WELDRA WORDT IK 62. EN IK BELOOF PLECHTIG. DAT IK NIET MEER ZAL ZEUREN. OVER AL DIE OUDERDOMS KLEUREN. EEN VLEKJE HIER,EEN VLEKJE DAAR. DAT HEEFT TOCH OOK ZIJN CHARME NIETWAAR? WEL DAT IS EEN PLICHT. EEN PLICHT VAN MOGEN OUDER WORDEN. EN IK VIND HET FIJN. DAT IK ER NOG STEEDS MAG ZIJN.
HET WEER GAAT WEER WILD TEKEER. REGEN EN WIND ZIJN ER WEER. IK WEET,HET ZIJN MAARTSE BUIEN. HOP,WEER IN DIE DIKKE TRUIEN. WANEER KOMT NU EENS DE ZON? ALS IK DIE MAAR TOVEREN KON. ZE ZOU NOGAL SCHIJNEN. EN AL DE WOLKEN DOEN VERDWIJNEN. ACH, HEB NOG WAT GEDULD. DE HEMEL WORDT NOG GEVULD. EN DAN GA JE WAT ZIEN. DAN SCHIJNT HET ZONNEKE VOOR TIEN.
VANDAAG ZIJN WE WEER BLIJ. DE ZON SCHIJNT VOOR JOU EN MIJ. IK DACHT ALE,WAAR ZIT DIE NU TOCH WEER? AL DIE REGEN,KEER OP KEER. MAAR JE ZIET,ZE KAN NOG SCHIJNEN. EN AL DE WOLKEN DOEN VERDWIJNEN. NOG EEN BEETJE GEDULD,EN GOEDE MOED. EN HET WEERTJE WORDT WEER GOED. OVER HET WEER WORDT TOCH NOGAL GEZAAGD. MAAR JA,ALS JE STEEDS DOOR DIE REGEN WORDT GEPLAAGD. NU HEBBEN WE WEER VOLOP MOED. WANT HET WEERKE WORDT WEER GOED.
IK HOU VAN EEN COMPLIMENTJE. EN ZEKER VAN MIJN VENTJE. MAAR ACH,WAT DOET HET ER TOE. IEDEREEN MAAKT ,IEDEREEN HET ZO MOE. MAAR HET DOET WEL DEUGD. EN GEEFT HET LEVEN VREUGD. ZONDER COMPLIMENTJES,KAN MEN NIET LEVEN. LAAT ONS , ER ALLEMAAL ,ELKAAR DUS WAT GEVEN . MIA
DE REGEN GUTST MET BAKKEN NEER. ALLE DAGEN,TELKENS WEER. ALS IK MOCHT KIEZEN ? VAN MIJ MAG HET EENS GOED VRIEZEN. EN DE ZON? DIE MAG OOK EENS SCHIJNEN. WANT MIJN GOED GEVOEL,IS STILAAN AAN HET VERDWIJNEN. MAAR ALE KOP OP. WE SCHUIVEN ALLE DAGEN OP. NOG WAT GEDULD EN GOEDE MOED. OOIT WORDT HET WEDER WEERAL GOED.
IK GENIET VAN ALLE DINGEN. VAN DE VOGELTJES DIE ZINGEN. OOK VAN EEN KLEIN GEBAARTJE. VAN EEN HOND,DIE KWISPELT MET ZIJN STAARTJE. EEN KOE DIE ROEPT "BOE " IK WORDT DIE GELUIDEN NOOIT MOE. EN GENIETEN VAN WANDELEN IN DE NEVEL. VAN HET LUISTEREN NAAR DE MEREL. IK BEN EEN MENS,VAN DEN BUITEN. DIE HET GROEN NOG ZIET ' DOOR DE RUITEN. IK HOOP DAT IK NOG LANG MAG LEVEN. EN DE NATUUR HAAR SCHOONHEID MAG BELEVEN.
IK VAL BIJNA IN SLAAP. HO,WAT HEB IK TOCH EEN GROTE VAAK. ZAL MAAR NAAR MIJN BEDJE GAAN. KAN BIJNA NIET MEER OP MIJN BENEN STAAN. HET IS PLEZANT,ALS JE GOED KUNT SLAPEN. EN DAN , S'MORGENS EENS GOED GAPEN. DAN VOEL IK MIJ IN MIJN SAS. EN DAN IN DIE WARME JAS. EN GAAN WANDELEN MET DE HOND. EEN WANDELING,IS ZO GEZOND. EN DAN DE DAGELIJKSE DINGEN. EN TERWIJL EEN LIEDJE ZINGEN. IK VOEL MIJ GOED IN MIJN VEL. DUS AAN HET LEVEN "DANK JE WEL "
VROEGER KON IK BERGEN VERZETTEN. DAT IS NU VOORBIJ. BEN AL BLIJ DAT IK MIJN ZINNEN KAN VERZETTEN. EN RIJMEN OVER JOU EN MIJ. DIE BERGEN ZIJN NU HOOPJES KLEIN. ZOALS VROEGER KAN HET NIET MEER ZIJN. MAAR IK VIND HET FIJN , HO ZO FIJN. DAT IK ER NOG STEEDS MAG ZIJN.
JE LEEFT IN JE WERELDJE KLEIN. WAT ZOU DAAR TOCH TE BELEVEN ZIJN ? IK ZIE JE LACHEN,JE HEBT PLEZIER. JE BENT DAAR,EN NIET HIER. GRAAG ZOU IK EVEN,IN JE WERELDJE KOMEN. EN WETEN VAN WAT JE ZIT TE DROMEN. SOMS BEGIN JE ZOMAAR TE HUILEN. WE WETEN NIET WAAROM. IK ZOU EVEN WILLEN RUILEN. DAN WIST IK "WAAROM "
EEN VRIJE DAG. NIETS MOET,EN ALLES MAG. ALE,T'IS TE ZEGGEN. DAN KUNNEN WE IETS WEG LEGGEN. DANT NIET DRINGEND MOET GEBEUREN. EN WE ER NIET MOETEN OVER ZEUREN. TIJD HEEFT EEN MENS TOCH STEEDS TE KORT. IS HET NIET BIJ WERKEN OF BIJ SPORT. EEN VRIJE DAG DOET TOCH DEUGD. EN SCHENKT ONS WEER NIEUWE VREUGD. EN NIEUWE ENERGIE VOOR TWEE. EN DAAR DOEN WE HET WEER MEE.
BABBEL JE MEE ? DAN BABBELEN WE MET ONS TWEE. BABBELEN KAN GEEN KWAAD. ZOLANG JE MAAR GEEN LASTER PRAAT. GEWOON WAT BABBELEN,OVER WEER EN WIND. OF OVER DE PERSOON DIE JE BEMINT. OF OVER ONZE KINDERJAREN. TOEN WE NOG SLOEBERS WAREN. OF OVER DE TOEKOMST,VOOR ONS ALLEMAAL. DAAROVER , BABBELEN MAAKT GEEN KABAAL.
MANNEN ZEGGEN DAT VROUWEN NIET KUNNEN ZWIJGEN. DAAR ZOU IK IETS VAN KRIJGEN. HEB JE HUN AL GEHOORD BIJ SPORT EN SPEL? WEL,DAN WEET JE HET WEL. HUN MOND STAAT DAN GEEN OGENBLIK STIL. EN DE OMGEVING TELT DAN NIHIL. MAAR ALE,WE ZULLEN ZE MAAR ZO NEMEN. HET ZIT WAARSCHIJNLIJK ,IN ALLEMAAL ONZE GENEN. WE KUNNEN MEKAAR NIET MISSEN. EN DE REDEN ? NIET NAAR GISSEN.
ZE ZEGGEN ALTIJD "EEN HEER IN HET VERKEER" MAAR NU KOM IK ALS VROUW IN VERWEER. DAMES LAAT U NIET DOEN ! WANT WIJ HEBBEN EVENVEEL FATSOEN. EN OOK EVENVEEL GEDULD. AL ZIJN ONZE DAGEN,GOED GEVULD. MAAR NIEMAND KAN NU NOG WACHTEN. EN STEEDS MET VANALLES IN GEDACHTEN. MAAR IK ZEG IEDEREEN WEER. "WEES EEN DAME,EN EEN HEER IN HET VERKEER "
WIJ ZIJN GELUKKIG MET ONZE KINDEREN.ONZE LIEFDE MAG NOOIT VERMINEDEREN. STEEDS STAAN ZE ALLEN VOOR ONS KLAAR. EN WIJ ZIJN ER VOOR HUN OOK DAAR. EN OOK ONZE KLEINKINDEREN. ZITTEN DIEP IN ONS HART. IK HOOP DAT HET NOOIT ZAL VERANDEREN. WIJ VORMEN EEN FAMILIE APART.
JE BENT NIET ZO KNAP. MAAR MOOI VAN BINNEN. JE DOET STEEDS DIT EN DAT. EN NOG VANALLES WAT. IK HOOP DAT WE NOG LANG SAMEN MOGEN ZIJN. WANT ZONDER JOU IS HET LEVEN NIET FIJN.
IK GEEF HET NIET GRAAG TOE. MAAR DAT WEER MAAKT MIJ ZO MOE IK ZOU STEEDS WILLEN SLAPEN. EN ZIT HIER MAAR TE GAPEN. VAN DAT WEER WORDT JE ZO LUI. EN GEEFT EEN SLECHTE BUI. IK WOU EEN STAPJE WAGEN. EN HEB MIJN VOET BIJNA OMGESLAGEN. IK MOET MIJ VOORUIT DUWEN. IK ZIT PRECIES IN EEN KLUWEN. ALS DE ZON NU EENS WOU SCHIJNEN. DAN ZOU DAT ALLEMAAL VERDWIJNEN. EN WERD IK TERUG EEN LEUKE VROUW. IK WOU DAT ZE TERUG KWAM,HEEL GOUW.
AAN AL MIJN VRIENDINNEN IK VOEL MIJ GELUKKIG VAN BINNEN. EN BLIJ DAT IK JULLIE KEN. ZODAT IK NIET EENZAAM BEN. VRIENDINNEN MOETEN ER ZIJN. DIE TE HEBBEN DAT IS FIJN. OM TE PRATEN OVER KOETJES EN KALFJES. EN ONZE OUDERDOM KWAALTJES. ELKAAR STEUNEN DOOR DUN EN DIK. JA,ZO EEN VRIENDINNEN HEB IK. IK WENS IEDEREEN. ZO EEN VRIENDIN,VAN KOP TOT TEEN.
HOUDEN VAN ELKAAR DAT GEEFT EEN FIJN GEVOEL. LIEF ZIJN VOOR ELKAAR. DAT HEEFT EEN GOED GEVOEL. VERMIJD DUS RUZIE EN TWIST. WANT DAN WEET JE NIET WAT JE MIST. HET LEVEN IS TOCH ZO KORT EN BROOS. MAAK ELKAAR DUS NIET BOOS. EN GENIET VAN ELKE DAG. MET EEN STRALENDE LACH.
ONZE DOKTER IS EEN KRAK. IN ZIJN MOEILIJK VAK. HIJ HEEFT MIJ VAN MIJN PIJN GEHOLPEN. EN IK LOOP DUS NU OP WOLKEN. WANT MET PIJN KAN JE NIET LEVEN. DUS ZAL HIJ EEN PILLETJE GEVEN. EN ZIJN VROUWTJE IS ZIJN SECRETARESSE 1éKLAS ZO KOMT IEDEREEN VAN PAS. IK HOOP DAT ONZE DOKTER NOG LANG MAG WERKEN. EN ONS VAN ONZE KWAALTJES HELPEN.
IK ZIT VANDAAG VOL MIJMERINGEN. VAN LEUKE EN MINDER LEUKE DINGEN. IK DENK HOE HET VROEGER WAS. EN WAT DE TOEKOMST GEVEN MAG. ZOU NOG ZOVEEL WILLEN DOEN. HOPELIJK BLIJFT HET LICHT,VOOR MIJ OP GROEN. ZODAT IK KAN GENIETEN,VAN IETS KLEIN. WAT HET OOK MOGE ZIJN.