Oproep bouw en metaal: bevries de AOW-leeftijd
Den Haag
De werkgevers verwezen maandag in Het Financieele Dagblad naar de ‘alarmerende stijging van het aantal arbeidsongeschikten’ sinds de vut is afgeschaft en de pensioenleeftijd in stappen omhooggaat. Volgens het pensioenfonds voor de kleinmetaal (PMT) is het aantal nieuwe arbeidsongeschikten in de metaalindustrie sindsdien verdubbeld. Daarom moeten beoefenaars van zware beroepen eerder met pensioen kunnen, zei PMT-bestuurder Jan Berghuis vorige week tegen de Volkskrant.
Het tempo waarmee de pensioenleeftijd wordt verhoogd, ligt in Nederland best hoog, zegt Jos Kleiboer, directeur bij de Metaalunie. ‘Werknemers hebben moeite dat tempo te volgen.’ Ze melden zich daarom voortijdig ziek en krijgen een arbeidsongeschiktheidsuitkering om de periode tot hun pensioen te overbruggen. Vanwege hun al vaak lage inkomen en geringe hoeveelheid spaargeld zijn deeltijdwerken en vroegpensioen voor velen met een zwaar beroep geen haalbare kaart, aldus de werkgeversorganisaties.
De discussie over een vervroegde pensioneringsmogelijkheid voor mensen met zware beroepen sleept al langer dan tien jaar, maar wordt nu acuut. In 2006 werd de mogelijkheid om vanaf 62 jaar met prepensioen te gaan weliswaar afgeschaft, maar er werden overgangsregelingen afgesproken van tien jaar. Die lopen nu op hun eind, net op het moment dat de AOW-leeftijd omhooggaat. Daardoor hebben 58-jarige werknemers nu het vooruitzicht dat zij pas op hun 67e, misschien 68e verjaardag met pensioen kunnen.
Voor de beter betaalden is dat geen schrikbeeld. Zij hebben de financiële ruimte om te sparen en – als ze dat willen – om de pensioenuitkering van het pensioenfonds al voor de AOW-leeftijd te laten ingaan. Zij hebben de AOW, het staatspensioen, niet nodig om rond te komen. Dat geldt niet voor lager betaalden. Zij kunnen de AOW-uitkering niet missen. Maar die uitkering begint pas op 66 jaar of later. Dat begint nu te wringen, vooral omdat de levensverwachting van lager opgeleiden lager is dan die van hoger opgeleiden.
definitie
Vakbonden en werkgevers zetten de politiek daarom onder druk om een oplossing te vinden, en dan in het bijzonder VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, die een coalitie proberen te vormen. Een lastig punt is de definitie van ‘zware beroepen’ en welke professies daaronder zouden moeten vallen.
De sociale partners wijzen erop dat achttien andere lidstaten van de Europese Unie wettelijk hebben vastgelegd welke beroepen zo zwaar zijn dat ze recht geven op vervroegd uittreden. Dus dat moet in Nederland ook kunnen, vinden zij.
De vakbonden en werkgevers waarschuwen dat ouderen met zware beroepen anders steeds massaler zullen uitvallen en medisch afgekeurd zullen worden, waardoor de uitgaven aan arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zullen stijgen. Linksom of rechtsom betaalt de overheid de rekening dus sowieso, is hun betoog. Via de AOW, of via bijvoorbeeld de WIA. Den Haag ziet vooralsnog meer in het flexibiliseren van de AOW-leeftijd, dan in het maken van wettelijke uitzonderingen voor specifieke beroepen. Maar voor elk jaar dat de AOW eerder wordt opgenomen, wordt de uitkering wel zo’n 8 procent lager. <