Als we in San Juan del Sur naar de vertrekplaats van de bus stappen botsen we puur toevallig terug op de Amerikaanse dames, zij vertrekken ook en ook naar GRANADA. De beslissing is snel genomen; na 10 minuten zitten we weer met xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />4 in een taxi onderweg naar de vroegere hoofdstad. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aan het centrale park staan de paardenkoetsen in een rij te wachten op toeristen. Vaak zijn het Nicaraguanen op stadsbezoek, natuurlijk ook buitenlanders. Het is feest in het park, muzikanten lokken ons naar de plaats van de actie. Er is een danswedstrijd aan de gang, er dansen maar 5 mensen, de andere aanwezigen zijn toeschouwers. Iedereen geniet.
Aan de andere kant van het plein staat de kathedraal, in fel geel. Ervoor staat een metershoog kruisbeeld; dit is het century cross, hieronder werd op de vooravond van 1900 een tijdscapsule begraven gevuld met spullen van die tijd - in de hoop op een vredevolle 20ste eeuw. Spijtig genoeg heeft deze actie zijn doel compleet gemist, als ge de recente geschiedenis bekijkt
gedurende de ganse eeuw heeft het hier overhoop gelegen tussen de Sandinisten en de aanhangers van de Somozas.
We slenteren door de mooie nieuw aangelegde voetgangerszone met trendy eethuizen, cafeetjes en winkeltjes tot aan de kerk van Guadelupe -waar de klokken luiden en de mis begint. We gaan verder tot aan de oevers van het meer. Vele families zitten hier nog met hun zondagse picknick, de kinderen spelen in de verouderde speeltuin, jongeren voetballen op het grasplein, een boot terugkerend van een toer rond de eilandjes - zet passagiers af op de pier, mensen kuieren ijsjes-likkend.
We keren terug naar het centrum langs een andere buurt : zandstraten, kleine donkere houten huisjes. De mensen die op stoelen voor hun deur zitten bekijken ons verbaasd en ongelovig
ze denken zeker dat we verloren gelopen zijn. Eventjes heb ik het gevoel dat we hier absoluut niet moeten zijn, ietwat onwennig. Als we ze begroeten met een buenas noches krijgen we niks dan vriendelijke gezichten, zwaaiende armen en ook ne goeien avond terug.
We bezoeken de oude San Francisco kerk. In feite zijn het alleen de trappen en de lichtblauwe gevel die nog origineel zijn, van 1524, de rest is meerdere malen uitgebrand en telkens gerestaureerd. In het vroegere klooster is een museum waar een uitgebreide collectie pre-Columbiaanse beelden staat, ze zijn ongeveer 1000 jaar oud ! De stenen mensenfiguren dragen grote dierenmaskers op hun hoofd waardoor ze bijna 2x zo groot lijken.
Een andere dag doen we dan weer de westkant van de stad. Daar ligt o.a. de Xalteva kerk. Al van voor de komst van de Spanjaarden was deze plaats Xalteva een Indiaanse nederzetting met bloeiende handelsbezigheden. In 1524 kwamen de Spanjaarden aan en begonnen ze van hieruit met het uitbouwen van de stad, de naam veranderden ze in Granada. Bij de kerk La Merced staat weer zon century cross; dit werd hier gezet eind 1999 voor een goede 21ste eeuw. Laat ons op meer succes hopen dan de vorige eeuw ! Er is de mogelijkheid om in de klokkentoren omhoog te gaan en van daarboven hebben we een schitterend uitzicht op de stad, op het meer en de omliggende bergen. We blijven daar om de zonsondergang te zien, de gloed op de gekleurde huizen en de rode pannen daken is zeer fotogeniek en romantisch.
Wat we hier ook doen ja, dan toch maar is een dagje naar het natuurreservaat op de vulkaan Mombacho (1.640 m). Met een gids rijden we de stad uit tot aan de voet van de berg, daar stappen we over in een jeep die ons een stuk hoger brengt waar we een koffieplantage bezoeken. Vulkaanhellingen en koffie gaan blijkbaar altijd goed samen, als ik nu een dampend tasje koffie zie bekijk ik dat echt met andere ogen. Van daaruit trekken we met een enorme 4x4jeep het lijkt wel een legervoertuig naar het hoger gelegen tropisch nevelwoud. We krijgen een grondige uitleg over het speciale ecosysteem hier en de aparte soorten vlinders, boomkikkers, salamanders en vogels die hier te vinden zijn. Blijkbaar leeft hier ook een groep poemas, volgens onze gids zijn die dieren zo schuw dat we ze niet zullen zien, misschien wel hun sporen.
Dan start de wandeling rond de krater: we zien planten die bij ons kamerplanten zijn en gewoon in een cache-pot passen maar hier dan als reuzengrote, boomhoge, soorten. Onder de bomen groeien heel veel mossoorten, varens en wilde orchideeën. Mooi ! De gids wijst ons ook op de dampgaten; als we ons hand daarvoor houden voelen we de hete zwavelstoom blazen ! De hete adem van een uitgedoofd exemplaar.
Bij de Mirador het uitkijkpunt hebben we een panoramisch uitzicht op het meer, de eilandjes, de stad én ook op de nog actieve vulkaan van Masaya en het kratermeer van Apoyo (daar gaan we binnenkort naartoe). We nemen onze tijd, wat is het toch mooi. Raar dat de vulkanen zo verwoestend kunnen zijn en desondanks daarna zon mooie groene vruchtbare plaats creëren.
De afdaling met die monster jeep is niet gezond voor hartpatiënten, maar ik hou wel van die dingen: het lijkt een super attractie in een pretpark - zo steil met bangelijke haarspeldbochten, met ons hoofd rakelings langs de takken van de bomen of een aflevering van de A-team !
Als beloning voor onze inspanning van de dag laten we ons s avonds masseren : zaaalig ! En zo sluiten we ons bezoek aan Granada af, morgen vertrekken we al naar het Apoyo meer.
|