Luister naar

Essay: Wie nadenkt, krijgt geen zes kinderen

Nieuws
Daniël  Gillissen Daniël Gillissen
donderdag 29 juni 2017 om 11:13

Magrethe en ik waren al jong een stel. De kleintjes van mijn broer en zus vonden wij reuzelief. Het was voor ons daarom geen vraag of we ooit kinderen zouden willen. Bijna elke jongere verwacht kinderen te krijgen, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het liefst twee. Voor ons voelde een iets groter gezin logisch. Maar zes, net zo veel als mijn ouders? Dat had ik nooit bedacht.

Hoewel … Mijn vrouw herinnerde mij bij het schrijven van dit essay aan een bezoek van een CBS-enquêteur toen wij vier kinderen hadden. Op de vraag hoeveel kinderen ik maximaal wilde, antwoordde ik spontaan: ‘Nou, euh, zes.’

Met zes kinderen in de leeftijd van 15 tot 1 jaar behoort Magrethe tot een minderheid van 1 procent van de moeders die zes of meer kinderen heeft, meldde het CBS ter gelegenheid van Moederdag. ‘Grote gezinnen zijn niet gebruikelijk.’ Ik neem aan dat ik als vader daarmee ook tot een selecte groep behoor.

Er zijn steeds minder grote gezinnen. Dat is vooral iets van vroeger. Van de moeders boven de 75 jaar heeft tien procent nog zes of meer kinderen. ‘Het krijgen van kinderen wordt steeds nauwkeuriger gepland’, aldus het CBS. Zes kinderen plan je niet.

***

Onze eerste kregen we op ons 23e. Wat een feest was dat. Een lief klein meisje, ons hart sprong op van vreugde. Vijftien maanden later volgde een zoon. Twee dicht op elkaar leek ons erg gezellig. Op de tienerclub van onze kerk, waarvan wij leiders waren, zaten een zus en een broer die weinig scheelden in leeftijd. Ze trokken veel samen op. Het leek ons fantastisch als onze kinderen zo met elkaar zouden omgaan. En het is ontroerend goed gelukt: Zippora en Samuel delen hun leven door alles te bespreken en voor elkaar te zorgen. ‘Als alles kapotgaat, heb ik altijd Sam nog.’

We waren jonge ouders. Ik zie nog de verbazing op de gezichten toen we tijdens een vakantie neerstreken op een Frans terrasje: twee kinderen met twee kinderen. De toeschouwers hadden gelijk, denk ik achteraf. Onze jeugdige overmoed had een groot voordeel: we konden onbezorgder ouders worden dan vrienden die rond hun dertigste hun eerst kind kregen.

Met twee kinderen incasseerden we onze eerste negatieve reactie. Een oudere man ging bij het zien van onze twee kinderen helemaal door het lint. Hoe durfden wij kinderen te krijgen? Het was onverantwoord gezien de toestand waarin de aarde verkeerde. We hadden een voorbeeld aan hem moeten nemen: bewust kinderloos.

We hebben er vast wat tegenin gebracht – zoals de steeds terugkerende berekening dat Nederlandse vrouwen te weinig kinderen krijgen om in de toekomst onze welvaart op peil te houden. In elk geval hebben we niet geluisterd. Binnen zes jaar hadden we met ­Paulus en Silas erbij vier kinderen.

Over ‘nummer vijf’ (raar om je kinderen met nummers aan te duiden) hebben we bewust nagedacht. In een ­vakantie in Frankrijk rijpte het beeld dat ons gezin nog een baby’tje miste. ‘Ik heb nog zo veel liefde te geven’, zei Magrethe. Een jaar later was Naäma bij ons. De kers op onze gezinstaart. We leken compleet. Maar we hadden kunnen weten dat een kers nooit alleen komt. Drie jaar later werd Dan geboren. Jozef Dan, want God voegde hem toe aan ons gezin.

***

Overwegingen die een rol spelen bij het krijgen van kinderen zijn volgens het CBS het opgeven van de vrijheid en financiële ruimte. Niet zonder reden. Bij één kind ben je je vrijheid al behoorlijk kwijt – hoewel wij onze oudste werkelijk overal mee naartoe namen. Bij zes kan die helemaal verdwenen zijn – afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en hun verantwoordelijkheidsgevoel. Onze oudste twee kunnen inmiddels behoorlijk zorg dragen voor de anderen, waardoor onze vrijheid weer toeneemt.

De financiële gevolgen van het hebben van kinderen zijn enorm. Eten, kleren, sporten – alles kost geld. En zes tikken extra aan. Bij uitjes als de bios, een terrasje of een speelparadijs – yes, onze kinderen gaan steeds meer voor beleven in plaats van hebben – voelen we in de portemonnee dat we met een flinke club zijn. Dat betekent keuzes maken. Toen we net een groter huis hadden gekocht, verwachtten wij een vierde. Dat kwam goed uit – voor iedereen een eigen kamer. Inmiddels is het huis wat dat betreft te klein. Wij slapen op het kleinste kamertje. De jongsten slapen in duo’s. Onze 21 jaar oude Volvo rijdt nog steeds – met inmiddels 555.000 kilometer op de klok. We sparen voor een auto met voldoende zitplaatsen.

Wie logisch nadenkt, krijgt geen zes kinderen. Ze bezorgen je gigantisch veel werk, kosten veel geld en al je tijd. Een groot gezin houdt nooit op. Puf je uit wanneer de jongsten in bed liggen, komen de oudsten je rust verstoren na een avond met vrienden. Vannacht was Dan weer een paar keer wakker. Om half drie heb ik een fles gemaakt. Om zes uur was zijn slaap voorbij. Slopend op den duur – en wij zijn al vijftien jaar onafgebroken ‘jonge ouders’. Dat nachtelijke gedoe alleen al kan reden zijn er na twee of drie klaar mee te zijn. Heerlijk, eindelijk gewone nachten maken.

Het CBS noemt het niet, maar ‘de standaard’ speelt vast een grote rol bij het bepalen van het kinderaantal. Drie kinderen mag dan het nieuwe twee zijn (Nederlands Dagblad, 2 januari 2010), in de cijfers zijn grote gezinnen nog niet terug te zien. Er zijn vooral gefronste wenkbrauwen. Want wie ‘neemt’ er nu zes kinderen?

Tot voor kort had ik de innerlijke dwang te laten zien dat wij een groot gezin goed aankonden. Dus voordat we met z’n allen uit de auto rolden, eerst de vermaning aan een ieder zich rustig te gedragen. En zelf uiterste relaxtheid uit te stralen als een kind het in een winkel op een brullen zette of ze elkaar een mep verkochten.

Ik let er nog steeds op, maar ik heb het idee dat ik iets minder geef om blikken van anderen. Ik vind het nu gewoon stoer. ‘Ja, deze zes zijn van mij – ja, ook van haar.’ ‘Nee joh, we zijn geen samengesteld gezin. We kennen elkaar al 22 jaar.’

***

Wat geven de zes ons – naast natuurlijk wonderlijk veel liefde? Ons gezin leert mij hoe het leven is. Je kunt niet alles regelen en in eigen hand houden. Een, twee of drie kinderen kun je volledig verzorgen, in de gaten houden – met mitsen en maren alle aandacht geven. Bij zes is dát onmogelijk. Je moet ze loslaten – overgeven. Dat leert mij rust. Ik hoef niet alles te beheersen. Doe wat je kunt doen en het komt goed. Terugvallen op een basaal vertrouwen dat er voor je wordt gezorgd.

Ons gezin had niet anders kunnen zijn. We kunnen het aan; het past bij ons. En bij de kinderen – al heeft de een meer tijd voor zichzelf nodig dan de ander. Ze leren liefde, eten en speelgoed delen, voor zichzelf opkomen, elkaar helpen, verantwoordelijkheid nemen; een mini-samenleving.

Onze kinderen herinneren ons volop aan alle goeds. Deze maand waren wij zeventien jaar getrouwd. ­Zippora maakte een mooi A4’tje met daarop de tekst: ‘6209 dagen, twee keer verhuisd, heel veel vakanties, zes mooie kinderen. Megaveel herinneringen. We love you.’

Ik heb zin om naar huis te gaan. De verhalen van Paulus en Silas aan te horen, die na schooltijd met hun kleren aan van een brug de beek in zijn gesprongen. Mijn armen te spreiden als Dan (1) op mij af komt rennen met zijn guitige ogen en grote glimlach onder zijn blonde krullen. ‘Appa!’ Dan borrelt de liefde onstuimig op en heb ik wat nodig is om na een drukke werkdag door te gaan.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Bram van de Beek is emeritus hoogleraar symboliek aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Een goede pastor zijn - dat kan alleen als het verdriet in je leven is gekomen

‘Je merkt aan een dominee of het verdriet in zijn leven is gekomen’, zei een bejaarde man lang geleden tegen Bram van de Beek, zonder levenservaring in zijn eerste gemeente. Die man had gelijk, weet hij nu.

Met name in de omgeving van de Technische Universiteiten in Eindhoven – ‘Brainport’ – en Delft krioelt het van de startups.

Startende bedrijven groeien, maar dat gebeurt niet dankzij de Nederlandse banken

In de omgeving van de Technische Universiteiten in Eindhoven en Delft krioelt het van de startende bedrijven, schrijft Peter de Waard, maar waarom profiteert de Nederlandse economie daar nauwelijks van?

Afbeelding

Wat vinden ND-lezers ervan dat ze tijdens het winkelen gefilmd kunnen worden in de supermarkt?

Verschillende supermarkten experimenteren met bodycams tegen diefstal en agressie. Acht ND-lezers vertellen waarom dat wel of juist niet bijdraagt aan de veiligheid.

Ze weet niet dat ze lichtjaren verwijderd is van wat wij willen. Van wat ze moet kunnen om mee te doen met ons.

Is deze vrouw het geld waard dat we in haar steken? Die vraag zit ook wel een beetje in mij

Ze krijgt een uitkering, een huis, geld om in te burgeren. Hoe krijgen we dit ooit terugbetaald? Carine Heinhuis merkt dat die gedachte ook bij haar leeft als ze migranten les geeft. Maar dan kijkt ze die ene vrouw aan.

In de rubriek 'Van de redactie' schrijft een lid van de hoofdredactie over de journalistieke keuzes van het Nederlands Dagblad.

'No media needed', schreef Wilders. Maar dat is een vergissing. We zijn geen dictatuur

We gaan de media versterken, beloofden de coalitiepartijen aan het begin van de formatie. Maar daar blijkt vooralsnog bar weinig van: de btw op kranten gaat zelfs fors omhoog.

Sta migratie gereguleerd toe. Daardoor wordt de kaalslag op sociale zekerheid voorkomen. Ook is het dan beter mogelijk om de effecten van migratie op de huizenmarkt in goede banen te leiden.

Johan Graafland: En toch, zeggen ook mijn studenten, is gereguleerde migratie beter

Kabinetsformateur Richard van Zwol zit in een spagaat, constateert Johan Graafland. Van Zwol adviseerde met zijn staatscommissie ‘gecontroleerde migratie’, maar zet nu een kabinet in elkaar dat tegen dat advies ingaat.