'Duitse Audi-werknemers moeten geduld hebben'

Eindhoven

‘Als de directie geen perspectieven biedt voor productielijnen in Duitsland, maar alleen voor onze buitenlandse fabrieken, dan is het ongenoegen bij de Duitse werknemers meer dan gerechtvaardigd.’

Zo reageert voorzitter Peter Mosch van de ondernemingsraad in Ingolstadt, de thuishaven van Audi, op het nieuws dat ook het tweede volledig elektrische model van Audi in Vorst (België) van de band gaat lopen. ­Mosch en vakbondsvertegenwoordigers eisen dat de elektrische toekomst ook in de fabrieken in Ingolstadt en Neckarsulm zichtbaar wordt.

De Duitse Audi-werknemers voeren eerder blind op de belofte van bestuursvoorzitter Rupert Stadler, dat vanaf 2020 Ingolstadt elektrische auto’s gaat bouwen. Maar na de jongste ontwikkelingen wil Mosch daarover harde toezeggingen. Hierin speelt mee, dat een Audi-woordvoerder zich donderdag in Die Welt niet wilde vastleggen op de belofte dat vanaf 2020 elektrische Audi’s het label Made in Germany krijgen.

‘Audi is een wereldspeler’, erkent Mosch in de Duitse pers. ‘Maar het Audi-hart moet sterk kloppen waar het zich bevindt – in Duitsland.’

Sportback GT

Woensdag maakte de Duitse producent bekend dat in Vorst vanaf 2018 niet alleen de eerste elektrische Audi wordt gebouwd (een SUV), maar – vanaf 2019 – ook het tweede model, de vierdeurs e-tron Sportback GT.

Dit hoeft voor de Duitse werknemers echter geen hard gelag te zijn, zegt Maarten Steinbuch, hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven. ‘Hun angst is begrijpelijk, maar niet logisch. De verandering in de personenautowereld naar elektrisch is gaande en zal de komende jaren versnellen. Audi zal straks niet meer genoeg hebben aan de productiefaciliteiten in Vorst. Andere Audi-fabrieken, ook die in Duitsland, zullen eveneens omgebouwd moeten worden voor de productie van elektrische auto’s.’

Eind april meldde Volkswagen, het moederbedrijf van Audi, zijn investeringen in het ontwikkelen van elektrische auto’s en andere alternatieven de komende vijf jaar te verdrievoudigen. In 2026 moet een kwart van alle nieuwe Audi’s op stroom rijden.

‘De Duitse werknemers moeten nog even geduld hebben’, zegt Steinbuch.

extra banen

De komst van het tweede elektrische model naar Vorst levert de Belgen vijfhonderd extra banen op. De bouw van de beide e-wagens komt in de plaats van de productie van de ‘fossiele’ A1, die naar Spanje verhuist.

Om de eerste elektrische Audi naar Vorst te halen, stelde de Belgische overheid de autobouwer een steunpakket van 130 miljoen euro in het vooruitzicht. Of de staat ook bijspringt nu de tweede elektrische Audi in de buurt van Brussel wordt gefabriceerd, is niet bekend.

bezettingsgraad

Duidelijk is wel, dat de verbouw van de fabriek in Vorst, om er elektrische wagens te kunnen maken, ingrijpend en kostbaar is.

Volgens Hubert Waltl, directeur productie en logistiek bij Audi, is de keuze om ook de tweede elektrische Audi in België te bouwen, logisch in het licht van de investeringen. De komst van nog een model ‘verbetert de bezettingsgraad in onze fabriek in Brussel’, heet het in een verklaring.

Daar komt bij dat de tweede elektrische auto van Audi gebruikmaakt van hetzelfde platform (‘bodemplaat’) als de eerste.

‘Qua investeringen is de beslissing te begrijpen’, vindt voorzitter Mosch van de ondernemingsraad. ‘Maar in Duitsland moet Audi zijn werknemers snel perspectief bieden.’ <