Lezer Raymond stootte in Gazet van Antwerpen op een merkwaardig artikel dat hij ons niet wou onthouden. Hier gaat het:
Vlamingen drinken meer witte wijnen en rosé. Walen meer rode. En als ze rode wijn drinken, verkiezen Vlamingen Bordeaux, Franstaligen Bourgogne. Dat weet Eddy Nieste, onderzoeker aan het Centrum voor Agrarische Geschiedenis (landbouw en voeding) in Leuven. “Dat is al heel lang zo. Tegenwoordig wordt de taalgrens echter steeds meer een grens, ook in politiek en cultureel opzicht”, zegt Nieste. Dit laatste zegt hij als ervaringsdeskundige. Hij heeft 17 jaar in Antwerpen gewoond op het Zuid, en hij woont sinds vijf jaar in Waremme (Borgworm). Dat volstaat voor hem: hij wil zo snel mogelijk de taalgrens weer over.
Eddy Nieste stuurde een intrigerend berichtje in antwoord op de oproep op onze website gva.be naar wat lezers het belangrijkste vonden in het afgelopen jaar. “Ik heb dit jaar besloten om vanuit Wallonië weer te verhuizen naar het Antwerpse”. Opmerkelijk want steeds meer Vlamingen maken de omgekeerde beweging, kiezen voor een (goedkopere) woning aan de andere kant van de taalgrens en voelen zich daar, naar eigen zeggen, heel prettig bij.
Maar Nieste heeft zijn huis in het landelijke Lantremange, gehucht van Borgworm, dicht bij de E40 tussen Leuven en Luik, te koop gezet. “Ik wil zeker om praktische redenen verhuizen. Je zit hier nogal ver van alles, maar er is meer dan dat”, zegt hij. “Het verschil in mentaliteit is groot. De meeste Vlamingen beseffen niet hoever dat gaat. Neem alleen de verstrengeling van politiek en samenleving met de machtige tentakels van de PS hier in de provincie Luik. Nog altijd, ja. En daar hoort ook het pampersocialisme bij. Wie hier wat voor sociaal-economisch probleem ook heeft, wordt tot en met gepamperd. Wat kan in stand gehouden worden met het manna uit Vlaanderen. Het politiek cliëntelisme leeft hier nog volop. Een lokaal advertentieblad zoals de Van heeft om de haverklap hoofdartikels over wat PS-mandatarissen verklaard hebben of welke evenementen ze hebben bijgewoond”.
Het is een totaal vastgeroeste politieke cultuur. Het voelt soms als communisme aan. Daardoor beweegt er ook niks. De Franstalige intellectuelen die het hier ook moeilijk mee hebben, raken steeds meer in een isolement. De pers kan er ook weinig aan doen. Neem nu iemand als Michel Daerden, die in Vlaanderen vooral bekend staat als een folkloristische figuur die wel eens een glas te veel drinkt. Die heeft hier in de provincie Luik een buitengewone machtspositie, ook al nemen journalisten hem niet serieus en hebben ze zelfs een enorme hekel aan hem. Maar hij is nu eenmaal de baas van de PS-baronnie hier. Zelfs di Rupo, voorzitter van de hele PS, heeft hier niks te zeggen. En toen Guy Coëme na de Agusta-affaire klaar was voor een terugkeer in Borgworm, werd de burgemeester hier zonder pardon opzij geschoven. Hij mocht zelfs niet meer op de lijst staan”
“Dat Franstaligen zoveel warmer en spontaner zijn, is relatief. De mensen hier in de streek zijn zeer op zichzelf gericht. Ze gaan ervan uit dat je je geheel integreert. Punt. Dat je hun taal spreekt en je aanpast. In Vlaanderen zitten we maar te discussiëren over wetten en decreten over integratie. Hier wordt dat als iets vanzelfsprekends beschouwd. Mijn zoon gaat hier naar het college. Daar is hij een beetje “le Flamand”. En als ze een probleem met hem hebben gebruiken ze het scheldwoord “le Flamin”, van flamingant.”
Nieste maakt niet de indruk van een verzuurd iemand die rekeningen te vereffenen heeft. Hij lijkt een hartelijke goedlachse man, wiens passie de geschiedenis van onze voedingsgewoonten is. Zo heeft hij een boekje geschreven over de aardappel.
“Wist u dat die door de Spanjaarden in Peru is ontdekt? En dat waarschijnlijk voor het eerst frieten zijn gegeten in de Maasvallei in de negentiende eeuw? Er bestond al het gebruik om kleine visjes te bakken. Tot de Maas een keer dichtvroor en er iemand op het idee kwam om er aardappelen voor te gebruiken”.
“Je hebt hier natuurlijk ook schitterende mensen”, keert hij terug naar het meer communautair geladen onderwerp. “Maar zij geraken ontmoedigd door het systeem”.
“Onderhuids voel je soms nog dat superioriteitsgevoel tegenover de Vlamingen, alsof het in de genen zit”, vervolgt Nieste. “Vroeger kwamen arme Vlamingen bij de rijke boeren hier het land bewerken. Er is ook de aversie tegen Vlamingen. Als ze een Nederlandstalige nodig hebben, kiezen ze liever een Nederlander dan een Vlaming. Dat wij voor hen betalen vinden zij normaal. Dat wordt mijn zoon op school ingepeperd: zij hebben heel lang voor ons betaald, nu is het onze beurt. Dat is hun notie van solidariteit.”
“Ik ben gevraagd om op de lijst te staan van de christendemocratische cdH in Borgworm. Dat heb ik niet gedaan. De cdH sluit zich slaafs aan bij de PS. Politici zijn geen beleidsvoerders, ze beheren de samenleving bijna zoals de machthebbers dat in China dat doen. Het systeem gaat voor alles. Ze zijn daar ook slim in, heel goed georganiseerd, met het dienstbetoon en de hoorzittingen waarop mensen hun hart kunnen luchten. De banden met de kiezers worden altijd weer strak aangetrokken.
Walen kijken op naar het grote Frankrijk, terwijl het kleine Wallonië daarnaast maar weinig betekent. Tegelijk wenden ze zich meer en meer af van hun buren in het noorden. De taalgrens wordt steeds reëler. Soms merk je tekenen van verandering, jazeker, zoals het onderwijs in de twee talen, Nederlands en Frans, dat je al in heel wat scholen hebt. Ze werken er volgens het systeem van de “immersion”, de onderdompeling.. Maar zodra ze moeten kiezen tussen Engels en en Nederlands als tweede taal, kiezen de meesten Engels! Nee, ik ben niet optimistisch. Het zal zijn tijd nog duren”.
Met dank aan Raymond voor dit veelzeggende artikel
|