|
|
|
|
|
|
30-12-2008 |
Hoofdstuk 4: VELT wint veld...! |
In het vorige hoofdstuk schetste ik mijn groeiende betrokkenheid bij de VELT-werking.Wat mij betreft schuilt er veel waarheid in de uitspraak "van het een komt het ander"... want VELT groeide, bloeide en bood nieuwe diensten aan. Die vonden een onderkomen in afzonderlijke " vzw"-afdelingen. Zo zagen het levenslicht: VELT- DIENSTEN met LABO voor scheikundig en bacteriologisch bodemonderzoek, de eerste BIO- BEROEPSVERENIGING en het eerste BIO-CONTROLESYSTEEM met geregistreerd VELT-LABEL (de brandnetel). Pionier van dit alles was Jan Heyman. Hij was meteen ook de auteur van van het VELT-LASTENBOEK.
In 1976 was ik landelijk ondervoorzitter van de vzw VELT. De beheerraad besliste tot de oprichting van een werkgroep die zich zou buigen over de uitbouw van een VELT-controlesysteem. Jan Leroy, Bart Maes, Frans Beckers en ikzelf staken bij ons thuis in Ronsele de koppen bij elkaar. Een controlecomité werd boven de doopvont gehouden. Voorzitter werd prof. L. Verdonck (RUG). Ik ging aan de slag als staalnemer en laborant, verantwoordelijk voor de analysen. Daniël Willaeys, de landelijke secretaris van Velt, werd vertegenwoordiger voor de bio-consument. Het comité telde verder drie adviserende leden van de RUG (faculteit landbouwwetenschappen): de professoren W.Steurbaut (fytofarmacie), Verstraete (bodemmicrobiologie) en doctor O.Verdonck (bodemkunde). Jan Heyman stelde het VELT-LASTENBOEK samen. Het richtte zich tot de VELT-beroepstelers die graag onder het VELT- LABEL wilden werken. Onderscheid werd gemaakt tussen volwaardige bio-bedrijven en bedrijven in omschakeling.(zie foto boven)
Het controlesysteem omvatte twee bedrijfsbezoeken per jaar en per bedrijf. Een eerste bezoek vond plaats tijdens de late herfst of in de winter en een tweede tijdens de zomer. Tijdens de eerste controle (na de oogst) werden grondstalen genomen van drie percelen Daarop werd residubepaling gedaan aan de RUG. Het scheikundig (hach metode) en bacteriologisch bodemonderzoek (via de Rusch-test) leidde naar een biobemestingsadvies door het Velt-labo. De tweede controle (tijdens de zomerperiode) richtte zich naar de nitraatbepaling en eventuele residubepaling op groenten en op antibioticaresten op de lever en de nieren van slachtvee.
Van ieder bedrijf werd een dossier samengesteld. Dat omvatte onder meer een plan op schaal van de verschillende percelen met vermelding van de vruchtwisseling en opgave van de gebruikte organische meststoffen, bodemverbeteringsmiddelen en composteringsgrondstoffen.
Er was ook een geregistreerd genummerd etiketteringssysteem. Dat liet toe de oorsprong van een product te achterhalen. Dit streng en "waterdicht" controlesysteem was toen enig in zijn soort voor de bio-sector.
In die periode werkte ik ook samen met het landelijk bestuur aan de oprichting van "NUBILA ". Het was de bedoeling de biologische landbouwers in een beroepsvereniging samen te brengen: de nationale unie der biologische landbouwers.
Ook aan de samenwerking met andere VELT-afdelingen besteedden we in de jaren '70 heel wat aandacht. Frans Mabilde was voorzitter van de afdeling "land van Rhode" en werkte vol ijver aan een VELT-cursus voor bio-tuinliefhebbers onder de titel TUINIEREN ZONDER GIF". De ondertitel verduidelijkte de bedoeling: GEZONDE VOEDING - GEZONDE MENSEN . Frans Mabilde was toen ook voorzitter van VELT Oost-Vlaanderen en in die functie de enthousiaste mede-organisator van talrijke activiteiten en cursussen. (zie foto boven)
Ook dichter bij en zelfs IN huis zocht en vond ik medewerkers! Zoon Marc Verheughe erfde het tekentalent van zijn opa en verzorgde de illustraties voor het voormelde handboek (Tuinieren zonder gif), ontwierp later ook Velt-affiches en maakte de tekeningen van het provinciaal tijdschrift HET VELDBOERKE .
Onze voelsprieten reikten tot in het buitenland. Een belangrijke mijlpaal in mijn "bio-loopbaan" was het bezoek aan dr.Volcker Rusch in Hernborn (D) in 1977. Ik kwam er meer te weten - zowel op theoretisch-wetenschappelijk als op technisch-practisch vlak over het microbiologisch bodemonderzoek. Die kennis kon ik in verband brengen met de microbiologische ervaringen die ik eerder al opdeed in mijn paramedische praktijk.
Maar daarover volgende keer meer...
30-12-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe
|
|
|
|
15-12-2008 |
Hoofdstuk 3: VELT-Meetjesland in actie! |
Nu we ons in het landelijke Ronsele konden uitleven in het zoeken naar een "gezond evenwicht" groeide ook de drang om onze ervaringen te kunnen delen met alle belangstellenden. In dit hoofdstuk hebben we het dan ook over de stichting van de regionale Oostvlaamse VELT afdeling Meetjesland" in 1974 te Ronsele. Die startte met een lezing van de landelijke voorzitter Jan Heyman. We schoten uit de startblokken met de organisatie van 4 cursusreeksen: BETER LEVEN en ZIEKTEPREVENTIE via bio-voeding. bio-tuinieren, geneeskrachtige kruiden en natuurgeneeswijzen.
Op 10 jul 1973 organiseerde VELT-nationaal de algemene ledenvergadering in de lokalen van LIMA in Sint-Martens-Latem. Alle reeds bestaande VELT afdelingen waren er vertegenwoordigd: Roeselare , Halle-Voorkempen, Pajottenland, Netevallei, Waasland, Mol en Turnhout, Sint-Katelijne-Waver, Limburg en Leuven. Ook ik was van de partij. Tijdens deze vergadering werd de naam VELT officieel in gebruik genomen: de Vereniging voor Ecologische Land-en Tuinbouw ging voor goed van start. Meteen werd een nieuwe afdeling boven de doopvont gehouden: VELT-Meetjesland.
De statuten van VELT-nationaal vzw verschenen op 21 maart 1974 in het Belgisch Staatsblad. De maatschappelijke zetel werd ondergebracht bij de familie Willaeys-Lagrou in Halle-Zoersel. Daniël Willaeys werd de eerste landelijke secretaris.( zie foto boven , met mijn echtgenote en bezoek uit Africa .
In september 1974 kwam de stichtende voorzitter Jan Heyman (leraar fruitteelt in de land-en tuinbouwschool te Roeselare) in Zomergem een voordracht verzorgen -met diamontage- over TUINIEREN ZONDER GIF. Dank zij de voorafgaande aankondigingen in de pers was de opkomst zeer bevredigend. Veel aanwezigen sloten meteen aan bij onze afdeling VELT-Meetjesland. Spoorslags werd een bestuur gevormd: vol enthousiasme konden we van start gaan met onze eigen programmatie
.
Onze eerste voordrachten gingen over biologisch tuinieren en over het opzetten van de veelgeroemde komposthoop. Onze theoretische studievergaderingen (steeds met diamontage) en de praktijklessen (zowel over de teelt in volle grond als onder glas) waren gebaseerd op de eerste cursus van Jan Heyman.
Voor velen klonk er een echt nieuw geluid! De gedachte tuinieren zonder gif vond snel ingang en er was veel belangstelling voor onze lessenreeksen. Niet alleen over het kweken van groenten maar ook over het verwerken ervan. Algauw volgden kooklessen en infosessies over gezonde voeding, o.m over macrobiotiek.
Alles gebeurde in een gezellige familiale sfeer bij ons thuis. De informatiehonger van de deelnemende cursisten was moeilijk te stillen. Aan onderwerpen was er geen gebrek: voorlichtingsvergaderingen over GEZONDHEIDSBESEF en ZIEKTEPREVENTIE, over GENEESKRACHTIGE KRUIDEN en over NATUURGENEESWIJZEN volgden elkaar in vlot tempo op.
In 1976 werd de eerste langlopende cursusreeks gestart. Gedurende een jaar werd om de 14 dagen een onderwerp betreffende GEZONDHEIDSBESEF en ZIEKTEPREVENTIE behandeld. De inleiding van deze reeks werd verzorgd door Prof. Serbruyns, docent in de CYTOLOGIE aan de R.U.G. Hij had het over de stofwisseling van de LEVENDE CEL, het kleinste en belangrijkste levend organisme van het lichaam. Een logische keuze want aan de basis van gezondheid én ziekte ligt inderdaad de kleinste eenheid die alle genetische informatie bevat. Het is dan ook niet moeilijk te begrijpen dat de kwaliteit van de LEVENDE SUBSTANTIE (zoals die kan nagegaan worden via levende bloedanalyse) een doorslaggevende rol speelt bij de stofwisseling. Onder de titel BETER LEVEN werden tijdens deze lessenreeks ook complementaire diagnostische en therapeutische theorieën besproken. Steeds onderbouwd met de wetenschappelijke achtergronden[1].
Deze cursusreeks werd een groot succes en werd daarom jaarlijks herhaald tot in 2007. Gedurende meer dan 30 jaar kwamen jaarlijks tientallen cursisten over de vloer voor het volgen van lessenreeksen of afzonderlijke lezingen over de meest diverse onderwerpen rond gezondheid: theorie en praktijk van het biologisch tuinieren, geneeskrachtige kruiden voor het gezin, natuurgeneeswijzen voor gevorderden en nog veel meer
[2]
Sinds de jaren 70 van de vorige eeuw was ik nauw betrokken bij de opstart en organisatie van vele VELT-initiatieven: VELTCO (coöperatieve voor VELT beroepstelers) , VELT-DIENSTEN- LABO voor controle van de VELT bedrijven, de toekegging van het VELT-label (nu BIOGARANTIE), de opmaak (door Jan Heyman) van het VELT lastenboek en de oprichting van het BIO-CONTROLEcomite
Maar dat alles is stof voor het volgende hoofdstuk
[1]Voor meer info, google naar:
Günther Enderlein (levende bloedanalyse)
Gaston Naessens (kankeronderzoek)
Harold P. Rusch (theorie rond de kringloop van de melkzuurvormende bacteriecyclus, de relatie tussen bodem, plant, dier en mens i.v.m. de stimulering van het immuunsysteem).
[2] Voor de volledige programmatie, surf naar:
www.users.skynet.be/clobila (rubriek activiteiten). Steeds weer belagen stofwisselingsziekten de volksgezondheid. Milieubewuste verenigingen die streven naar een betere levenskwaliteit voor de huidige en volgende generatie(s) kunnen via de website deze lessen en voordrachten aanvragen.
15-12-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe
|
|
|
|
06-12-2008 |
|
Mijn vroege belangstelling voor de natuur zorgde ervoor dat ik mijn job als kinesist in het leger combineerde met het verlangen naar een ecologische levenswijze. Om de daad bij het woord te kunnen voegen, zouden we mijn geboortestad Gent verlaten om met gans het gezin naar het platteland te verhuizen. Daar zouden we kunnen werken aan ons ideaal: zoveel mogelijk zelf in onze bio-behoeften voorzien.
In 1961 verliet ik het leger om te starten met een zelfstandige kinesistenpraktijk. Voor de uitbouw van mijn praktijk zocht -en vond- ik een gelijkvloers appartement in mijn geboortestad (Gent). Dat we buiten de stad zouden wonen en leven stond als een paal boven water! We gingen dan ook enthousiast op zoek naar een geschikt perceel bouwgrond op het platteland.
De kinderen zouden verder naar school gaan in het St.-Amandusinstituut in Gent. Na de consultaties konden we dan samen naar huis...We wisten alleen nog niet waar dat huis zou staan. We begonnen onze zoektocht via advertenties. vrij snel vonden we aan aantrekkelijke aankondiging: "verkavelde kasteeltuin in Ronsele - prachtperceel - schitterend gelegen". Van bij ons eerste bezoek sprong de vonk over. Liefde op het eerste gezicht! En dat zowel bij mij als bij vrouw en kinderen. We hadden ons ideale plekje gevonden: een ruim bemeten perceel, midden in een tamelijk bebost domein waar de kinderen in volle vrijheid een prachtige en gezonde jeugd konden doorbrengen.
Onmiddellijk ging ik aan de slag en tekende het plan van wat ons droomhuis moest worden (foto boven ) Ik liet het officieel overtekenen door een patiënt-architect. De bouwvergunning liet niet al te lang op zich wachten: als fervent en onverschrokken doe-het-zelver begon ik aan de bouw.
Alles verliep perfect... hoewel... De aansluiting op de "openbare nutsvoorzieningen" zou nog zes maanden op zich laten wachten. Prioriteit nummer één was dus: het graven van een waterput...
Ook met de aanleg van de tuin werd meteen begonnen. We lieten er dus -letterlijk- geen gras over groeien...Aan een kortgeschoren pelouse hadden we helemaal geen behoefte. Integendeel: ik legde de BIO-groententuin aan, plantte de bessenstruiken, gaf de fruitbomen een geschikte plaats en besteedde veel zorg aan een uitgebreide kruidentuin .
In mei 1962 was de ruwbouw klaar. We verhuisden meteen. Dat we nog steeds geen aansluiting hadden op het water- en electriciteitsnet kon ons niet deren. Nostalgie en romantiek waren nooit ver weg: we kookten op een propaanvuurtje, aten bij kaarslicht en warmden ons op aan elkaar en aan het knetterend haardvuur.
Aan de binnenafwerking van ons stolpje werkten we gestaag verder. Al wat we op het einde van de maand konden bijeensparen, werd in ons on(t)roerend bezit geïnvesteerd!
Op 31 januari 1963 werd onze Christian geboren , de vijfde in de reeks van ons gezin , ging dan ook zoals de anderen naar Gent op school in het St.Amandus instituut . Verder in 1966 kwam er nog een flinke dochter bij , Annick welke later ook met broers en zuster genoot van de tuin van EDEN .
Eén van mijn patiëntern moest in dat jaar afscheid nemen van zijn hobby als imker. Hij was allergisch aan de bijensteken. Ik nam zijn 4 bijenkassen over (model Mussche) en kon reeds enkele maanden later onze eerste zomerhoning oogsten!
In het vorige hoofdstuk vermeldde ik al de goede contacten die wij onderhielden met de familie Gevaert (LIMA)uit Sint-Martens-Latem. Ik had er vrije toegang tot de bedrijfsbibliotheek zodat ik mij naar hartelust kon documenteren over de samenhang tussen voeding en gezondheid via de BIO-TEELT. Mijn persoonlijke bibliotheek groeide ook zienderogen. Het viel mij op dat vooral in onze tweede landstaal geschreven werd over de onderwerpen die mij interesseerden. Aangezien dat voor een rasechte Gentenaar als ik geen probleem kon zijn, verslond ik al wat ik onder ogen kreeg. Ik herinner mij uit die beginperiode zeer levendig de namen van Hans Peter Rusch (la fécondité du sol), Lemaire Boucher, Rudolf Steiner (antrposofie), Claude Aubert, Dominique Soltner (met zijn zesdelige uitgave: les bases de la production biologique vegetale en aminale . Ook naar de culinaire aspecten van de gezonde levensstijl ging onze belangstelling uit: we informeerden ons over vegetarisme, veganisme, makrobiotiek, enz...
Onze tuin bleek al snel te klein om er al onze practische zaai- en plantideeën in kwijt te kunnen. We pachtten nog wat landbouwgrond op onze gemeente. Zo kon ik bepaalde teelttechnieken uittesten zoals mengculturen met tarwe en vlinderbloemigen. We beschikten nu over gemengde weiden voor onze koetjes, we teelden onze eigen tarwe en bakten ons eigen volkorenbrood met of zonder zuurdesem.
We hadden het geluk dat we konden meegenieten van de resultaten die de labo-onderzoeken bij LIMA opleverden. De bakwaardetesten (metode Choppin) lieten ons toe een keuze maken van de meest geschikte tarwerassen. Verder leerden we ook de best geschikte vlinderbloemige als ondervrucht of mengcultuur te kiezen.
In het dorp Ronsele was men wel nieuwsgierig naar mijn eigen(wijze) BIOaanpak. Die kwam in de jaren '60 wel heel revolutionair over. De traditionele landbouwers uit de omgeving dachten er het hunne van...
Een tractor had ik niet. En wou ik niet! Alle bodembewerkingen, tot en met het inzaaien, gebeurden met een trekpaard. Een sympathieke buurtboer (die ook voeling had met de gezonde en natuurlijke landbouw) leende mij met graagte zijn materiaal uit. En ik... ik ploegde (en egde en zaaide en schoffelde naarstig verder...
Onze kinderen waren in die periode -in de ogen van hun medeleerlingen en leerkrachten- echte buitenbeentjes: zij waren de enigen die 's middags op school volkorenbrood aten. sAvonds stond hen immers steevast een lekker warme bio-maaltijd te wachten. Met onvervalste ingrediënten uit eigen tuin! En lekker dat dat is...
Zo boerden we letterlijk verder. In 1974 kwamen we in contact met VELT vzw tijdens de algemene ledenvergadering op het LIMA bedrijf. Ik maakte er kennis met de eerste voorzitter -Jan Hyman- met de familie WillaeysLagrou en met Alberic Spillebeen uit Zwevegem, de eerste beroeps BIO teler in WestVlaanderen. Er stonden mij boeiende tijden te wachten!
Wordt vervolgd...
06-12-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe
|
|
|
|
09-11-2008 |
Hoofdstuk I De voorgeschiedenis: Wat in de jaren 1960 mijn leven ingrijpend veranderde ..... |
Mijn belangstelling voor de natuur en het platteland werd gewekt bij de familie Van den Dorpe in Serskamp ( Oost-Vlaanderen ). Ik bracht er als tiener al mijn schoolvakanties door tijdens de oorlogsjaren. Mijn ouders stuurden mij naar de scouts (VVKS). Zoals zoveel leeftijdsgenoten doorliep ik de verschillende fasen in de jeugdbeweging: van de welpen naar de jongverkenners over de verkenners tot bij de zeescouts. Voor ik het goed en wel besefte, was ik 16 jaar. Aan de ontelbare weekends en de vele kampen in de jeugdbeweging bewaar ik de beste herinneringen. Ze waren voor mij -achteraf bekeken - ook een vanzelfsprekende voorbereiding op mijn verdere loopbaan: eerst bij het leger in de gezondheidsdienst (EHBO) en later bij VELT Meetjesland.
In 1949 leerde ik Lily kennen op de winterfoor van Gent op het Sint-Pietersplein. Lieve Lily werd (en is nog steeds) mijn vrouw ... Mijn mama was al overleden in 1946. Ik was alleen met mijn vader. Die besloot, in overleg met mijn voogd, mijn toekomst te verzekeren door mij in te schrijven voor een ingangsexamen aan de militaire school voor onderofficieren te St.-Denijs-Westrem (bij Gent). Ik kreeg er een degelijke "gedisciplineerde" opleiding die mij later nog goed van pas zou komen. Ik slaagde in het eindexamen en startte in september 1950 mijn militaire loopbaan.
Een jaartje later overleed mijn vader. Ik werd naar Leuven gestuurd om er verder te studeren bij de gezondheidsdienst. Het EHBO-brevet dat ik bij de scouts haalde, bleek hier van onschatbare waarde: dank zij dat "diploma" dat ik in mijn jeugdjaren behaalde, werd ik in 1953 "sergeant-hoofdverpleger" gebombardeerd. Ik keerde als verantwoordelijke voor de infirmerie terug naar de school waar ik startte in St.-Denijs-Westrem. Gedurende de drie daaropvolgende jaren leerde ik omgaan met de microscoop voor bloedanalysen en urineonderzoek. Die ervaring was een aanknopingspunt voor het latere microscopisch bodemonderzoek van H.P.Rusch , maar ook voor de huidige "levende bloedanalysen". Ik herinner mij ook het bezoek bij Volker Rusch te Hernborn in 1977. De Rusch-mehtode werd van bij de start gebruikt bij de vzw VELT (toen nog Vereniging voor Ecologische Land- en Tuinbouw ).
Tijdens mijn dienst in de infirmerie kreeg ik de kans verder te studeren in Brussel: ik werd kinesist en ging aan de slag in het militair hospitaal "Ekkergem" in Gent. Het werken en studeren ging mij goed af want ik startte in 1953 en had in 1957 een specialisatie in de fysiotherapie en vertebrotherapie volgens de metode van Dr.De Sambusy uit Parijs op zak .
Ik had al wat meubelen.... en wat huisgerief ..... dus kon ik trouwen met mijn lief ..... "Liliane Bruggeman, neemt gij de genaamde en hier aanwezige Fernand Verheughe ... enz...enz......." Drie zonen ( Guy , Luc , Marc ) en een dochter ( Dominique ) werden geboren.
Door de vroegere contacten -via mijn vader- met Pierre Gevaert van de "Lima" (St.-Martens- Latem) maakte ik kennis met de eerste reformwinkel in Gent: De Garve. We werden er trouwe klant. Thuis werd er volop biovoeding gebruikt en we kwamen we ook in contact met "Nonkels". Dat moet een van de eerste overtuigde volkorenbakkers zijn geweest...
Mijn belangstelling voor al wat te maken had met de relatie tussen voeding en gezondheid groeide gestaag . "Es quod edis" (je bent wat je eet) kreeg voor mij meer en meer betekenis. Ik ging mij dan verder verdiepen in de wetenschappelijk onderbouwde thema's: gezonde voeding, beweging, ziektepreventie en gezondheidsbesef.
Vanaf 1957 ging ik ook als zelfstandige kinesist aan de slag. Aangezien ik mijn diploma had behaald als niet-militair mocht ik er ook een zelfstandige praktijk op nahouden .Ik combineerde mijn job na de diensturen met mijn dagtaak in het militair hospitaal . Na de consultaties op de dienst fysiotherapie van de voormiddag, werkte ik op vrijwillige basis mee in het laboratorium van het hospitaal. Zo kon ik mij verder bekwamen in het microbiologisch onderzoek van bloed en urine. Zoals hoger vermeld zou die kennis mij later goed van pas komen in de contacten met Dr.Volker Rusch , directeur van het instituut voor integratieve biologie in Hernborn (D). Bij hem kwam ik in 1977 alles te weten over de techniek om op wetenschappelijke manier bodemonderzoek te doen. Ik was er op bezoek samen met Jan Heyman (de stichter van VELT zie foto boven ) Prof.Van Sconenberghe en ing. P.Wallyn.(Even terzijde: googelen naar "Volker Rusch" levert vandaag de dag (2008) 256.000 sites op!
Terug naar 1961. In dat jaar verliet ik het leger na 10 jaar dienst als onderofficier bij de gezondheidsdienst. Ik werkte nu fulltime als zelfstandige kinesist in Gent. We zochten en vonden een heerlijk plekje om te wonen op het platteland: we weken met het hele gezin uit naar Ronsele (Zomergem). Ik had er alle mogelijkheden om er mijn droom te realiseren: de uitbouw van een selfsupporting-systeem zoals ik dat al in de jaren 1940 had leren kennen in Serskamp.
Dit was dan ook de start van een lange en vruchtbare (letterlijk!) periode waarin de bewuste keuze voor een "gezonde levensstijl" centraal stond en staat. Vol enthousiasme, geïnspireerd door mijn belangstelling voor "voeding en gezondheid" en geruggesteund door mijn wetenschappelijke inzichten, ging ik aan de slag met het telen van biogroenten, het kweken van fruit en kruiden, het houden van kleinvee en het verzorgen van mijn bijenkasten ...
(wordt vervolgd)
09-11-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe
|
|
|
|
17-10-2008 |
Inhoudstafel |
Reeds beschikbaar op deze blog...
1. De voorgeschiedenis: wat mijn leven in de jaren '60 ingrijpend veranderde.
2. Het vertrek naar onze tuin van eden ... We verhuizen van Gent naar het Meetjesland in de gemeente Ronsele (Zomergem, O-Vl.). We werken er aan de uitbouw van een selfsupporting-systeem of een BIO-LEEFSTIJL.
3. Kennismaking met VELT vzw (vereniging voor ecologische land-en tuinbouw) in St.- Martens-Latem bij Pierre Gevaert (stichter van de firma LIMA voor natuurproducten). Eerste contacten met de filosofie van Rudolf Steiner (grondlegger van de ANTROPOSOFIE en pionier van de biodynamische landbouw. Contacten met Jan Heyman (stichtend voorzitter van VELT vzw en met de pioniersfamilie D.Willays-Lagrou (landelijk secretaris VELT vzw) en Alberic Spillebeen (eerste Vlaams bio-bedrijf te Zwevegem).
4. Stichting van de regionale VELT-afdeling MEETJESLAND (Ronsele 1974 ). Eerste VELT-Meetjesland activiteit onder impuls van de landelijke voorzitter J.Heyman. Cursusreeksen: Beter leven en ziektepreventie dank zij bio-voeding, bio-tuinieren, geneeskrachtige kruiden en natuurgeneeswijzen.
5. Verdere evolutie en nieuwe structuren: -oprichting van VELT-DIENSTEN vzw met LABO voor scheikundig en bacteriologisch bodemonderzoek -oprichting van de eerste BIO-BEROEPSVERENIGING en het eerste BUI-CONTROLESYSTEEM met het geregistreerde BRANDNETEL VELT-LABEL -publicatie van het eerste BIO - VELT LASTENBOEK -contacten met VOLKER RUSCH (zoon van H.P.RUSCH, grondlegger van de BIO- ORGANISCHE LANDBOUW in Duitsland) te Hernborn; bestuderen van de technische aspecten van het bacteriologisch bodemonderzoek (RUSCH TEST) en het practisch op punt stellen ervan aan de R.U.G. faculteit landbouwwetenschappen (Prof. W.Verstraete, lid van onze technische commissie - afdeling ecologische bodem-microbiologie) Oprichting BIO-CONTROLE COMITE (voorzitter Prof. L.Verdonck) met vertegenwoordiging vanuit de dienst fytofarmacie (Prof. W.Steurbaut) en vanuit de bio-consumentenorganisatie VELT vzw.
6. Start van het project BOOMSCHORSRECYCLAGE (1977) als nieuwe zuivere humusbron voor land-en tuinbouw (in samenwerking met de R.U.G. faculteit bodemkunde).
7. Herstructurering (1977) van VELT vzw in vijf regionale of provinciale organisaties, met elk 20 plaatselijke afdelingen in toepassing van het decreet tot erkenning van VELT als socioculturele vereniging met subsidiering en tewerkgesteld personeel .
8. Stichting van VELT-DIENSTEN vzw te Ronsele (Zomergem) en erkenning door het ministerie van landbouw als eerste vormingscentrum voor duurzame landbouw. Naamsverandering (1988) van VELT - DIENSTEN vzw naar CLOBILA vzw (Centrum en Laboratorium voor Onderzoek in BIologische LAndbouw) Herstructurering van de dienst onderwijs. Organisatie van specifieke cursussen voor bio-beroepstelers, bio-consulenten en bio-tuinliefhebbers, kruidencursussen voor beginners en gevorderden. Organisatie van thema-vergaderingen en -lessen (o.m. imkeren, nutri-fytotherapie, komboecha)
Nog te verwachten op deze blog...
9. Contacten met diverse universitaire faculteiten en laboratoria, firma's voor organische meststoffen, BIOBEST, voor natuurlijke insectenbestrijding, enz ...
10. Erkenning van CLOBILA vzw (1988) als Natuur- en Milieu- Educatief centrum (NME) voor Oost-Vlaanderen in het kader van het project MOS (Milieu Op School ) en het promoten van BIO met KLASSE van VELT .
11. Opening van het symposium PESTICIDEN en GEZONDHEID (1996) georganiseerd door de Vlaamse liga voor kankerbestrijding (VLK) met als wetenschappelijke achtergrond de theorie van H.P.Rusch. Thematische behandeling van de kringloop van de melkzuurvormende bacteriën, de relatie tussen "bodem, plant en mens" ter ondersteuning van het IMMUUNSYSTEEM en een GEZONDE DARMFLORA.
12. Informatieverspreiding via www.users.skynet.be/clobila
13. Structuurwijziging (2008): CLOBILA vzw (Centrum en Laboratorium voor Onderzoek in BIologische LAndbouw) wordt CLOBILA (Cultureel Levensbelangrijk Onderricht en BIo-informatie voor Landelijke Activiteiten. Het ecocentrum wordt omgevormd tot een vriendenkring voor oud-cursisten en belangstellenden in de bioteelt, geneeskrachtige kruiden, ziektepreventie en nutri-fytotherapie, enz... Een uitgebreid programma vormingsactiviteiten wordt aangeboden...
Heb je belangstelling voor onze activiteiten? Neem contact op! clobila@skynet.be
17-10-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe
|
|
|
|
15-10-2008 |
Woord vooraf: welkom aan de blogbezoeker! |
Op aandringen van leden, cursisten, medestichters van CLOBILA, bestuursleden,vrienden, bio-telers en firma's uit de bio-sector, heb ik alle gebeurtenissen sedert de jaren 1970 samengevat op deze bladzijden zodat iedereen kan volgen hoe alles ontstond, evolueerde en leidde tot de situatie van vandaag... Neem ook eens een kijkje op www.users.skynet.be/clobila Het letterwoord werd behouden (CLOBILA), maar de naam voluit onderging een ingrijpende wijziging. Vanaf eind 2008 ligt het accent op Cultureel en Levensbelangrijk Onderricht en Bio-Informatie voor Landelijke Activiteiten
Ik ben geboren te Gent op 23/12/33 in het centrum van de stad,op de hoek van de Nederkouter en de Ketelvest, vlak tegenover het monumentaal justitiepaleis. Ik kon enkel maar op straat spelen en mijn ouders vonden het beter mij tijdens de vakanties naar het platteland te sturen. Vanaf mijn tiende bracht ik dus al mijn vakanties door in Serskamp in Oost-Vlaanderen bij een bevriend gezin.
Daar werd mijn belangstelling voor de natuur gewekt. Tijdens de oorlogsjaren (1940-1944) had mijn gastgezin een volledig selfsupportingssysteem opgebouwd rond voedselvoorziening: granen verbouwen, bakken, groenten, fruit, kweek van konijnen, kippen en schapen voor melk, boter en kaas... Mijn vader was kunstschilder en nam me iedere zondagvoormiddag mee naar schilderskunstgalerijen.Zo kwam ik in contact met de kunstschildersfamilie GEVAERT, stichters van de bekende firma LIMA te Sint-Martens-Latem, die bekend was voor haar natuurprodukten en zuurdesembroden.
We bleven contact houden en wisselden ervaringen uit. In 1974 werd een algemene vergadering bijeengeroepen van de vzw VELT (Vereniging Ecologische Leef en Teeltwijze). Daar bleek ondermeer dat er behoefte was aan een VELT-afdeling in het Meetjesland. Ik stelde voor daar werk van te maken en besloot tijdens de stichtingsvergadering in Zomergem een voordracht te laten geven met als titel: TUINIEREN ZONDER GIF. De nationale voorzitter van VELT, Jan Heyman, werd als spreker naar Zomergem gehaald.
Tot zover deze korte aanloop. Ik neem mij voor de komende weken (lees: maanden ...) een reeks hoofdstukken toe te voegen die U chronologisch zullen meevoeren naar de huidige situatie van CLOBILA
Veel leesplezier!
15-10-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe
|
|
|
|
|
|
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
|