De euforie rond de stekkerauto
Wie vanaf nu nog een nieuwe diesel- of benzineauto aanschaft, loopt het risico over een of twee decennia met een soort metalen woekerpolis te zijn opgezadeld.
Het vehikel zal een totaal archaïsch product zijn dat alleen nog kan dienen voor kostuumdrama’s uit het einde van de 20e en jaren nul van de 21e eeuw. Het is tweedehands niet meer aan de straatstenen te slijten. Nu al daalt de waarde van diesels die door de sjoemelaffaire in diskrediet zijn geraakt. Dat gaat sneller dan vroeger, omdat consumenten twijfels hebben over de toekomst.
Soms kunnen veranderingen snel gaan, zoals de detailhandel, de banken en de media al hebben ervaren. Dat hoeft met de heilige koe niet anders te gaan.
lelijk
Sinds Tesla deze maand de eerste ‘middenklasser’ lanceerde en Volvo aankondigde vanaf 2019 geen benzine- en dieselauto’s meer te maken, is een ware euforie rond de stekkerauto uitgebroken. Terwijl elektrische auto’s begin dit jaar nog lelijk, onpraktisch en te duur waren, zijn ze nu ineens supercool. ING-economen meldden dat het in 2024 goedkoper is om in een e-auto te rijden dan in een brandstofauto. En in 2035 zal volgens de ING-economen iedereen elektrisch rijden. Dat zal de poolkappen niet meteen voor afkalving behoeden, maar zal de wereld alvast een stuk stiller maken.
Op dit moment rijden er over de mondiale wegen twee miljoen elektrisch aangedreven auto’s tegenover 1,2 miljard lawaaiige personenauto’s en 250 miljoen vrachtwagens, bussen en andere voertuigen met een brandstofmotor.
Als die 99,85 procent van het wagenpark ook elektrisch moet gaan rijden, vergt dat flink wat extra stroom. Als de stekkerauto’s gemiddeld twintigduizend kilometer per jaar afleggen, is 6000 miljard kilowattuur nodig. Wereldwijd wordt nu 1300 miljard kilowattuur aan windenergie opgewekt. Uitgaande van 25 miljoen kilowattuur bij de meest moderne turbine zullen er 250.000 windmolens moeten worden bijgebouwd.
extra stroomvraag
Al die extra opgewekte energie moet wel worden opgeslagen en naar de goede plek – een tankstation voor stekkerauto’s – worden gebracht. In veel landen zal het elektriciteitsnet dit niet aankunnen. Maar er is tijd om in de infrastructuur te investeren.
In Nederland zal de extra stroomvraag van 20 procent al door het huidige net kunnen worden opgevangen, zij het dat in piekuren ‘slim moet worden geladen’ – niet allemaal tegelijkertijd de stekker in de contactdoos stoppen, zoals deskundige Auke Hoekstra van de Technische Universiteit in Eindhoven dat noemt.
De brandstofmotorlobby zal de komende tijd vast een achterhoedegevecht voeren en de voordelen van de traditionele auto blijven benadrukken.
Wie het foldertje bewaart kan er over achttien jaar misschien nog een keer een claimstichting mee oprichten. <