Verloren verwarring

Ik zie de bomen niet meer. En waar het licht was, Vallen hun schaduwen om mij heen in het gras. Alleen in het gras, kan ik slechts blind staren. Ik zie haar niet, Haar beeltenis is mijn geestelijk ervaren ervaren. Mijn hart voelt zich verloren, In dit seizoen zonder licht. Een bos van hoge stammen omsluiten mijn wezen, En brengen mij uit mijn evenwicht. Ik ben een ontwortelde, Die haar beeltenis wil bewaren. Gevangen in een winterbos, Ontdek ik hiervan de gevaren.
|