Formeren na bezinning
De kabinetsformatie gaat vandaag een nieuwe fase in. Het bezinningsweekend waartoe informateur Edith Schippers vrijdag opriep, is voorbij. De vraag is of partijen nu iets anders vinden dan vorige week. Schippers deed haar oproep aan de diverse fractievoorzitters omdat met alle herhaalde uitgesproken voorkeursopties geen meerderheidscoalitie valt te smeden.
Zijn de blokkades en de ‘njet’s’ die vorige week zonder veel schroom werden uitgesproken inmiddels verdampt? Zo ja, dan kan de informateur met een groep van vier fractieonderhandelaars fris en vrolijk verder onderhandelen. Het zal moeten blijken.
Schippers’ taak is, volgens een van de formatiewetten, faseren en elimineren. Je moet echt zeker weten dat de een niet met die ander in zee wil. De parlementaire geschiedenis biedt voorbeelden van een vastgelopen onderhandelingsronde die later werd vlot getrokken. Zo’n lijmpoging valt nog steeds niet uit te sluiten, meent PvdA-leider Lodewijk Asscher en hij heeft daar ook wel argumenten voor. De vier partijen waren en zijn nog steeds erg lief voor elkaar, sinds hun overleg vorige week ‘klapte’.
Een andere optie is dat Schippers D66-leider Alexander Pechtold en zijn ChristenUnie-collega Gert-Jan Segers even apart neemt. Beiden werpen geen blokkades op, maar de inhoudelijke afstand tussen de libertijnse partij die D66 is en de orthodox-christelijke fractie is heel groot. Pechtold benadrukt dat de laatste dagen ook voortdurend. Dat kan bedoeld zijn om tegen zijn achterban te zeggen dat het heel moeilijk is, maar dat het niet anders kon. Een sessie waarin beide heren bij de informateur aanschuiven, kan duidelijkheid verschaffen of een vervolgroute met onderhandelingen tussen het ‘motorblok’ van VVD, CDA en D66 en de ChristenUnie kans van slagen heeft. Zo niet, dan kan die optie geschrapt worden.
In die zin is deze nieuwe week in de formatie zeker belangrijk. Gaat het lukken weer serieus te werken aan een stabiel meerderheidskabinet? Tegelijk heeft Schippers groot gelijk als ze een beetje relativerend zegt dat er altijd wel een regering gevormd wordt.
De ervaringen van het kabinet Rutte-II als minderheidskabinet laten zien dat die constellatie bepaald niet slecht heeft uitgepakt voor het land. Vooralsnog is die ontsnappingsroute niet aan de orde. Maar wanneer partijen stug aan hun eigen eindje blijven vasthouden en weigeren aan te schuiven bij de informateur, of niet in staat zijn naar elkaar toe te bewegen, dan komt een minderheidskabinet wel dichterbij. Zo’n kabinet wordt gedwongen nauw met het parlement samen te werken. Dat heeft zeker ook voordelen.
de mening van het Nederlands Dagblad