Vandaag vertrekken we voor een driedaags bezoek aan de Dogon. Dit is een volk dat leeft aan de voet van een 200 kilometer lange klif, de Bandiagare-klif, die loopt zoals een muur door Mali van het westen naar het oosten. Na een urenlange rit op een hobbelige piste daalden we tevoet de 200 meter diepe falaise af. Hier en daar speelde mijn hoogtevrees parten, maar al bij al mijn dagelijkse wandelingen met de hond thuis hebben me flink geholpen deze zware tocht onder de brandende zon héél goed door te komen. We kwamen aan in het dorpje Kanikombolé waar we na uitblazen en de dorst te lessen konden lunchen en genieten van een siësta. In de namiddag gingen we de hoger gelegen heilige plaatsen bezoeken waar de besnijdenis seremonies doorgaan, een wansmakelijk oord tussen de rotsen waar de gids ons voorzag van smeuige verhalen. Aan sadisme hebben ze hier geen gebrek... tegen zonsondergang wandelden we gedurende een uur door het zand tot Téli, een campement waar we het avondmaal (rijst, tomatensaus en taaie kip vormen het standaard menu) gebruikten en onder de blote hemel boven op het dak probeerden te slapen. Geiten, ezels en kinderen deden naast een felle wind hun uiterste best om dat te verhinderen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|