Maak ruimte voor andere orde
Mannen, waar zijn jullie bang voor? Dat een vrouw de lakens gaat uitdelen? Dat Gods gebod overtreden wordt? Dat we verloren gaan als de vrouw in het ambt komt? Bang voor wereldgelijkvormigheid, uitholling van de kerk, afbrokkeling van het fundament?
Er zijn geboden van God waarmee in de kerk heel wat minder krampachtig wordt omgegaan. En als het om het fundament gaat: dat is Christus. En wat Hij als grootste gebod van ons vraagt: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dan is het wel duidelijk wat onze belangrijkste opdracht is: liefhebben.
En mannen, jullie weten toch ook dat ‘er in de liefde geen vrees is, maar dat de volmaakte liefde de vrees uitdrijft’? (1 Johannes 4)
Natuurlijk ken ik de teksten die vrouwen het zwijgen opleggen, maar ik lees nog heel veel meer. Onder meer over sommige vrouwen die een leidinggevende functie hebben, diacones of profetes zijn. Over de opdracht elkaar lief te hebben, de duivel geen plaats te geven, de vrede te bewaren. Over mensen met verschillende gaven. Over ruimte maken voor iemand die een woord van God heeft. Over de ander hoger achten dan jezelf.
van een andere orde
Geliefde broeders en zusters, waarom zo krampachtig? God is toch veel groter dan wij ooit kunnen beseffen? Gods liefde en heiligheid overtreft alles; wij zijn maar kleine schepselen, die soms een glimp opvangen van God en Hem ervaren in ons leven. Waarom moet Gods oneindige grootheid en zijn fontein van levend water door ons als kerken steeds gekanaliseerd worden? Afgebakend, ingeperkt, alles in hokjes en vakjes gestopt? Alles overzichtelijk en geordend. Ja, God is een God van orde, maar wel van een heel andere orde dan de onze.
ambt
Misschien doen we er beter aan de invulling van het hokje ‘ambt’ eens tegen het licht te houden. Professor C. Graafland schreef jaren geleden al: de ambten zoals we die in de gereformeerde traditie kennen, kun je niet een-op-een uit de Bijbel halen. Zijn we niet hard bezig het werk van de Heilige Geest tegen te houden door allerlei beperkingen op te stellen, door mannen of vrouwen die geroepen zijn door Hem, geen ruimte te geven om gehoor te geven aan hun roeping? Doordat het niet in ónze vakjes past?
Voor wie nu denkt dat ik wel voor de vrouw in het ambt zal zijn, dat laat ik graag in het midden. Ja, ik ben scriba in een Christelijke Gereformeerde Kerk, maar dan wel in een verlegenheidsconstructie. Ik ben geen ouderling of kerkenraadslid. Ik ambieer het ambt ook niet, maar ik voel me wel geroepen voor deze taak. Uit mezelf zou ik er niet op ‘gesolliciteerd’ hebben. Toen ik ervoor werd gevraagd, was mijn eerste reactie: ‘Nee, joh, dat is niks voor mij!’ Ik heb toch ‘ja’ gezegd, omdat God mij duidelijk maakte, dat Híj dacht dat ik dat werk goed kon doen, en dat Hij mij daarvoor de kracht, wijsheid en talenten geeft.
zegen ontvangen
Daarom heb ik destijds gevraagd of ik wel voor in de kerk de zegen mocht ontvangen bij aanvang van mijn taak. Om daarmee aan te geven, dat ik die nodig heb! Ik kan dit niet in eigen kracht.
Tot mijn eigen verbazing ervaar ik over het algemeen veel voldoening bij het uitvoeren van dit werk in Gods koninkrijk. En nee, ik houd echt niet altijd mijn mond dicht, want de broeders zijn mans genoeg om van zich te laten horen als ze een ander inzicht zijn toegedaan.
Bovendien, proberen we niet allemaal Jezus na te volgen met vallen en opstaan? Zijn we daarin niet gelijk? Zoals Paulus ook zegt in Galaten 3: ‘Want u bent allen kinderen van God (...) daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw, want allen bent u één in Christus Jezus.’ We worden allemaal – mannen én vrouwen – geroepen onszelf als een levend offer toe te wijden aan zijn dienst. Als we daarvan als kerk meer werk zouden maken, zou er mijns inziens heel wat minder haarkloverij zijn.
Tot slot: Jezus was niet gereformeerd of hervormd of vrijgemaakt, maar joods, zonder ‘ambt’ zoals wij dat kennen, maar mét een roeping en een opdracht. En Hij was niet bang om buiten de geijkte paden te lopen en plaatste mensen niet in hokjes. Dat geeft toch te denken. <