dus 89 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: astrologie beoefenen, met de tarotkaarten bezig zijn, lezen en studeren vooral over de kunst en psychologie, wandelen met de hond, veel in de natuur zijn en natuurlijk....interesse hebben en tijd maken voor mijn 4 kinderen, 4 schoonkinderen en 4 kleinkind.
Ik zou het prettig vinden om met gelijkgestemde zielen in kontakt te komen via dit modern medium.
Verder schrijf ik graag, maak ik af en toe een gedichtje en zou dat graag met mijn toekomstige blogvriendinnen en blogvrienden delen.