Baobab of apenbroodboom (Adansonia) is een boom met een dikke stam , die groeit in warme / droge gebieden. De bomen slaan water op in hun dikke stammen tijdens het natte seizoen om zo te kunnen overleven in het droge seizoen.
Door zijn vorm lijkt het alsof de baobab op zijn kop staat. Volgens een legende van de bosjesmannen (het San-volk) is de boom voor straf door de goden uit de hemel op de aarde gegooid en op zijn kop terechtgekomen. Daardoor lijkt het alsof de wortels in de lucht steken (en de kruin in de grond staat). De bomen kunnen erg oud worden. De bomen verliezen hun blad in het droge seizoen.
De boom krijgt bloemen en vruchten.
De vruchten worden in Afrika vers gegeten of eerst gedroogd en later in water of melk geweekt. De zaden worden gesuikerd en als lekkernij gegeten, ze smaken naar amandel. De bladeren, jonge scheuten en wortels kunnen als groente worden gegeten. De vruchtschillen vormen een goede brandstof. Vermalen vruchtschil wordt als tabak gebruikt. Uit de as kan zeep worden gemaakt. Uit de bast kunnen vezels worden gewonnen. Deze kunnen worden gebruikt voor touwen, manden en textiel. De schors bevat ook tannine , dat als looistof kan worden gebruikt.
Baobab juice
Baobab-juice wordt gemaakt van de vruchten van de baobab boom. Voor de lokale bevolking is dit sapje een medicijn tegen buikklachten. Baobab-juice wordt ook wel de African milkshake genoemd. De vruchten worden geweekt in water, waarna de pitten er uit gezeefd worden. Vervolgens wordt suiker toegevoegd en een fruitsiroop zoals banaan, kokos of appel.
|