Op het meer werken duizenden kinderen.
Het was vroeg in de ochtend, het werd langzaam licht en Anita Budu keek met spanning in de verte. Ze stond op het dek van een schip. Anita is directeur nazorg voor IJM Ghana.
Nog even en haar team zou ontdekt kunnen worden door de vissers op het meer. Op het spel stond de zorgvuldig geplande actie om kinderen te redden die als slaven werken op de vissersschepen op dit enorme meer.
Anita probeerde radiocontact te krijgen met de politie en het team van International Justice Mission, IJM, die in een boot op weg waren naar hun doel. Maar in dit afgelegen gebied ving de radio geen signaal op. Anita probeerde contact te maken met haar mobiel.
Eindelijk kwam er bericht: ze waren onderweg en de redding kon beginnen. Anita kon de reddingsboten niet zien doordat een eiland ze aan haar zicht onttrok. En ze verloor weer het radiocontact. Voor Anita’s gevoel duurde het té lang tot haar radio begon te werken: ‘Bereid u voor tien kinderen op te vangen!’
De reddingsoperatie was gelukt. Vijf reddingsboten kwamen naar Anita’s schip. Het was de grootste reddingsoperatie die IJM samen met de Ghanese politie ooit uitvoerde.
Dertig jongens en een jonge volwassene werden gered. Elf verdachten werden aangehouden op verdenking van het misbruiken van kinderen door ze lange dagen te laten werken onder gevaarlijke omstandigheden.
Toen de kinderen op Anita’s boot kwamen, waren ze bang en achterdochtig – zo hadden ze geleerd te leven – en gekleed in vodden.
De jongste was een meisje van zes. De kinderen kregen schone kleren, eten en medische zorg. Aan wal in het nazorgcentrum was er een bed voor hen. Ze konden er spelen en hun ervaringen delen. Zo drong het tot hen door dat ze vrij waren.
Ze blijven in het nazorgcentrum tot het veilig genoeg voor hen is om terug naar huis te gaan. Een jongen van tien jaar zong:
I’ve got joy, joy down in my heart.
I’ve got joy, joy down in my heart.
De andere kinderen vielen in:
Look what the Lord has done for me:
Jesus has come to set me free.
I’ve got joy, joy down in my heart.
Zo is het mij verteld, en zo geef ik het graag door. Want op het meer werken duizenden kinderen, de meerderheid als slaaf. De meesten zijn tien jaar jaar of jonger. Sommigen kunnen nauwelijks zwemmen. Door het gevaarlijke werk raken kinderen gewond zonder ervoor te worden behandeld. Van hun eigenaren hoeven ze geen compassie te verwachten. Die willen de macht behouden door ruwe klappen of door een paar dagen geen eten te geven.
Maar daar in Ghana was er hoop en ging opnieuw de profetie in vervulling, die eeuwen geleden is geprofeteerd door Jesaja over de Messias: ‘De Geest van God, de Heer, rust op Mij, want de Heer heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding.’