We verlaten Mexico en zetten koers naar Belize. Dat betekent weer een dagje bussen : van Tulum naar Chetumal - laatste stad bij de grens - vult onze voormiddag. Na de lunch vertrekken we in Chetumal met een overvolle bus - vol met kleurrijke mensen. Hier merken we duidelijk dat er meer variatie is in de bevolking, ze wordt uitgebreidt met zwarten - nakomelingen van de vroeger geimporteerde slaven - en creoolse mensen. Het Caraibische gevoel komt onmiddellijk boven als er ook nog eens luide Reggae muziek galmt in de bus. Aan de grens om Mexico te verlaten, moet iedereen uit de bus voor pascontrole en het betalen van "departure tax". Er wordt daar gesjachert met geld en geldige verblijfvergunningen ... we proberen ons er tussenuit te houden. Ook als we niet willen meedoen met het spelletje zegt de man ons "you are still my friend" Ja, Engels is de voertaal in Belize, juist nu we een beetje in ons Spaans kwamen. Iedereen terug "aan boord" om verder te rijden naar de Belize kant. Daar weer iedereen uit de bus, nu ook alle bagage. Voor ons is dat ieders onze rugzak, maar voor de meeste andere passagiers is dat echt sjorren en sleuren. De inwoners van Belize gaan nl. over de grens voor inkopen omdat het daar een stuk goedkoper is. Ook kleine zelfstandigen doen de verplaatsing om dozen en zakken vol "gerief" te gaan halen. Dat vraagt ook heel wat gedoe aan de douane natuurlijk. Enfin, we krijgen een stempel meer in ons paspoort en kunnen terug de bus op. Tijdens de rit begint een nogal guur type een gesprek met Paul : hij blijkt op de bus te "wonen" en rijdt constant over en weer. Onbegrijpelijk voor ons, de chauffeur en de "kaartjesknipper" laten dit duidelijk oogluikend toe. We bussen tot ORANGE WALK waar we bezweet, oververhit en wat verbaasd op de stoep staan te koekeloeren om 4 uur in de namiddag. Het stadje lijkt niet groot, een pleintje vol beton heet tot onze verbazing "parque", geen zocalo zoals we het gewoon zijn ! Veel vuilnis, kapotte dingen ... enfin, we vinden toch dichtbij een redelijk onderkomen en voor de zoveelste keer installeren we ons. Eigenaardig genoeg heeft deze stad heel veel chinese inwoners, die hebben natuurlijk allemaal een restaurant en/of een winkel, dus eten we 's avonds chinees, lekker maar teveel ! De volgende morgen doen we een boottocht over The New River naar de oude Maya stad LAMANAI. De gids - en schipper - wijst ons op de vele specifieke flora en fauna van de streek. Eigenaardig hoe die man in een snelle boot lang op voorhand kan zien of er bvb. een leguaan op een tak zit, een bepaalde bloem in bloei staat, een aap in de bomen zit of een krokodil ligt te zonnen ! Zelfs als hij de boot stil legt, aangeeft waar we kunnen zien wat hij bedoelt duurt het meestal nog een tijd voordat het op ons netvlies komt. Onderweg passeren we een kolonie waar Mennonieten wonen. Ze zijn afgezakt uit Canada maar oorspronkelijk komen ze uit Holland, Duitsland en Rusland. Ze spreken nog een "soort" Duits en gaan heel ouderwets gekleed, een beetje zoals de Amish people. Opvallend is dat de kinderen echt heel blond zijn ! Ze houden zich vooral bezig met landbouw en zorgen dan ook voor 70 % van de voedselproduktie van heel het land. De streek is ook gekend voor de suikerriet plantages. We varen voorbij een verwerkings fabriek waar we de ruwe rietsuiker uit een grote pijplijn rechtstreeks in het ruim van een schip zien spuiten. We leggen ernaast aan, en mogen proeven van het bruine spul, lekker de pure zoetigheid ! De site van LAMANAI is mooi gelegen langs de rivier maar midden in de jungle, waar we worden toegeroepen door de brulapen. Amai mijn oren ! die brullen nogal ... ze smijten ook met takken naar beneden en doen hun behoeften vanop hun hooggelegen plaats. Dat geeft een gevoel alsof we in een film beland zijn, of een pretpark met bangelijke attrakties ?! Na de gevaarlijke beklimming van de grote piramide hebben we dan ook een prachtig 360 º uitzicht. Maar als ge hier struikelt valt ge dood, ge breekt hier gegarandeerd uwe nek ! ´s Avonds pakken we onze reisgids en de landkaart er nog eens bij. Op deze plek moeten we beslissen of we zuidwest doorreizen en zo Guatemala in of Zuidoost richting caraibische zee met de vele eilanden en koraalriffen. Een belangrijke wending ... maar omdat we al verschillende archeologische "oude stenen" gezien hebben gaan we TIKAL letterlijk links laten liggen en we kiezen voor de zee. Dus na 2 dagen staan we terug bij het "betonnen park" op de ochtendbus te wachten. Deze plek heeft voor de rest weinig troeven om ons hier langer te houden. We vinden de stad vuil, overal is er rommel en slingert er vuilnis. De gebouwen zijn aan dringend onderhoud en renovatie toe ! Ook de organisatie van het openbaar vervoer laat te wensen over, eigenlijk is er geen organisatie. Sinds een paar jaar is er geen busstation meer en de bus komt als ze komt. Niemand weet juist waar en wanneer. En toch is dit de grote verbinding vanuit het noorden naar de hoofdstad. Niemand geeft erom, alleen een paar toeristen ... Dus nadat we 3 kwartier op de "express bus" gewacht hebben, stappen we dan toch op een "chicken bus", samen met een 70-tal andere passagiers, een 2de hands wasmachine, een buitenboordmotor in het gangpad, lege plastieken tonnen, zakken appelsienen, en wat bleitende kinderen. Na 3 uur en half en wel 300 stops geraken we in Belize City. Grote stad, mierrennest gevoel. Gelukkig ligt de busterminal dicht bij de water taxi plaats. Een ophaalbrug over en we zijn er . We horen een gids vertellen aan wat Amerikaanse toeristen dat je dit soort ophaalbruggen alleen vind in Nederland en Belize City ... Na 45 minuten over de aquablauwe zee vol met kleine eilandjes staan we op de aanlegsteiger in Caye Caulker. Pak je atlas maar weer eens boven ! Tot de volgende !
Reacties op bericht (0)
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek