Mijn blik dwalend over het dal waar ik heb gelopen, sta ik op de berg, die ik heb bereikt, door steeds te blijven hopen. De berg, die ik opgeklommen ben in mijn leven, met vallen en opstaan, zonder ooit op te geven. Hier sta ik nu in het heden, en kijk omlaag naar het verleden.
Soms ging het goed, maar soms ook wel verkeerd, vaak ben ik gevallen, en heb me bezeerd. Maar nu sta ik hier, en kijk ik omhoog, strek mijn armen uit naar het licht, koester de warmte op mijn gezicht. Van een zon, die ik nooit eerder zo stralend zag, waarvan ik nu de warmte beleven mag. Door gevoelens van geluk en liefde overspoeld, ja, eindelijk weet ik hoe dat voeld. Want ik sta hier niet alleen, er staan lieve mensen om mij heen.