Moeten of ontmoeten
‘Je bent de hele dag bezig’, zegt Mirjam. ‘Een pauze zit er niet in. En je hoopt dat het allemaal past in de tijd die je hebt.
Maar wat mij steeds zwaarder valt, is dat dat ten koste gaat van het contact. Eigenlijk kom ik alleen maar binnen bij mijn cliënten als er iets moet. De tijd voor gewoon contact is er niet meer, of neem ik niet meer. En het lijkt wel of de cliënten dat voelen. Ze werken minder mee.’
Mirjam werkt al jaren als begeleidster bij mensen met een verstandelijke beperking. Een van die mensen is Peter. Een forse man van in de dertig met vaak onvoorspelbaar gedrag. Hij is niet zindelijk en moet iedere dag onder de douche. Maar dat douchen en vooral het uit- en aankleden zijn iedere dag weer een strijd. Mirjam is een begeleidster boordevol inzet en met tomeloze energie. Maar het kost haar heel wat moeite om Peter (en zichzelf) heelhuids door het badritueel te manoeuvreren.
Mirjam heeft een dochter van drie jaar. Wat haar ontwikkeling betreft is ze Peter al duidelijk voorbij. ‘Hoe doe jij jouw dochter in bad?’ vraag ik aan haar. Ze is verbaasd over die vraag. ‘Gewoon’, zegt ze, ‘zoals iedere moeder dat zou doen.’
‘Maar moet je dochter schoon worden?’ vraag ik. ‘Daar denk ik niet aan’, zegt ze, ‘dat gaat vanzelf.’
‘Wat is het belangrijkste als je je dochter in bad doet?’ vraag ik. ‘Dat is het contact’, zegt ze.
‘Wil je dat beeld van je dochter nu eens naast het baden van Peter leggen?’, vraag ik. Samen komen we erop uit dat het moeten in de zorg voor Peter te veel de plaats van het contact heeft ingenomen. We willen niet dat hij ziek wordt, hij moet schoon zijn en vooral lekker ruiken. Maar waar is de ruimte voor het menselijk contact gebleven?
Natuurlijk is een goede hygiëne belangrijk voor Peter. Maar als de dagelijkse verzorging verschraalt tot een reeks van min of meer technische handelingen die allemaal ook nog eens geregistreerd moeten worden, dan gaat dat ten koste van het contact.
Tijd is schaars in de zorg, maar als je alleen op de klok en de hygiëne gaat letten, is het samen genieten er niet meer bij. Goede zorgverlening begint niet met moeten, maar met ontmoeten. Daar worden we allemaal meer mens van.