Mevrouw W.T. van de Kouwen- ten Kate 1875
Opmerking: In het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad, nr. 297 van het jaar 1875 is door de pijpenfabrikant G.J. Wagenaar geadverteerd voor dit pijpje. De advertentie luide "Als een staaltje van kurieuze spekulatie medegedeeld dat de pijpenfabrikant G.J. Wagenaar Wz. op de Raam te Gouda, Goudsche pijpen verkoopt met de portretten van de vermoorde mevrouw van den Kouwen en hare dienstbode H. Beelo". De weduwe Mevrouw W. T. van de Kouwen- Ten Kate en haar dienstbode Helena Beelo zijn door een brute roofmoord met dolksteken om het leven gebracht op 13 December 1872 door Hendrik Jacobus Jut. De weduwe Van der Kouwen woonde in een huis aan de Bocht van Guinea te 's-Gravenhage. De geruchtmakende moord leidde ertoe dat de naam Bocht van Guinea een ongunstige klank kreeg en men zelfs de naam wijzigde in Huijgenspark. De naam van de moordenaar Hendricus Jacobus Jut leeft nog steeds voort in de Kop van Jut een krachtmachine die op kermissen te vinden is. Hendrik Jacobus Jut bekende zijn moord in 1875 en werd in die tijd als de grootste boef van de eeuw gezien. Een kermisexploitant kwam op het idee de krachtmachine uit te vinden met de naam Kop van Jut zodat een ieder zijn afschuw kwijt kon door op de Kop van Jut te slaan. Hendrik Jacobus Jut werd levenslang veroordeeld en opgesloten in de gevangenis van Leeuwarden. Hij is in 1878 gestorven twee jaar na zijn gevangenneming.
|