Onderzoek naar positie van christenen in Turkije
Den Haag
Dat schrijft minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer. Aanleiding is de ‘inbeslagname’ van Aramese christelijke kerken door de Turkse overheid. ChristenUnie, VVD, SP, PvdD, PVV, SGP en CDA eisten maatregelen van het Nederlandse kabinet.
Volgens Koenders ontkennen de Turken dat de kerken in beslag genomen zijn. Formeel gaat het om ‘een eigendomsoverdracht naar aanleiding van een bestuurlijke herindeling’ in de provincie Mardin.
Ook zijn de kerken volgens het kabinet niet overgedragen aan Diyanet, het Turkse ministerie van Godsdienstzaken, zoals de Aramese gemeenschap meldde. Maar: ‘Het effect van de bestuurlijke herindeling is wel dat een aantal eigendommen die al meer dan duizend jaar in gebruik zijn bij de Aramese gemeenschap nu eigendom zijn geworden van de Turkse staat.’
De Nederlandse ambassade in Ankara heeft ‘nauw contact’ met de Aramese gemeenschap en met organisaties die zich bezighouden met de rechten van minderheden in Turkije, schrijft Koenders. ‘Nederland zal de rechten van religieuze minderheden in Turkije bij de autoriteiten blijven aankaarten. Samen met een aantal andere EU-ambassades zal de situatie van de christelijke minderheden ter plekke zo spoedig mogelijk door middel van een veldbezoek verder worden onderzocht.’
Volgens de Aramese Beweging voor Mensenrechten, een organisatie in Enschede, verslechtert de situatie van de Arameeërs in Turkije snel. Arameeërs mogen volgens de organisatie nauwelijks kerken bouwen of herstellen, waardoor hun vrijheid van godsdienst wordt aangetast. Ook is onderwijs in de Aramese taal verboden. Vorig jaar kwamen ook al enkele kerken in Diyarbakir onder controle van de Turkse overheid.
‘Het gaat op dit moment te ver om te stellen dat er in Turkije sprake is van systematische christenvervolging’, schrijft Koenders. ‘Wel blijven de rechten en positie van christelijke minderheden een zorgpunt.’ <