Angeltjes
31-10-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tussendoortje van Juffrouw Ellen

 

Dag lieve Angeltjesvrienden, zoals jullie merken sta ik mijn woord gestand en kom ik even goeiedag zeggen tussen de (drukke) reorganisatiewerkzaamheden door : wij schieten goed op, en we blijven binnen de planning. Dat kan ook niet anders, met zo'n ploeg enthousiaste medewerkers.  Op 11.11 zijn we terug aan de slag. Vele knuffels van Juffrouw Ellen, die jullie allen heel erg mist en de groeten van de voltallige redactie.

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een uitzonderlijk tijdsdocument uit Berlijn na de overgave

 

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manten wet van wanten : de Loge in de VRT

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Figuren uit de mini & maxi Vlaamse Beweging : Pater Jules Callewaert (1886 - 1964)

 

 

 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vlucht pater Callewaert naar Groot-Brittannië. Hij verdedigt in enkele vluchtelingenbladen het pacifisme, wat een storm van protest uitlokt bij de Franstalige Belgische dagbladen. Callewaerts vredespolitiek is nauw verbonden met zijn Vlaamsgezindheid, die door de oorlog sterk radicaliseert. Hij keurt de door de bezetter doorgevoerde splitsing van de ministeries goed en hoopt op een Groot-Nederlandse republiek.

Na de oorlog wordt Callewaert de pleitbezorger van een katholiek Vlaams-nationalisme. Bij de parlementsverkiezingen van 24 mei 1936 biedt het VNV hem het mandaat van gecoöpteerd senator aan. Hij weigert, hoewel zijn ideeën aanleunen tegen die van het VNV en hij een persoonlijke vriend is van VNV-leider Staf de Clercq.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog blijkt dat Callewaert niet houdt van het nationaal-socialisme, de SS en de DeVlag. Toch hoopt hij op een Duitse overwinning zodat Vlaanderen onafhankelijk kan worden. Na de dood van zijn vriend De Clercq bekritiseert hij openlijk de politiek van het VNV. Op 3 maart 1943 bezorgt hij aan de nieuwe VNV-leider Hendrik Elias zijn open brief, waarin hij de collaboratiepolitiek aanklaagt. Het VNV moet volgens hem twee valse principes - Duitsland moet de oorlog winnen en het nationaal-socialisme - opzijschuiven.

Grote ophef veroorzaakt pater Callewaert ook met zijn verslag aan Leopold III over de houding van de Vlamingen tegenover het vorstenhuis. Hij pleit daarin voor een autoritaire staat en wijst de parlementaire democratie zonder meer af.

Na de oorlog wordt Callewaert gearresteerd en veroordeeld tot zes jaar hechtenis. Op 23 oktober 1948 komt hij vrij, op voorwaarde dat hij België verlaat. Daarop vestigt hij zich als aalmoezenier in Zwitserland. In de lente van 1950 keert hij terug.

 

@ Nieuwe Encyclopedie Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van toen naar nu - 4

 

 

Julius Vuylsteke

 

1863

De zaak Jacob Karsman verhit de gemoederen in Vlaanderen.

Karsman is de hoofdfiguur in een incident dat de aandacht vestigt op de achteruitstelling van de Nederlandstaligen in het Belgische gerecht. In april 1863 geeft hij een dichtstuk uit zonder de naam van de drukker te vermelden, wat in strijd is met de wet. Dit levert hem een boete van 5 frank op. Karsman tekent protest aan bij het hof van beroep in Brussel en kiest de liberale Vlaamsgezinde voorman Julius Vuylsteke als advocaat. Vuylsteke wil in het Nederlands pleiten, maar krijgt daarvoor van de rechter geen toestemming. Het hof vaardigt een arrest uit dat hem verplicht het Frans te gebruiken. Hierop verlaat Karsman de zaal. Hij wordt bij verstek veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf. Dit incident lokt hevig protest uit van de Vlaamsgezinden en vormt de inzet van een jarenlange strijd voor een wet op het taalgebruik in het gerecht.

21 november 1864

De spelling De Vries-Te Winkel wordt in België officieel aanvaard. Nederland doet dit twee jaar later zodat er eindelijk spellingeenheid is.

In 1863 werken de Nederlanders Matthias de Vries en Jan te Winkel een nieuwe spelling uit met het oog op de samenstelling van het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Maandenlang wordt hier in België over geredetwist. Vooral de katholieke bladen gaan in de aanval. Ze beschouwen deze nieuwe poging tot ‘verhollandsching’ van de spelling als de zoveelste manoeuvre tot hereniging van Noord en Zuid. Hun kritiek mag echter niet baten.

1864
 
De eerste landdag vindt plaats in Antwerpen.

De protestmeetings rond de zaak Jacob Karsman (1863) vormen de aanzet tot de Landdagbeweging. Die groeit uit het protest tegen de conservatieve liberale regering dat in het begin van de jaren 1860 progressieve liberalen, Vlaamsgezinden en katholieken verenigt (o.a. in de Antwerpse Meetingpartij). De Landdagbeweging streeft naar de vorming van een onafhankelijke volkspartij, waarin de taalstrijd een onderdeel vormt van een ruimer vooruitstrevend hervormingsprogramma. Er worden achtereenvolgens landdagen gehouden te Antwerpen (1864), te Gent (1866) en te Brussel (1867).

Wegens het kiessysteem (dat alle zetels in een kiesdistrict geeft aan de partij met de meeste stemmen) kan de onafhankelijkheid van de volkspartij maar relatief zijn. In feite leunt ze aan tegen de katholieke partij. De publicatie van de pauselijke encycliek Quanta Cura in 1864, waarin de moderne vrijheden worden veroordeeld, wakkert de levensbeschouwelijke tegenstellingen aan. Vlaamsgezinde liberalen die voorrang geven aan de strijd voor de vrijzinnigheid keren terug naar de liberale partij. In de katholieke partij wordt de conservatieve vleugel sterker.

Omstreeks dezelfde tijd voltrekken zich in de jonge arbeidersverenigingen afscheuringen onder invloed van vrijzinnigen. Er komt een einde aan het veelbelovende bondgenootschap tussen de V.B. en de beginnende arbeidersbeweging dat in het kader van de onafhankelijke volkspartij is ontstaan. Het ontluikende socialisme zal van bij het begin wantrouwig staan tegenover de ‘klerikale’ V.B. De aanhang van de V.B. blijft voorlopig beperkt tot de (vooral katholieke) kleine burgerij.

1867

Peter Benoit komt aan het hoofd van de Antwerpse Ecole de musique/ Vlaamsche Muziekschool.

Dit moment markeert een nieuwe fase in de Vlaamse muziek. De band met de V.B. wordt strakker aangehaald. De Vlaamsche Muziekschool moet volgens Benoit de ‘levensbron’ van de Vlaamse muziekbeweging worden. In zijn muziekleer is alles te herleiden tot een terugkeer naar de natuur en tot de Duitse romantische opvatting van de natie als een volkseenheid. Hij pleit voor het behoud van de eigen aard, taal en muziek. Alleen uit het oude volkslied is volgens hem nog ‘de ware volksgeest’ te distilleren. In vroeger tijden was het volk immers nog niet van zijn eigen taal ‘vervreemd’ en was de muziek nog niet ‘besmet’ met vreemde invloeden.

Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANC moet verduidelik (Peter)

 

 

 

.

Die DA (Demokratiese Alliansie), grootste opposisieparty in die Suid-Afrikaanse parlement, se skadu-minister vir Polisie – Mevr. Dianne Kohler-Barnard – het die regerende ANC (African National Congress) daarvan beskuldig dat hulle voete sleep, en dat hulle ‘n dubbele agenda oor misdaad het.  Suid-Afrika is die gasheerland vir die volgende Wêreldbeker-voetbaltoernooi wat van Mei tot Julie 2010 in die land sal plaasvind.  Aangesien Suid-Afrika die wêreld se nommer een misdaadland is, word daar ‘n groot vraagteken geplaas oor die algemene veiligheid in die land, maar meer spesifiek oor die veiligheid van voetbalspelers, asook die duisende oorsese toeriste wat ondersteuners (supporters) van voetbal is.

.
Mevr. Kohler-Barnard, wat voorheen ‘n joernalis was, het gesê die regering moet ophou met sy leë beloftes dat die land se sekuriteit opgeskerp word, en dat dit in 2010 vir oorsese toeriste veilig sal wees.  “Daar is ‘n reuse tekort aan polisielede in die land.  Ons benodig veel meer lede; ons benodig goed opgeleide polisiemanne- en vroue; daar is nog té veel polisiebeamptes wat nie kan skryf nie; daar is té veel beamptes wat nie minstens 3-talig is nie; en wat nie voertuie kan bestuur nie.  Die meeste polisiebeamptes beskik nie oor die basiese kennis en ervaring wat van ‘n beampte verwag word nie, en daar is hopeloos té veel korrupsie in die Polisiediens,” het sy gesê.
.

Die land beskik net oor 2 forensiese laboratoriums, en asgevolg van personeel wat swak (of gladnie!) forensiese opleiding gehad het, is daar tans ‘n waglys van 20 000 monsters (samples) wat getoets moet word.  Mevr. Kohler-Barnard het die regering ook gekritiseer omdat daar soveel familie en vriende van polisie-offisiere is wat aanstellings by die polisiediens kry.

.
Die jongste misdaad-statistiek is op 22 September 2009 deur die Minister van Polisie – Nkosinathi Mthethwa – bekend gemaak.  Dit sluit syfers van 2008 en 2009 in.  Seksuele misdrywe: Styg met 10,1%; Rooftogte by privaat-wonings: Styg met 27,3%; Hijackings van auto’s: Styg met 5%; Hijackings van vragwagens: Styg met 15,4%; Rooftogte by besighede: Styg met 41,5%; Handelsmisdaad: Styg met 18,7%.
.

Die VF+ (Vryheidsfront Plus) se skadu-minister van Polisie – Pieter Groenewald – sê dat, in ag genome die jongste syfers, plus dié van die vorige boekjaar, beteken dat rooftogte by privaat-wonings nou met alstesaam 54,2% gestyg het.  Hy het beklemtoon dat dit “absoluut onaanvaarbaar” is.  “Die regering moenie net aan toeriste dink as hy misdaad wil beveg nie, wat van ons eie mense!  Die regering kan nie eers die veiligheid van toeriste waarborg nie, wat nog te sê van sy eie mense, belastingbetalers en wetsgehoorsame burgers !
.

Die redakteur van “The South African”, ‘n internetkoerant vir Suid-Afrikaanse “Expats”, skryf dat die amptelike misdaadsyfers in Suid-Afrika “caused the British statistics to lose much of their shock value.”  Dit is bekend dat Brittanje se moordsyfer van 921 per jaar, die hoogste in heel Europa is, en dat dit die Britte erg geskok het.  Suid-Afrika se 31 029 moord- en stafbare manslag-syfers (dit is 98 moorde per dag) stel alle ander lande se syfers in die skadu.
In Suid-Afrika sterf daar meer mense aan die hand van ‘n moordenaar as wat daar soldate in ‘n oorlog sterf.  Die land se moordsyfers is 8 keer meer as die wêreld se gemiddelde.  Sedert 1990 het meer as 3 080 blanke boere (voedselprodusente) aan die hand van ‘n moordenaar gesterf.  Genoemde syfers is maar net diegene wat deur Censorbugbear opgespoor kon word.  Daar is vele meer gevalle wat nie amptelik gedokumenteer is nie, en van wie die publiek onbewus is.  Die ANC-regering is bewus van hierdie toedrag van sake, maar in 15 jaar van “democracy” het hy nog nie daarin geslaag om ‘n vermindering in hierdie skoksyfers te weeg te bring nie.
Die ANC is berug vir sy leë beloftes.

Peter



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wapenbroeders - Willem Elsschot - Louis-Paul Boon (aflevering 11)

 

 

Louis-Paul Boon met echtgenote Jeanneke (circa 1955)

De herinneringen van Jeanneke Boon. 

In 1945 krijgt Louis Paul Boon voor De Voorstad groeit de allereerste Leo J. Kryn-prijs die de uitgeverij Manteau had uitgeschreven. Dank zij Willem Elsschot en andere leden van de jury. En niet te vergeten, ook dankzij mevrouw (Jeanneke) Boon.

Jeanneke Boon had op de allerlaatste bladzijde van het manuscript ‘Enzovoort, enzovoort...’ geschreven en het geheel voor de prijs ingestuurd.

Boon was niet thuis toen de brief van Manteau toekwam, waarin stond: ‘Het interesseert ons het manuscript in druk uit te geven. Ingesloten het contract.’ Het was Jeanneke die hem las en ze was zo blij dat ze in haar opwinding de kolen van de kachel in de soep gooide.

Tijdens het banket ter gelegenheid van de prijsuitreiking zat Jeanneke Boon aan tafel tussen haar man en Elsschot.

Jeanneke: ‘Wij hebben daar goed gegeten, maar ik weet niet meer wat. Eerst hield mevrouw Manteau een toespraak, bij het aperitief, daarna mevrouw Kryn. Beiden zeiden dat ze gelukkig waren met Louis. Blij dat ze hem gevonden hadden. En ook Elsschot bracht een korte hulde aan Louis.’

‘Elsschot zat links van mij aan tafel. Hij zat daar als een serieuze mens zoals die anderen serieuze mensen waren. Absoluut geen dikke nek. Een gewone mens. Later op de avonds bleek hij nog amusant ook.’

‘We aten en we dronken wat, en Elsschot begon moppen te vertellen waarvan ik er geen enkele begreep. Neen, dat had niets met zijn Antwerps accent te maken. Hij sprak alles behalve onduidelijk. Hij sprak beschaafd.’

‘Toen Louis hem aansprak met meneer Elsschot, zei hij: “’t Is meneer De Ridder.” Ik zie hem nog voor mij, Elsschots vierkante kop met lang voorhoofd.’

“Uw man kan iets”, zei hij tegen mij. “Houd hem goed in ’t oog. Zonder u is hij niets.” Die woorden heb ik altijd onthouden.’

‘Later op de avond begon Elsschot te zingen.’ Volgens Boon waren het Duitse, antifascistische liederen en kunnen het er geen andere geweest zijn dan nummers van Ernst Busch, een repertoire dat Elsschot na aan het hart lag. De vriendschap tussen Boon en Elsschot was bezongen en beklonken.

‘Er is veel gepraat die avond. Elsschot met Louis en Louis met Elsschot. Nee, wij hebben de tafelschikking niet veranderd. Ik boog mij een beetje naar achteren en dan konden ze perfect met elkaar babbelen. Over boeken, maar ook over andere dingen.’

Het echtpaar Boon was pas om 19 uur thuis nadat het Elsschot , die wat boven zijn theewater was, op zijn tram naar Antwerpen had gezet.

Jeanneke: ‘Louis keek op naar Elsschot. Ik denk dat ze van elkaar hielden.’

Abel Golaerts, het boek dat volgt op De voorstad groeit,  stuurt Boon ter lezing naar Elsschot en die herkent er het levensverhaal in van schilder Vincent van Gogh. Jeanneke: ‘Elsschot schreef terug dat Louis een labbekak was: “Gij durft niet direct zeggen wie de vader van Abel is.”

Elsschot geeft commentaar en een inleiding op Mijn kleine oorlog. Boon schrijft op zijn beurt enkele opmerkingen bij Het dwaallicht.

‘Een harde vriendschap’, zegt Jeanneke. De vriendschap bekoelt wanneer Elsschot niet alleen het Borms-gedicht schrijft, maar dat ook wil opdragen aan Louis.

‘Ik heb het aan Louis gevraagd: “Heeft hij dan sympathie voor de Duitsers?” “Maar nee”, zei hij. “ Hij wil gewoon niet dat ze die man doodschieten. Dat hoeft voor mij ook niet, maar hij moet het gedicht aan mij niet opdragen.”

Boon, die zelf in een concentratiekamp had gezeten, vond dat dit niet kon.

Jeanneke blijft echter benadrukken dat ze wapenbroeders waren. ‘Elsschot was Reinaert en Louis Isengrimus.’

Het verhaal eindigt waar het begon: met de Leo J. Kryn-prijs. In 1962 treedt Boon in de voetsporen van Elsschot. Hij neemt als jurylid zijn plaats in van de in 1960 overleden Elsschot.

Veertien jaar later, of vijf jaar voor zijn dood, is Boontje zijn oude vriend nog niet vergeten. Aan zijn oud-uitgeefster Angèle Manteau schrijft hij: (...) en heel wat mensen die op bezoek komen, zeggen: ‘Ik moet u de groeten overmaken van Angèle Manteau.’ Daar ben ik steeds blij om, en vertel dan van onze eerste ontmoetingen uit de tijd dat de Voorstad nog groeide. En Willem Elsschot nog leefde. Maar wie leeft er nu nog? Niemand meer. Ik schrijf nog voor de muren.’

Raymond


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Er was eens ... Minerva

 

Klikt u hieronder voor een diamontage

 

Bijlagen:
Minerva Happening.wmv (3.8 MB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 De Islam en sexualiteit
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

Voor de belevers van de islam is lichamelijke reinheid een gebod. Men zou zelfs kunnen spreken van een obsessie van het  zuiveren. Alle lichaamsopeningen waaruit afscheidingen gebeuren dienen in het oog te worden gehouden. Sperma, urine, fecaliën en slijm zijn onrein en dus zondig. De manier waarop de anus en de genitaliën dienen gewassen te worden worden op een gedetaillerde manier beschreven: alleen met de linkerhand. Dit is de hand die voorbehouden is voor deze functies. Men zal dus nooit eten met de linkerhand, maar alleen met de ‘edele’ rechterhand.

De menstruerende vrouw wordt als onrein beschouwd en ieder lichamelijk contact met haar moet worden gemeden tijdens de maandstonden.

Men moet zich ook reinigen voor het gebed. Als er geen water voorhanden is moet het gebeuren met zand ...

De gelovige moslims zijn rein, ongelovigen zijn onrein en mogen de heilige moskee niet betreden.

Onnodig te zeggen dat de heilige boeken, koran en soenna, bol staan van raadgevingen in verband met het reinigen en zuiveren. Voor een moderne westerse geest is het uitermate stuitend dat religieuze en juridische teksten zich bezig houden met het intieme leven van de gelovigen. Wij zouden dergelijke teksten alleen verwachten in gespecialiseerde medische werken die de sexualiteit behandelen.

In de islam is de seksualiteit niet ongebreideld: zij bestaat niet buiten het huwelijk. En het huwelijk is de helft van de godsdienst. Mannen en vrouwen mogen geen seksuele betrekkingen hebben buiten het huwelijk, want dan zouden zij zich gedragen als wilden of als dieren.  De dwanggedachte van de islam is dat de mens ‘opgevoed’ moet worden om zich beschaafd te gedragen, om niet te verworden tot dier. Daarom is de mens die zijn haar wild laat groeien, zich niet wast, om het even wat eet en verschillende sexuele partners heeft de totale negatie van een “menselijke en religieuze opvoeding”. De mens onderscheidt zich van het dier omdat het redelijk is, en deze goedbegrepen redelijkheid leidt hem naar de onderwerping aan de wil van God (moslim).  

Zich onderwerpen aan God is de natuurlijke godsdienst van de mens. Opstand tegen God is des duivels. De seksuele vrijheid die geen verschil kent tussen goed en kwaad, of tussen het reine en het onreine, is een afwijking, een aberratie. De banalisatie van de homoseksualiteit is des duivels en pervers. In de islam mag de mens niet vrij over zijn lichaam beschikken, eten wat hij wil of doen wat hij wil. De westerse psychanalyse raadt aan om zich vrij uit te drukken, om zichzelf te zijn, om te zeggen wat men op het hart heeft. De islam predikt daarentegen terughoudendheid – op straffe van repressie.  Men moet aan zelfcontrole doen, zichzelf sommige zaken ontzeggen, sommige woorden niet uitspreken. De seculiere en laxistische westerse seksuele moraal staat lijnrecht tegenover de starheid van de islamitische moraal. In dit verband kan men werkelijk spreken van een botsing der culturen.

Zowel vrouwelijke als mannelijke homoseksualiteit worden in de strengst mogelijke termen veroordeeld, en voor deze zondaars kan alleen maar de doodstraf geëist worden.

Vrij naar Anne-Marie Delcambre - Vertaling Regus Patoff

.


30-10-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weet u wat Halloween is ?

 

Wellicht wil u er niets mee te maken hebben, maar voor de nieuwe generatie hoort halloween er gewoon bij. Een import-gebeuren met vooral commerciële oogmerken : morgen, 31 oktober,  is het officieel zover.

Halloween, ook genoemd All Hallows' eve(ning), is de Engelse naam voor allerheiligenavond. Het feest wordt gevierd op 31 oktober, de avond voor Allerheiligen.

Halloween is een feestdag die vooral in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada gevierd wordt.

Op 31 oktober verkleden kinderen zich en bellen als het donker wordt aan bij huizen in de buurt die versierd zijn met pompoenen en lichtjes, en roepen "trick or treat" (de keuze gevend tussen een plagerijtje uithalen of een versnapering krijgen). De bewoners geven de kinderen dan snoepjes. Jonge volwassenen gaan soms naar Halloweenfeesten.

In belgië en Nederland wordt er steeds meer aandacht besteed aan het Halloweenfeest/Allerheiligenavond. Dit gebeurt meestal niet in de vorm van langs de deuren gaan en snoep ophalen maar wel door Halloween-feesten en het versieren van huizen.

De naam is afgeleid van Hallow-e'en, ofwel All Hallows' Eve, de avond voor Allerheiligen, 1 november. In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. Dit was een heidens feest, de katholieke kerk maakte er later Allerheiligen(avond) van. Het feest is in de negentiende eeuw door Ierse immigranten naar de Verenigde Staten gebracht.

In Engeland werd Halloween vooral door de Kelten gevierd. De geesten die uit dode mensen op zouden rijzen, werden aangetrokken door voedsel voor het neer te leggen op de deuren. Om echter de boze geesten af te weren droegen de Kelten maskers. Toen de Romeinen de Britse eilanden binnenvielen vermengden ze de Keltische traditie met hun eigen tradities, die eind oktober natuurlijk de viering van de oogst betroffen, en ook het eren van de doden.

De aandacht die in Nederland en België aan Halloween wordt besteed stijgt, maar heeft bij lange na niet het niveau van dat in de VS. Dat zal ook te maken hebben met het feit dat op 11 november in de lage landen het Sint Maartenfeest wordt gevierd. Het meest opvallende gebruik van dit feest is dus ook de deuren langs gaan met een lampion en bedelen om snoepgoed.

Geschiedenis:
Het christelijke feest van Allerheiligen, de dag waarop alle heiligen van de rooms-katholieke kerk gezamenlijk worden herdacht, werd in de negende eeuw door paus Gregorius IV vastgesteld op 1 november. Op 2 november viert de rooms-katholieke kerk het feest van Allerzielen ter herdenking van alle gelovige gestorvenen. Allerheiligen en Allerzielen zijn de dagen waarop in de rooms-katholieke kerk wordt stilgestaan bij de thema's sterfelijkheid, dood en laatste oordeel. De voorbereidingen voor beide feesten vinden vaak plaats op allerheiligenavond, die van Allerzielen ook wel op allerheiligendag. Ze bestaan vooral uit het bezoek aan kerkhoven en het branden van kaarsen.

Door de protestantse kerken werden deze feesten in de zestiende eeuw afgeschaft, omdat ze in strijd waren met de reformatorische leer. In Engeland leefde Halloween sindsdien als een wereldlijk feest voort en het heeft zich van daaruit verder verspreid.

Engeland:
In sommige gebruiken die zich in Engeland rond Allerheiligen en Allerzielen ontwikkelden, hebben negentiende-eeuwse onderzoekers wel overblijfselen willen zien van het Keltische nieuwjaarsfeest Samhain (= einde van de zomer), dat ook op de avond van 31 oktober zou zijn gevierd. Op deze dag speelden, dacht men, het geloof aan de terugkeer van de zielen van overledenen naar hun vroegere woonplaatsen, en de angst voor de aanwezigheid van bovennatuurlijke wezens een rol. Bewijzen voor deze visie ontbreken echter.

Zoals elk feest onderging ook het wereldse Halloween-feest in de loop der tijd voortdurend veranderingen. In Schotland worden in de negentiende eeuw jongeren genoemd als deelnemers aan spelen die lagen in de sfeer van de magie en voorspellingen. Weer later werd Halloween vermeld als kinderfeest.

Amerika:
Door Engelse, Schotse en Ierse immigranten werd Halloween in de negentiende eeuw in Amerika geïntroduceerd. Uit die tijd worden wel kattekwaad en onruststokerijen door jongeren vermeld. In de twintigste eeuw werd Halloween in Amerika vooral een feest waarbij kleine kinderen als spoken verkleed en met uitgesneden pompoenen als lantaarns langs de huizen gingen om te vragen om een tractatie of te dreigen met een grap (treat or trick). Sinds de jaren tachtig neemt de populariteit van het feest bij volwassenen echter toe. Ook is er een groeiende belangstelling voor de aankleding en versiering van feest en feestgangers waarneembaar die haar inspiratie vindt in zo groot mogelijke griezeligheid.

Vanuit Amerika heeft Halloween zich de laatste decennia over heel West-Europa verspreid, vooral onder invloed van griezelfilms, televisieseries en de commercie. Daarbij wordt de vermeende heidense achtergrond sterk benadrukt. Het feest wordt voorgesteld als een Keltisch feest van 2000 tot 5000 jaar oud. Zo wordt ingespeeld op een toenemende ontvankelijkheid van het publiek voor magie en New-Age.

Nederland:
Sinds de jaren '80 van de twintigste eeuw is Halloween ook in Nederland bekend. Vooral onder scholieren en volwassenen is het feest de laatste jaren sterk in opkomst. Scholen, buurthuizen, cafés, clubs, discotheken zijn de plaatsen waar Halloween-parties worden georganiseerd. De feesten hebben nogal eens een besloten karakter. Ze kunnen onderling sterk verschillen, maar een belangrijk onderdeel is steeds het griezelig verkleed gaan (er worden wel prijzen uitgeloofd voor het beste, afschrikwekkendste kostuum).

Attributen:
Bij de pogingen het feest ingang te doen vinden, speelt het aanbieden van accessoires door de commercie een grote rol. Het belangrijkste attribuut is de uit Amerika overgenomen pompoen-lantaarn, een pompoen uitgesneden in de vorm van een griezelgezicht. Het licht van een kaarsje dat door de ogen, neus en mond naar buiten schijnt, verhoogt het effect. De Engelse naam voor de lantaarn is Jack -o'-lantern (waarschijnlijk afgeleid van een naam voor een nachtwaker). De lantaarn-maskers, ook wel gemaakt van andere materialen, worden de laatste jaren steeds vaker gedurende de hele maand oktober in de winkels te koop aangeboden. Ook de toename van het aanbod van onbewerkte pompoenen in bloemen en groentewinkels is opvallend.

Op internet wordt eveneens uitbundig reclame gemaakt voor Halloween-attributen: via websites kan men kennis nemen van de nieuwste versiering, muziek, kostuums, snoepjes, recepten, grappen, geschenken, kaarten, afbeeldingen, boeken, video's, films enz. Ook in andere media en in het grootwinkelbedrijf neemt de reclame voor en verkoop van Halloween-artikelen toe.

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Boekenbeurs = De Censuurbeurs

 

censuur

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manten weet van wanten : Turkije

 

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opera in de bioskoop op 7 november Kinepolis : Turandot

 

Opera: 'Turandot' (Puccini)
op 07/11 om 18:30
 

Opera over de Chinese prinses Turandot, die mannen haat en hen laat onthoofden indien zij geen antwoord weten op haar gemene raadsels.


Muzikale leiding: Andris Nelsons
Regie: Franco Zeffirelli
Cast: Maria Guleghina, Marina Poplavskaya, Marcello Giordani, Samuel Ram
Duur: 201 min. (2 pauzes)

 

Kinepolis Brugge, Brussel, Gent, Hasselt,Kortrijk,Leuven,Oostende, Metropolis Antwerpen

Een fragment  : finale eerste bedrijf in een productie uit 1983 Opera Wenen met Katia Ricciarelli, José Carreras en John Paul.

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Figuren uit de mini & maxi Vlaamse Beweging : August Vermeylen (1872 - 1945)

 

 

Vermeylen, een Vlaamse Brusselaar, studeert o.a. aan de Université libre de Bruxelles (1890-1894). In 1901 wordt hij er hoogleraar kunstgeschiedenis en onder zijn impuls ontstaat de sectie Germaanse filologie er (1910). In 1919 wordt hij lid van de Kommissie ter vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool. Van 1921 af is hij socialistisch gecoöpteerd senator. Hij wordt de eerste rector van de vernederlandste Gentse universiteit (1930-1933).

Tijdens zijn atheneumtijd wordt Vermeylen Vlaamsgezind. Hij is in 1893 medestichter van het avant-gardetijdschrift Van Nu en Straks. Van de tweede reeks af (1896) komt zijn Vlaamsgezindheid duidelijk tot uiting. In zijn revolutionair-anarchistische Kritiek der Vlaamsche Beweging (1896), waarmee hij bijdraagt tot de radicalisering van de jongere generatie Vlaamsgezinden, verwijt hij de flaminganten hun taal- en rasromantiek. De V.B. moet de sociaal-economische en geestelijke ontwikkeling van de Vlamingen nastreven en mag "niet slechts een taalbeweging zijn".

Zijn bezorgdheid om het taalvraagstuk blijkt echter uit vele latere geschriften en zijn anarchisme verruilt hij voor een humanistische en socialistische interpretatie van de Vlaamse strijd. De V.B. moet een nationale cultuur op Europees peil nastreven, zo stelt hij in zijn essay Vlaamsche en Europeesche Beweging (1900), dat eindigt met: "Om iets te zijn moeten wij Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn, om Europeeërs te worden."

Met het einde van Van Nu en Straks (1901) blijkt Vermeylens revolutionaire vuur geluwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ondertekent hij als tegenstander van het activisme de protestbrief tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit (8 januari 1916). Als leider van de Brusselse groep passivisten ligt hij, samen met Frans van Cauwelaert en Julius Hoste (jr.), aan de basis van het AVV (6 juli 1919). Hij trekt er zich echter uit terug, omdat hij als overtuigd unitarist het minimumprogramma, met name de spliting van het leger, te radicaal vindt.

@ Nieuwe Encyclopedie Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Toen naar Nu - 3

  

 

Jan de Laet was de eerste volksvertegenwoordiger die op 12.11.1863 de grondwettelijke eed in het Nederlands aflegde, wat op hoongelach onthaald werd door de andere kamerleden


1857

Door de liberale kiesoverwinning komt er een definitief einde aan het unionistische tijdperk.

De eerste Vlaamsgezinden tijdens de jaren 1830 en 1840 willen zich niet voor een of andere partij uitspreken. Zij verkiezen boven of buiten de partijen te staan. Hun voorkeur gaat daarom uit naar het unionisme (het stelsel van samenwerking tussen katholieken en liberalen dat van de Belgische revolutie dateert). Zij vrezen immers dat partijtwisten de aandacht van hun zaak zal afleiden.

Vanaf het midden van de jaren 1840 komt de V.B. tot het inzicht dat de taaleisen via het parlement en politieke actie gerealiseerd kunnen worden. Deze nieuwe strategie gaat met tal van experimenten gepaard. Er worden pogingen ondernomen om naast de katholieke en de liberale een derde, zelfstandige, Vlaamsgezinde partij uit te bouwen. Het meerderheidsstelsel (dat alle parlementszetels in een kiesdistrict toewijst aan de partij met de meeste stemmen) maakt het echter bijzonder moeilijk om met afzonderlijke Vlaamsgezinde lijsten Kamerzetels te behalen. Ook wordt geprobeerd een onpartijdige Vlaamsgezinde drukkingsgroep op te richten die de twee traditionele partijen moet beïnvloeden. Deze pogingen kennen over het algemeen weinig succes, temeer omdat de spanningen tussen klerikale en antiklerikale Vlaamsgezinden zeker in de jaren 1850 duidelijker aan de oppervlakte komen. In dit klimaat hebben de Vlaamsgezinden het er moeilijk mee om hun eigen levensbeschouwing helemaal ondergeschikt te maken aan hun Vlaamsgezindheid. Vandaar dat ze aansluiting zoeken bij een van de twee partijen.

Zowel de katholieke partij als de liberale hengelen naar de stemmen van de Vlaamsgezinden omdat zij de doorslag kunnen geven bij verkiezingen vanwege de kleine stemverschillen tussen de partijen. De Vlaamsgezinden hebben het niet onder de markt in de liberale partij die volledig gedomineerd wordt door Franstaligen. Het kiezerskorps van de liberalen bevindt zich in hoofdzaak in Wallonië, terwijl de verfranste burgerij van enkele Vlaamse steden voor de overige zetels zorgt.

1861

In Gent wordt het Vlaamsch Verbond opgericht en in Antwerpen de Nederduitsche Bond, twee Vlaamsgezinde politieke drukkingsgroepen.

Vanaf omstreeks 1860 krijgt de V.B. een grotere slagkracht omdat ze ingeschakeld wordt in een progressief oppositiefront van katholieken, radicalen en Vlaamsgezinden. Deze democratische oppositiebeweging zet zich af tegen het beleid van de behoudsgezinde liberale regering. De drijvende kracht is de middenklasse. Die is na de stemrechtuitbreiding van 1848 haar plaats gaan opeisen in het politieke bestel dat nog grotendeels door de hoge burgerij en adel wordt beheerst. In het Vlaams gedeelte van het land spelen Vlaamsgezinden een vooraanstaande rol in deze ontwikkeling. De V.B. treedt zo in een nieuwe fase. Ze wordt een mobilisatiekanaal van de sociaal ambitieuze, Nederlandstalige burgerij en verwerft daardoor politieke impact en een ruimere achterban. Ze wil niet zozeer meer het hele Belgische volk versterken dan wel de rechten van de Vlamingen doen eerbiedigen. Zo groeit een bewustzijn van gezamenlijke Vlaamse belangen die solidair verdedigd moeten worden. Deze Vlaamse solidariteit ligt aan de basis van het gevoel dat er een aparte Vlaamse stam (= volk = natie) bestaat in België, naast een Franstalig Waalse stam. Deze overtuiging leeft voorlopig uitsluitend bij een minderheid van de Vlamingen.

Katholieke en liberale Vlaamsgezinden willen hun krachten bundelen om hun ideeën politiek te realiseren. Zo ontstaan in het begin van de jaren 1860 de Nederduitsche Bond (Nederduits = Nederlands) en het Vlaamsch Verbond. Behalve de taalrechten verdedigen deze verenigingen het hele gamma van radicale ideeën: antimilitarisme, decentralisatie, afschaffing van het verbod op arbeidersverenigingen, uitbreiding van het stemrecht. Zij hebben nauwe contacten met de jonge arbeidersbeweging.

Een leidende rol in deze ‘unie van opposities’ is weggelegd voor de Meetingpartij. Het verzet van de Antwerpse bevolking tegen de militaire versterking van de stad maakt de progressieve stroming hier zo sterk dat Vlaamsgezinden, katholieken en progressieve liberalen zich verenigen in de Meetingpartij. In december 1862 haalt zij een meerderheid in het gemeentebestuur en een jaar later stuurt zij een vertegenwoordiging naar het parlement. Vooral de Nederduitsche Bond, de Vlaamsgezinde drukkingsgroep in de Meetingcoalitie, weet de vruchten van deze overwinning te plukken. Dit vormt een aansporing voor Vlaamsgezinden elders in het land om een samengaan van katholieke en liberale progressieven te bevorderen. Naarmate echter in de loop van de jaren 1860 de strijd tussen de klerikalen en de anti-klerikalen en de tegenstelling tussen godsdienst en vrijzinnigheid heviger worden, mislukken de toenaderingspogingen. Het Vlaamsch Verbond verdwijnt definitief in 1868 door de ideologische tegenstellingen. De Meetingpartij gaat geleidelijk op in de katholieke partij.

 

Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willem Elsschot en interview(er)s - Aflevering 10

 

Vraaggesprekken waren zulke kwellingen voor Willem Elsschot dat hij zelfs een keer een plaatsvervanger aanwees : zijn vriend Ary  Delen. Interviewers voelen Elsschots tegenzin al vanaf het begin. Hij antwoordt afgemeten, zet het gesprek naar zijn hand en maakt er een sport van journalisten af te leiden met alcohol. Hieronder praten drie niet eerder geïnterviewde interviewers. 

Te beginnen met Gaston Trogh.

Gaston Troghs vader, René, was bevriend met Walter De Ridder, de oudste zoon van Alfons. Via die weg krijgt de jonge Trogh een exemplaar van het boek Tsjip, waarin de opdracht staat: ‘Aan Gaston Trogh: Antwerpen 16 oktober 1946, de schrijver.’

‘Door Tsjip had ik het werk van Elsschot leren kennen’, zegt Gaston Trogh. ‘Ik besloot in het atheneum mijn scriptie over hem te maken. En daar hoorde voor mij een interview bij. Ik heb de schrijver gebeld en hem een kaartje ter herinnering gestuurd.’ Die herinnering bleek alles behalve overbodig, want de zestienjarige krijgt in januari 1947 deze briefkaart:

Geachte Heer,

Dank voor uw briefkaart. Tot mijn spijt moet ik u zeggen dat ik mij niet kan   herinneren welke afspraak wij gemaakt hebben. Wil u mijn geheugen even opfrissen?

                                  Hoogachtend

                  Alfons De Ridder (Willem Elsschot)

‘Een dame, een dienstbode, denk ik, kwam de deur openmaken toen ik aanbelde en zij vroeg voor wat het was. Toen ik zei dat ik een afspraak had met de schrijver, mocht ik naar boven. Hij zat achter zijn schrijfmachine en vroeg wat ik van hem verlangde. Ik wilde hem enkele vragen stellen en dat kon. Hij was een beleefd, vriendelijk, open mens in mijn ogen. Correct, niet eens afstandelijk. Een contact zoals het nu bestaat tussen prof en student.’

Het interview verscheen in Troghs scriptie en in Wij, het studentenblad van het Koninklijk Atheneum van Berchem.

We gaan voort met de tweede interviewer, Vera Schepens.

In 1957 komt de Gentse schrijver Piet Schepens – specialist Noorse letteren – aanzetten met zijn dochter en een andere studente, de kleindochter van kunstschilder Modest Huys. De meisjes willen een interview voor het tijdschrift Inter Nos van het lyceum in Gent.

Vera Schepens: ‘In 1957 stonden Elsschot en Daisne  hoog aangeschreven. Van Elsschot had ik zowat alles gelezen. Mijn leerkracht was opgetogen toen ik mij eens had laten ontvallen dat ik wel een interview met hem kon krijgen. Gwen ging mee met me, omdat er altijd een redacteur van het blad mee moest. Mijn vader begeleidde ons op de daguitstap naar Antwerpen. Elsschot was vriendelijk en nam de tijd voor ons. We zijn er een paar uur gebleven. We kenden geen steno en de bandopnemers uit die tijd waren niet te tillen. We kregen de tijd om alles goed op te tekenen.’

‘Mijn zoon Charly vindt dat er iets van zijn grootvader in Lijmen zit. Ik herinner me de stapels boeken van mijn vader in de woonkamer. Hij betaalde ze allen aan de uitgever en fietste vervolgens rond om ze te verkopen, tot bij Streuvels in Ingooigem. En mijn moeder had een slecht been met open wonden, maar geen idee of mijn vader daar Elsschot ooit over heeft verteld. Ik schrik ongelofelijk als ik besef dat Elsschot toen vijfenzeventig was. Hij was vinnig, alles behalve duffig. Om eerlijk te zijn: ik heb niet zoveel verschil gemerkt met mijn vader, die was toen zevenenvijftig!’

‘Ik weet niet hoe Elsschot privé was, maar de beschrijving in “Het huwelijk” van een vrouw die opkijkt “als een stervend paard” is me altijd bijgebleven. Dat vond ik behoorlijk grof. Daar heb ik nog steeds bedenkingen bij. Maar, om in de terminologie te blijven, hij was het wel die de teugels in handen had. Mijn vader was precies dezelfde.’

Het interview verscheen in Inter Nos in december-januari 1957.

De volgende interviewers zijn Chris Marteleur en zijn vriend Joachim Wolf.

Op maandagavond 16 juni 1958 slepen zij een zware Grundig bandrecorder van de tramhalte naar de Lemméstraat. Voor Op Sinjoorke, het studentenbladvan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen hebben ze er een gesprek met Willem Elsschot. 

Chris Marteleur:  ‘Onze leraar Jean-Baptiste Janssens was een groot fan van Elsschot. En ook de jongens van het atheneum keken op  naar de schrijver. Wij hadden op school net Kaas besproken en ik moet toegeven dat we een beetje gespannen aanbelden. Er kwam een man openmaken en wij zegden, een beetje bedremmeld op de stoep: “We hebben een afspraak met meneer Elsschot.” Wij wisten namelijk niet of hij het was. “Ik zal even kijken of hij thuis is”, zei hij. Op dat moment waren wij zeker : hij was het.

Hij vond het merkwaardig dat we zijn stem wilden opnemen, maar het mocht meteen. We testten het microfoontje, haalden onze voorbereide vragen boven en staken van wal. Zoals : "Hoe is u ertoe gekomen uw eerste werk te doen publiceren?”, “Welk eigen werk vindt u het beste?” en “Welke stad bevalt u het meest?” Alles ging goed tot de vraag: “Gaat u nog schrijven?” Hij antwoordde met luide stem; “Nee, ik schrijf niet meer.”

Hij klonk zo hard dat de jongens opveerden van de schrik. ‘Wij keken naar elkaar, maar kregen geen woord uit onze kelen. We keken naar de bandopnemer alsof die de oplossing zou brengen. Het leek alsof die band eindeloos bleef draaien. We dachten dat we de schrijver zeer beledigd hadden met die vraag, maar hij keek rustig en zei: “Ga maar verder. Als je nog vragen hebt, stel ze.”

Het interview van Marteleur en Wolf werd gepubliceerd in het eerste nummer van het schooljaar 1958-1959 van Op Sinjoorke. De jongens ondertekenen hun verhaal ‘Onze reporters op bezoek bij Willem Elsschot’ met Martelupus.

De audioband is sinds lang gewist, maar Marteleur koestert de opdracht in zijn exemplaar van Elsschots Verzameld Werk: ‘Aan Chris Marteleur, met mijn dank voor zijn belangstelling in mijn werk. Willem Elsschot, 16 juni 1958.’

Raymond

Vrij bewerkt naar "Een Man van Woorden" door Martine Cuyt


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mooiste foto van Wallonië (volgens RTL)

 

La plus belle photo de Wallonie

Het koren wordt opgerold door de kraaien

(rtl)

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onbekend Japan : G8 Hokaido Toyako Summit 2008

 

 

Onze Japanse  video-producent geeft een zeer sfeervolle impressie van de plaats waar in 2008 de G8-conferentie plaatsvond in zijn land.  Ook krijgen we de handtekeningen te zien van de diverse aanwezige premiers. Gordon Brown ondertekent inderdaad als een kwibus.

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 De Islam en de wetenschap
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 

Islam houdt zich meer bezig met techniek dan met wetenschap. De islamwereld heeft  sinds de 17de eeuw niets meer bijgedragen tot de wetenschappen.

 

In de beginperiode van de islam waren het de geleerden die sterk onder de invloed van de oude Grieken stonden die wetenschap beoefenden. Dit gebeurde aan de hand van de vertalingen gemaakt door de oostelijke christenen die onder moslimbestuur leefden.

 

De mythe van de ‘wetenschappelijke geest’ die destijds zou bestaan hebben in de moslimsteden is niet meer dan dat: een mythe. Het ging hier vooral om een zeer kleine minderheid die gefascineerd was door de griekse filosofie en dweepte met Aristoteles. Zij werden echter als ketters beschouwd zowel door het volk als door de schriftgeleerden.

 

Het logisch denken en de ‘redelijkheid’ hebben nooit gebloeid in de islamwereld en werden zelfs beschouwd als laakbare nieuwlichterij en ketterij, onverenigbaar met de boodschap van de islam.

 

 Islamitische intellectuelen zijn ontroostbaar als zij het hebben over het verdwijnen van de gouden tijden van de islamcultuur, maar zij vergeten dat deze bloei vooral gebracht werd door de buurlanden en overwonnen volkeren uit Indië, Perzië en China. De bloeiende beschavingen die ontstonden in grote steden zoals Bagdad, Kaïro, Ispahan, Cordoba werden aangemoedigd door mecena’s en stonden los van de godsdienst. Geleerden als Avarroès en Avicenna werden vervolgd omdat zij teveel belang hechtten aan de rede en het kritisch denken.

 

Volgens de islamitische juristen is de echte islamitische cultuur ontstaan in Medina, ten tijde van de profeet: hoe men zich moet wassen, hoe men moet eten, hoe men moet bidden, hoe men zich moet gedragen in die of die omstandigheid. Als de integristische islam spreekt over wetenschap, dan wordt hiermee de godsdienstige wetenschap bedoeld. Er bestaat geen wetenschap die los zou staan van de islam.

 

De koran spreekt wel van wetenschap, van geleerden, van de noodzaak om na te denken, van de analyse van gegevens, maar altijd met een religieus oogmerk. Absoluut verboden zijn : het in vraag stellen, de twijfel, het kritisch onderzoek.

 

Dit verklaart waarom moslims vandaag wel richtingen kiezen als wiskunde en informatica, maar veel minder onderwerpen als filosofie en  biologie die de voor eeuwig in de koran vastgelegde waarheden zouden kunnen doen wankelen.

 

De moderne technologie kan enkel ten dienste staan van de islam. Zij wordt getolereerd als zij het islamitisch erfgoed versterkt, of tenminste niet tegenspreekt.

 

In de ganse wereld worden de resultaten gepubliceerd van opzoekingswerk dat tot doel heeft ziektes uit te roeien die de mensheid bedreigen. De islamitische ‘geleerden’ laten werken verschijnen over de ‘geneeskunde van de profeet’. Volgens hen hebben de westerse geleerden niets ontdekt dat niet reeds in de koran beschreven staat. Veel moslimgeleerden zijn er heilig van overtuigd dat alle grote wetenschappelijke ontdekkingen van onze tijd, gaande van de kernfysica tot aan de quantumfysica reeds in het heilig boek vermeld zijn.

.

Vrij naar Anne-Marie Delcambre - Vertaling Regus Patoff

.

 

 


29-10-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nooit gezien : zand-animatie uit Oekraïne

 

 

Verrassend en ontroerend




Golfbrekers

Verbonden maar niet aan banden. 

KLIK HIER OM NAAR GOLFBREKERS TE GAAN


Foto

Deze blog leeft van de liefde, de wind en veel enthousiasme. U kan onze werking steunen via 

 banknr 610-5790800-88 

 IBAN BE56 6105 7908 0088 

 BIC DEUT BE BE




Archief Freddy Van Gaever : hier klikken


Opera, Belcanto - Operette en populair klassieke muziek
  • Hier klikken

  • Stuur ons uw reactie



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!