EEN KEIZER IN DE PROBLEMEN
Bor gaat door met Dolers verhaal:
Op een dag, niet lang daarna werd Dolertje ziek.
Hij viel tijdens het spelen zo maar bewusteloos. Toen hij weer bij kwam was zijn linkerkant verlamd.
Hij was amper zeven en moest nu maandenlang stil thuis zitten.
Oh ja
zijn familie zorgde erg goed voor hem, maar toch
niemand kon hem uitleggen wat hem nu eigenlijk mankeerde. Ze brachten hem van dokter naar dokter. Men deed de voor Doler meest onbegrijpelijke onderzoeken, die hem vaak van vertwijfeling aan het huilen brachten.
Toen ontdekte de kleine Doler een andere wereld. Een jonge leraar kwam aan huis om hem voor te bereiden op de "grote school". Hij leerde lezen en schrijven nog voor de andere kinderen en ontdekte dat hij in zijn kleine hoofdje de meest fantastische reizen kon maken. En dat vond hij fijn.
Toch had Doler geluk. Na vele geduldige soms bange maanden kwam alles toch weer goed. Alleen ruwe spelletjes bleven voortaan uit den boze.
In dat stille jaar bracht Doler ook veel tijd door bij zijn grootvader.
Die grootvader was trouwens heel bijzonder, hij kon namelijk heel erg spannende verhalen vertellen. Zo had hij nog gevochten in een oorlog tussen twee keizers. De ene was de kleinzoon van een nog groter keizer. Die keizer was geboren op een eiland en bracht het van korporaal tot de machtigste man van Europa. Toch eindigde zijn leven in ballingschap op alweer een ander eiland. Volgens Dolers grootvader had die grote keizer nog wel meer problemen gekend. Zo moest hij steeds zijn hand in zijn jas steken om zijn broek op te houden! Maar de grootvader van Doler vocht dus mee in een oorlog tussen de kleinzoon van die grote keizer en een keizer met een pinhelm op.
Spannend vond Dolertje dat allemaal.
|