HET WEER GAAT WEER WILD TEKEER. REGEN EN WIND ZIJN ER WEER. IK WEET,HET ZIJN MAARTSE BUIEN. HOP,WEER IN DIE DIKKE TRUIEN. WANEER KOMT NU EENS DE ZON? ALS IK DIE MAAR TOVEREN KON. ZE ZOU NOGAL SCHIJNEN. EN AL DE WOLKEN DOEN VERDWIJNEN. ACH, HEB NOG WAT GEDULD. DE HEMEL WORDT NOG GEVULD. EN DAN GA JE WAT ZIEN. DAN SCHIJNT HET ZONNEKE VOOR TIEN.
MIA
01-03-2010 om 00:00
geschreven door hartedief
|