Ha ja, toen ze nog in volle rijen stonden aan te schuiven
op een zondagavond aan de Leuvense Studio's om de Ollandse seksbom Billeke van Ammelrooy uit het water te zien opduiken in vol ornaat, inclusief full bush, in het nieuwste werkstuk van de Vlaamsche filmkunst, zie aanhef.
Sindsdien is een film uit onze contreien waar voor een keer Jan Decleir niet de hoofdrol speelt al even zeldzaam als een dagelijkse kwekshow op de VRT of een voetbalprogramma op de VTM zonder kunstpenis Herman Brusselmans of gapende geul Goedele Liekens.
Wie nog iets of wat herinneringen heeft aan diens beklijvende “De Vijanden” zal zich ongetwijfeld voor de geest kunnen halen hoe de piepjonge Robbe De Hert een jonge freule ertoe aanzet – die er dan ook nog welwillend gevolg aan geeft – in één van de de door Claus bedachte dialogen: “montre-moi tes seins!”. Let wel, de dialogen, scenario en regie waren van de hand van de eeuwige Nobelprijskandidaat Hugo Claus. Als ik mij niet vergis was zijn toenmalige echtgenote het voorwerp van deze ontboezeming.
Hupsakee, weeral enkele duizend of wat toeschouwers meer, in die dagen was een onbedekte filmtepel het summum van progressiviteit en een regelrechte aanval op het establishment.
Bij “Mira” moesten we het hebben van de sprankelende Claus-dialogen: (Mira) Is dat gij, Lander? Hewel, embrasseert gij mij niet? Komende uit de wulpse mond van die Hollandse deerne had ik het toch wel eventjes knap lastig om net niet onder mijn stoel te duiken.
Wat later mag het arme wicht zich door Deken Broeke (Carlos Van Lancker) laten bevelen: "Hoerenjonk, geef mij ne keer een beetje soeppe!".U begrijpt dat het leven in die dagen niet simpel was.
Om maar te zeggen dat ik het bij Wim Helsen zelden uithoudt, gelukkig duurt het niet lang, om de vaakluizen meester te blijven in afwachting van een late night serie of film.
|