Spijtig genoeg raakte de fabriek in de zestiger jaren in onbruik. Het gebouw begon te verkrotten. Op het einde van de jaren zeventig diende de NG&SF, bij de stad Brugge, een aanvraag tot sloping in. Zoals altijd waren er voor- en tegenstanders. Er werd een comité opgericht omp het gebouw een andere functie te geven, doch niets baatte. Op dinsdag 29 januari 1985 begon men met het slopen van het monument. Zes maanden later was de fabriek nog een puinhoop. Er was eens een "Gistfabriek".......... De foto's werden genomen tijdens de afbraak van de fabriek.
Nog een optreden van de toneelvereniging "Hoger Op". Op zaterdag 8 november 1930 werd het toneelstuk "Boezemvrienden", door Ludwig Fulda, opgevoerd. Een gastoptreden ten behoeve van het liefdadigheidsfeest ingericht door het Rood Kruis Van België, met de opvoering van "Freuleken".
Volgende verenigingen werden opgericht : Voetbalploeg "De Ster", later "Rust-Roest" (1911), in 1912 startte men met een reisgezelschap "De Arend", een turnclub (La Royale), een zwemclub, bedrijfsharmonie "Kunst Veredelt", toneelvereniging "Hoger Op", tenniskring "In 't Vrije". In 1926 werd ook een naaischool opgericht op initiatief van de echtgenotes van de directeurs. Voor die tijd een bijna uniek sociaal stelsel.
Het was de "NV De Goede Woning" die de werken uitvoerde. Ook werd een vereniging tot behartiging van de belangen van het personeel gesticht, een spaarboekje werd voorzien. Het pensioenfonds, weduwenfonds, de vrijwillige spaarkas (1923), het aandelenbezit van het personeel, de deelneming in de winst, de betaalde verlofdagen, de ziekenvergoeding, de vergoeding bij arbeidsongevallen en de familietoelagen werden bij wijze van diagrammen voorgesteld. Foto : programmaboekje van de toneelvereniging "Hooger Op" met de medewerking van de fanfare "Kunst Veredelt". De toneelvoorstelling vond plaats in de stadsschouwburg op zaterdag 1 december 1928.
De bedrijfsleiders hadden dat vlug door en de directie gaf opdracht tot het bouwen van een nieuwe fabriek (de nu afgebroken gistfabriek). De fabriek organiseerde ook het leven buiten de fabriek. Er werd een net van sociale voorzieningen opgestart. Om de arbeiders te informeren werd het personeelsblad "Rust-Roest" in het leven geroepen, er werden woningen gebouwd in de Stokerstraat (1929) en het Werfplein (Stubbekwatier).
Tijdens WO I heeft de gistfabriek zijn installaties kunnen intact houden. Zo hadden ze nog een grotere markt veroverd. Het ging economisch dus goed. Na WO I veranderde alles indringend. Het enkelvoudig stemrecht werd ingevoerd, de 8-uren werkdag, een ouderdoms- pensioen van om en bij de 700 frank. Deze voor de arbeiders gunstige maatregelen werden ingegeven door de sociale onrust in Europa. België telde toen ongeveer één miljoen werklozen.
Zij nemen ook de drie belangrijkste Belgische concurenten over, zijnde : La Fleche te Hoei ; Tuyls te Brussel en Van Zuylen te Luik. De NG&SF krijgt het monopolie voor het leveren van gist in België. De gistfabriek te Brugge domineerde het hele kwartier. De mensen die er om en bij woonden, zegden toen iemand vroeg waar ze woonden, aan de "Gistfabrieke".
De kwaliteit van de gist was niet goed te noemen. De Nederlanders uit Delft (NG&SF) wisten dit ook en zij waren op zoek om de hoge Belgische invoerheffingen op gist te omzeilen. In april 1897, stellen ze aan Jules Verstraete voor om de fabriek over te nemen, hij is direct akkoord. De fabriek in Brugge wordt een dochteronderneming van de Nederlandse gistreus.
De fabriek werd in 1924 ontworpen door ingenieur Victor Jockin. Het was boer Alfons Verstraete uit Sijsele die in 1860, voor 12.225 goudfrank, een duizend vierkante meter aankocht. De alcoholzaak floreerde goed en Verstraete bleef grond bijkopen. Zijn opvolger werd zijn zoon Jules. Die breidde nog maar eens uit. In 1895 koopt hij 715 m² openbare weg, waar de gistfabriek werd gebouwd.