De eerbiedwaardige "pen pal" spreekt mij de laatste tijd "vaderlijk" (of is het "venijnig" en "rancuneus"?) toe, om mij erop te wijzen dat ik, gezien mijn huidige opvattingen, nog een paar honderd of zelfs duizend levens te gaan heb, voor ik inzie waar het echt om draait!
Dit past natuurlijk in het stramien van de opvattingen rond de "wonderlijke reis" van de ziel/monade (zie mijn artikel: "De ziel en zijn evolutie"), die vertrekt bij de bron "God", om alle mogelijke ervaringen door te maken, om tenslotte terug te keren bij de bron "God".
Wat hier de reden van zou moeten zijn wordt niet meegedeeld. Een reden die ik zelf zou kunnen bedenken is: dat "God" zich stierlijk verveelt, en ook eens wat wil beleven. Dat doet hij dan onrechtstreeks, via de "voertuigen" van zijn scheppingen, van levenloze gesteenten tot mens, en, wie weet hoeveel, nog verder geëvolueerde creaturen!
Zit daar enige waarheid achter, of is het weer eens de vrucht van de wonderbaarlijke menselijke creatieve fantasie?
Ik lig er niet wakker van. Immers: wat "waar" is, wordt te zijner tijd vanzelf geopenbaard. (Of niet!)
|